Aansprakelijkheidsrecht Werkcolleges 2017-2018
WC1 vestiging van aansprakelijkheid
Opzoeken in databanken
* T.F.E. Tjong Tjin Tai, ‘Meervoudige causaliteit, bewijs, en draagplicht’, Noot bij HR 18 december
2009, LJN BK0873 (London/Delta Lloyd). Oorspr. Bb 2010/28, p. 98100;
* G.H. Lankhorst, ‘Principles of European Tort Law: art. 3:201- scope of liability’, AV&S 2007-32;
* N. Peters en M. Goorts, ‘Artikel 6:166 BW: onbekend maakt onbemind?’, AV&S 2012/21.
https://www.banning.nl/BanningNL/assets/File/WKAansprakelijkheid%20Verzekering%20amp
%20Schade%20Artikel%206166%20B W%20onbekend%20maakt%20onbemind.pdf
Leerdoelen
* U kunt gemotiveerd toelichten of en waarom er sprake is van een toerekenbare onrechtmatige
daad.
* U kunt uitleggen welke situaties er onder het begrip meervoudige causaliteit te brengen zijn,
welke rechtspraak hierbij relevant is en u kunt een casus hieromtrent oplossen;
* U kunt uitleggen wat er onder alternatieve causaliteit verstaan wordt, welke rechtspraak hierbij
relevant is en een casus hieromtrent oplossen;
* U kunt uitleggen wat hoofdelijke aansprakelijkheid inhoudt, welke wettelijke regels in dit
verband relevant zijn en u kunt deze toepassen op een casus;
* U kunt het begrip relativiteit uitleggen;
* U kunt uitleggen wat groepsaansprakelijkheid inhoudt en hierover een casus oplossen;
* U kunt - op basis van de PETL - de manier waarop de leerstukken van de relativiteit en causaliteit
in het Nederlandse recht hun beslag hebben gekregen, kritisch beoordelen.
Jurisprudentie Opzoeken in databanken en bekend verondersteld
* HR 13 januari 1995, ECLI:NL:HR:1995:ZC1611, NJ 1997/175 (De Heel/Korver);
* HR 8 februari 1985, ECLI:NL:HR:1985:AG4961, NJ 1986/137 (Renteneurose);
* HR 9 oktober 1992, ECLI:NL:HR:1992:ZC0706, NJ 1994/535 (DES);
* HR 24 december 1999, NJ 2000, 351, ECLI:NLHR:1999:AA4004 (Nugteren/Meskens).
Opzoeken in databanken
* HR 7 december 2001, ECLI:NL:HR:2001:AB2795, NJ 2002/576, m.nt. Vranken (Leeuwarden/Los);
* HR 7 april 2006, ECLI:NL:HR:2006:AU6934, NJ 2006, 244 (Koprot);
* HR 18 december 2009, ECLI:NL:HR:2009:BK0873, NJ 2012/614 (London/Delta Lloyd);
* HR 29 april 2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ2935, NJ 2011/191 (Bouwcombinatie en Paans/Liander);
* HR 2 oktober 2015, ECLI:NL:HR:2015:2914, RvdW 2015 (Groepsaansprakelijkheid).
Opdrachten
Opdracht 1 (thuis voorbereiden en uitwerking meenemen)
,Casus ‘Zomerdag in Tilburg’
In het centrum van Tilburg is een bekend en altijd druk plein – de Heuvel – opnieuw ingericht. Het
plein is bestraat met een glad afgewerkte, grijs gekleurde, natuurstenen tegel. Kern van het nieuwe
plein vormen drie naast elkaar gelegen rijen uit de grond komende fonteintjes, die water tot
verschillende hoogtes opspuiten.
Op zonnige dagen trekken de fonteintjes, zoals verwacht, veel spelende kinderen. Zo speelt ook
Maartje op een zonnige zaterdagmiddag in juli 2017 tussen de water opspuitende fonteintjes. Haar
vader, Willem Bunning, drinkt in de tussentijd een drankje op het aangrenzende terras. Als zijn glas
leeg is, staat Willem op om zijn dochtertje mee naar huis te nemen. Enkele meters voordat hij zijn
dochtertje bereikt, glijdt hij uit op de – door het water uit de fonteinen – nat geworden tegels.
Willem komt ongelukkig ten val. In het ziekenhuis blijkt dat Willem beide polsen gebroken heeft.
De door Willem gemaakte ziektekosten bedragen € 2.000,- en worden voor de helft vergoed door
zijn zorgverzekeraar. Willem, die een succesvolle eigen tandartspraktijk heeft, is ten gevolge van
deze breuken minimaal een jaar uit de running. Zijn gederfde inkomsten bedragen daarmee
minimaal € 50.000,-. Willem is daarnaast in zijn vrije tijd een begenadigd pianist en wordt
regelmatig gevraagd voor optredens en concerten. Zijn droom is om over een jaar of tien van zijn
hobby zijn beroep te kunnen maken. Deze droom valt in duigen: vast staat dat hij ten gevolge van
de gecompliceerde polsbreuken nooit meer (goed) piano zal kunnen spelen.
Vraag
Willem Bunning wenst de gemeente Tilburg op grond van art. 6:162 BW aansprakelijk te stellen voor
zijn ten gevolge van de val geleden schade. In hoeverre is er in dit geval sprake van onrechtmatige
gevaarzetting aan de kant van de gemeente? Motiveer uw antwoord.
Art. 6:162 speelt hier mee met 6:174 want het gaat om opstallen. De gemeente had minder gladde
stenen kunnen kiezen of waarschuwingsborden kunnen plaatsen voor een goede weg o.g.v 6:174 lid
2.. Of de vader had beter kunnen uitkijken, want Willem had de gevaren kunnen kennen.
Artikel 174
1.
De bezitter van een opstal die niet voldoet aan de eisen die men daaraan in de gegeven omstandigheden mag
stellen, en daardoor gevaar voor personen of zaken oplevert, is, wanneer dit gevaar zich verwezenlijkt,
aansprakelijk, tenzij aansprakelijkheid op grond van de vorige afdeling zou hebben ontbroken indien hij dit gevaar
op het tijdstip van het ontstaan ervan zou hebben gekend.
2.
Bij erfpacht rust de aansprakelijkheid op de bezitter van het erfpachtsrecht. Bij openbare wegen rust zij op het
overheidslichaam dat moet zorgen dat de weg in goede staat verkeert, bij kabels en leidingen op de kabel- en
leidingbeheerder, behalve voor zover de kabel of leiding zich bevindt in een gebouw of werk en strekt tot toevoer
of afvoer ten behoeve van dat gebouw of werk.
3.
Bij ondergrondse werken rust de aansprakelijkheid op degene die op het moment van het bekend worden van de
schade het werk in de uitoefening van zijn bedrijf gebruikt. Indien na het bekend worden van de schade een
ander gebruiker wordt, blijft de aansprakelijkheid rusten op degene die ten tijde van dit bekend worden gebruiker
was. Indien de schade is bekend geworden na beëindiging van het gebruik van het ondergrondse werk, rust de
aansprakelijkheid op degene die de laatste gebruiker was.
4.
Onder opstal in dit artikel worden verstaan gebouwen en werken, die duurzaam met de grond zijn verenigd, hetzij
rechtstreeks, hetzij door vereniging met andere gebouwen of werken.
5.
Degene die in de openbare registers als eigenaar van de opstal of van de grond staat ingeschreven, wordt
vermoed de bezitter van de opstal te zijn.
6.
, Voor de toepassing van dit artikel wordt onder openbare weg mede begrepen het weglichaam, alsmede de
weguitrusting.
NEW: Waar eerst naar kijken? Of er sprake is van een fout. Waar begin je mee met 6:162?
1. Gedraging => Doen of nalaten? I.c. nalatigheid van gemeente.
2. Onrechtmatigheid => 6:162 lid 2:
- INBREUK SUBJECTIEF RECHT (doen/nalaten), (bv. inbreuk lichamelijke integriteit
- WET: wettelijke plicht OF maatschappelijke zorgvuldigheid geschonden => behoudens
- MAATSCHAPPELIJKE ZORGVULDIGHEID: *ongelukkige samenloop, *sport en spel (tennisbal),
*gevaarzetting
I.C. GEVAARZETTING en dan kijken naar (Taxusstruik)= kenbaarheid? Had buurman moeten weten dat
taxusstruik giftig is voor paarden? Nee
Kelderluik, criteria: 1. Mate onvoorzichtigheid/onoplettendheid
2. Kans op ongeval
3. Ernst gevolgen: gebroken polsen, gevolgen die al zijn geopenbaard
4. Bezwaarlijkheid voorzorgsmaatregelen => i.c. op zijn minst een bordje,
griptegeltjes plaatsen.
Formule 1 t/m 3 t.o.v. 4
Verder in lid 2, rechtvaardigingsgrond (zoals in strafrecht)? I.c. geen sprake van
I.c. is het voldoende om het tot hier uit te werken (causaliteit en schade achterwege laten)
CC: er is sprake van een FOUT en gemeente dus aansprakelijk
Opdracht 2 (thuis de casus lezen)
Casus Bejaardenroof
Hans en Theo zijn als verpleegkundigen in dienst van Stichting Medicare. Ze leggen regelmatig
huisbezoeken af bij bejaarden die minder valide zijn. Omdat Hans en Theo niet erg tevreden zijn
met het salaris dat ze als verpleegkundigen verdienen, stelen ze regelmatig samen geld van deze
bejaarden. Ze hebben daarvoor de volgende tactiek bedacht: Theo gaat op de uitkijk staan, en als
er niemand kijkt, steekt Hans het geld – € 100 – in zijn zak. Hans stopt Theo het geld in een
onbewaakt ogenblik toe, waarna Theo daarna snel naar huis fietst om het geld daar in een oude
schoenendoos te verstoppen. Deze geheime bewaarplaats herbergt inmiddels een geldbedrag van
ruim € 1.000. Op een dag merkt een kwieke bejaarde – John – de diefstal van de twee op en komt
hun complot aan het licht. John wenst Hans en Theo aan te spreken voor zijn schade.
Vraag 1a Welk(e) wetsartikel (en) zal John aan zijn vordering ten grondslag moeten leggen?
6:162 jo 6:166 HR Groepsaansprakelijkheid BW > onrechtmatige daad + groepsaansprakelijkheid. De
kans dat de schade zich zou voordoen zou jou moeten weerhouden om onderdeel uit te maken van
die groep en dat moet jou kunnen worden toegerekend. (distantiëren)
NEW: 6:166 jo. 6:162 BW, HR Groepsaansprakelijkheid
1. Ten minste 1 groepslid brengt de onrechtmatige schade toe (nog niet kijken of het toerekenbaar is)