Volledig samenvatting van het deel van prof. Delputte voor het vak microbiologie, 3e Ba DGK aan de UA. Zaken in het rood zijn stukken waar de meeste examenvragen van zullen komen. Alle info van de slides + uitleg in de les staat erin + mogelijke examenvragen op het einde.
Samenvatting microbiologie prof. Delputte
Hoofdstuk 1: algemene introductie
1.1 Inleiding
4 miljard geleden ontstond de primitieve vorm van leven. Mensen zijn veel recenter in de
evolutie ontstaan dan micro-organismen (MO’s). Daardoor zijn MO’s veel beter aangepast →
dieren maken zonder infecties onmogelijk. De meest aangepaste soorten kunnen
reproduceren. Interventies zoals vaccins zorgen dat er varianten ontstaan (zij doen dit niet
bewust).
Stilaan ontstond het idee dat er kleine levende organismen waren die ziektes konden
veroorzaken. Het doel was ze zichtbaar te maken, te identificeren en te karakteriseren. Het
principe van spontane generatie van microben hield nog stand tot half 19e eeuw.
Microscopische technieken gebruikt in de microbiologie:
Antonie van Leeuwenhoek vond de microscoop uit om bacteriën te observeren. Hij zei dat er
heel kleine dieren bestonden, die hij ‘animalculen’ noemde.
Wet van biogenese:
Louis Pasteur verwierp het idee van spontane generatie door middel van het experiment van
de fles met de zwanennek: bestaat uit een fles met een open nek (contact buitenwereld). In
de fles zit een voedingsbodem waarop de bacteriën kunnen groeien. Door de vorm van de
fles weten we dat bacteriën niet spontaan tot daar geraken. Vloeistof steriel in omgeving
zetten → geen bacteriegroei.
Vloeistof in de fles wordt gekookt → steriel. Damp
door hals → hals steriel. Stoom condenseert in de hals.
Eerste experiment: geen bacteriën bij gewoon laten
staan.
Tweede experiment: nek eraf → bacteriegroei.
Derde experiment: vloeistof in nek en terug (door te
kantelen) → bacteriegroei.
→ Spontane generatie bestaat niet. Steriel en
bacteriën uit de omgeving kunnen er niet in door vorm
→ blijft steriel. Bacteriën geraken wel in de hals maar
blijven daar door condens, kantelen → in vloeistof.
kiemtheorie van fermentatie: Pasteur toonde aan dat fermentatie wordt veroorzaakt door de
groei van micro-organismen, en dat de groei van bacteriën in voedingsbodems NIET het
gevolg is van spontane generatie, maar eerder door biogenese.
‘All life is form life’: De wet stelt dat levensvormen zoals muizen en bacteriën niet volledig
gevormd kunnen verschijnen. De wet zegt echter niets over de biogenese van zeer primitief
leven uit steeds complexere niet-levende moleculen.
1
,Kiemtheorie van ziekten: infectieziekten worden veroorzaakt door micro-organismen, kleine
organismen, te klein om te zien zonder vergroting, die de gastheer binnendringen.
De postulaten van Koch:
Bepaalde ziekte door bepaalde kiem
veroorzaakt: 4 postulaten (regels)
volgen om dit te bewijzen:
1. Het micro-organisme moet in overvloed worden aangetroffen in alle organismen die aan
de ziekte lijden, maar zou niet mogen worden aangetroffen in gezonde organismen.
2. Het micro-organisme moet geïsoleerd worden uit een ziek organisme en gekweekt worden
in een zuivere cultuur.
3. Het gekweekte micro-organisme moet ziekte veroorzaken wanneer het wordt ingebracht
in een gezond organisme.
4. Het micro-organisme moet opnieuw worden geïsoleerd uit de geënte, zieke experimentele
gastheer en worden geïdentificeerd als zijnde identiek aan het oorspronkelijke specifieke
veroorzakende agens.
De methode kent een aantal problemen:
Voorkomen van asymptomatische infectie of subklinische dragers (eerste postulaat).
Het derde postulaat specificeert "zouden moeten", niet "moeten", want zoals Koch zelf
bewees, zullen niet alle organismen die worden blootgesteld aan een infectueus agens de
infectie oplopen.
Tweede postulaat: niet alle MO’s kunnen gekweekt worden in een zuivere cultuur, zoals bv.
prionen niet.
Oplossingen problemen:
- Niet meer kijken of het MO aanwezig is, maar of het genoom aanwezig is (kweken niet
meer nodig).
- Dier bekijken op cellulair niveau en kijken of genoom aanwezig is in de cellen/organen waar
de ziekte is.
- Verband tussen de hoeveelheid genoom en de ziekte. Ziek = meer genoom dan gezond dier
(minder of geen).
Postulaten zo herschreven:
1. Een nucleïnezuursequentie die behoort tot een pathogeen zou aanwezig moeten zijn in de
meeste gevallen van een infectieuze ziekte. Microbiële nucleïnezuren moeten bij voorkeur
worden gevonden in organen waarvan bekend is dat ze ziek zijn, en niet in organen zonder
pathologie.
2
,2. Minder of geen kopieën van pathogeen-geassocieerde nucleïnezuursequenties moeten
voorkomen in gastheren of weefsels zonder ziekte (relatieve aantallen).
3. Met het verdwijnen van de ziekte moet het aantal nucleïnezuursequenties van de
pathogeen afnemen of ondetecteerbaar worden. Bij een klinische terugval zou het
tegenovergestelde moeten gebeuren.
4. Wanneer de detectie van sequenties voorafgaat aan ziekte, of het aantal kopieën van
sequenties correleert met de ernst van de ziekte of pathologie, is het waarschijnlijker dat de
sequentie-ziekteassociatie een causaal verband is.
5. De uit de beschikbare sequentie afgeleide aard van het micro-organisme moet
overeenkomen met de bekende biologische kenmerken van die groep organismen.
6. Op cellulair niveau moet worden gezocht naar weefselsequentiecorrelaten: er moet
worden getracht specifieke in situ hybridisatie van microbiële sequentie aan te tonen op
plaatsen waar weefselpathologie optreedt en op zichtbare micro-organismen of op plaatsen
waar micro-organismen vermoedelijk aanwezig zijn.
7. Deze op sequentie gebaseerde vormen van bewijs voor microbiële causatie moeten
reproduceerbaar zijn.
Minder belangrijk: in de hersenen zitten eiwitten die gerecycleerd worden. Prionen zitten
ook in de hersenen (ook eiwitten) maar de gerecycleerde vorm is heel resistent → geen
afbraak meer mogelijk. Probleem dat dit pathogeen prioneiwit normale eiwitten omzet in
pathogeen prioneiwit → doet zelfde met anderen → exponentieel.
1.2 Microscopische technieken
Bright-field microscopie: bacteriën hebben weinig contrast → kleurstoffen gebruiken.
Fase-contrast microscopie: 2 lichtbronnen met andere golflengte door specimen → meer
contrast (donkere zones nog donkerder, lichte zones nog lichter).
Donker veld microscopie: lichtstralen op object geven lichtverstrooiing.
1.3 Grootte van MO’s
3
, Virussen niet zichtbaar met
lichtmicroscoop, want golflengte
kleiner dan de golflengte van
zichtbaar licht →
elektronenmicroscoop
gebruiken.
1.4 Taxonomie
De praktijk en wetenschap van de orde classificatie van organismen in hiërarchische units die
taxa worden genoemd. Het bestaat uit identificatie, nomenclatuur en classificatie. Belang van
taxonomie voor:
- Identificatie van organismen.
- Namen geven voor communicatie.
- Groepeert gelijkaardige organismen zodat er hypothese gemaakt kunnen worden uitgaande
van organismen in dezelfde groep.
Classificatie op basis van fenotype (morfologie, metabolisme, fysiologie, motiliteit, …) en
genotype (sequenering waardoor fylogenetische relaties tussen MO’s beter tot uiting
komen).
Genotypische analyse kan er voor zorgen dat er binnen en virusfamilie clusters worden
gevormd van genomen die meer/minder op elkaar lijken. Clusters krijgen nieuwe namen en
erin zitten subclusters.
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper studentdiergeneeskunde11. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,39. Je zit daarna nergens aan vast.