▪1
Ontstaansgeschiedenis van de slavernij
De slavernij is al zo oud als de mensheid en is aanwezig in bijna alle culturen. Het begon in de
landbouwsamenleving, waarin de mensen met meer bezit vaak ook meer aanzien en macht hadden.
Daardoor groeide de sociale ongelijkheid snel. De mensen die geen bezit hadden, werden vaak tot
slaaf gemaakt. Dit hield in dat ze bezit werden van de boeren. Ze moesten dan hard werken op
onder andere het land, zonder daarvoor betaald te krijgen. Dit is voor ons niet te beseffen, maar
toch gebeurde het 150 jaar geleden nog. Maar hoe is de slavernij eigenlijk ontstaan? We kijken in
de geschiedenis hoe het begon.
Het leven van jagers en verzamelaars
De tijd van de jagers en de boeren is ook wel bekend als de prehistorie. We weten via de
archeologie redelijk goed hoe de mensen in deze tijd leefden. Omdat het schrift pas veel later
ontstond, weten we echter niet hoe ze dachten.
De mensen leefden in groepen, in een samenleving van jagers-verzamelaars. Ze aten zowel vlees als
plantaardig voedsel. De moderne mens, oftewel homo sapiens (de denkende mens) ontstond
200.000 jaar geleden in Oost-Afrika. Er waren toen nog minstens vijf andere mensensoorten
verspreid over de wereld. Het is niet bekend waardoor de moderne mens als enige overleefde.
Tot 9000 v.C. leefden alle mensen van jagen en voedsel verzamelen met een duidelijke rolverdeling;
mannen hielden zich bezig met de jacht, de verdediging tegen wilde dieren en de strijd tegen andere
mensen en vrouwen zorgden voor de kinderen en verzamelden plantaardig voedsel.
De jagers-verzamelaars waren nomaden en leefden in groepen van enkele tientallen mensen. Ze
hadden vaak een basiskamp van waaruit ze op pad gingen. Als de bestaansmiddelen waren uitgeput,
trokken ze verder. Jagers bezaten slechts dat wat ze konden dragen.
De opkomst van de landbouw
De landbouw ontstond het eerst in het Midden-Oosten. Rond 9000 v.C. gingen mensen voedsel
verbouwen in een gebied ten oosten van de Middellandse zee, dat vanwege zijn vorm de vruchtbare
halvemaan wordt genoemd. Het begon met vijgen, gerst en tarwe. Na de akkerbouw ontstond rond
8000 v.C. de veeteelt eerst met geiten en schapen en later ook met varkens en runderen. De
landbouw werd daarna steeds gevarieerder. Boeren gingen erwten, linzen, olijven en druiven
verbouwen.
Het ontstaan van de landbouw was een ingrijpende verandering, een revolutie. Vanuit het Midden-
Oosten werd de landbouw verspreid in Azië, Afrika en Europa door migranten. Een belangrijke
oorzaak was de verandering van het klimaat naar een klimaat van zachte natte winters en warme
droger zomers. Mensen ontdekten dat ze gewassen konden uitzaaien en planten. Een andere oorzaak
was het verdwijnen van de dieren waarop veel werd gejaagd. Tegelijkertijd waren er in het Midden-
Oosten wilde dieren die konden worden getemd, zoals oerrunderen en wilde zwijnen.
Op den duur leverde vee meer vlees op dan wilde dieren en gaf het vee melk, wol, leer en mest.
Vanaf ongeveer 5000 v.C. werden dieren, zoals ossen, gebruikt voor de bewerking van het land.
Hierdoor kon ook zware grond worden bebouwd.
Door de landbouw konden meer mensen worden gevoed. Eerst was landbouw een aanvullend
bestaansmiddel naast de jacht, maar later was de landbouw nodig omdat de bevolking groeide.
Door de landbouwrevolutie ontstond de landbouwsamenleving. Boeren gaven het nomadische
bestaan op. Ze kregen een sedentaire leefwijze; ze gingen permanent wonen in huizen bij hun
akkers, weiden en boomgaarden. Ze gingen ook in grote groepen bij elkaar leven in dorpen. Elk
dorp was zutarkisch (zelfvoorzienend).
In de landbouwsamenleving werd bezit belangrijk. Grond was het belangrijkste bezit voor de
boeren naast huizen, werktuigen, potten, kruiken, kleding en andere producten van nijverheid.
Sommige mensen verwierven meer bezit dan anderen en hadden daardoor vaak ook meer aanzien
en macht. Bezit en macht werd door ouders doorgegeven aan hun kinderen. Zo groeide sociale