Samenvatting: boek "De grondslag van het vermogens- en
ondernemingsrecht deel 1", van Zeijl
, lOMoARcPSD|563149
Hoofdstuk 1 Enige grondbeginselen
1.1
In Nederland leven we met regels omtrent het gedrag van burgers onderling en met regels
tussen burger en de overheid. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen rechtsregels (recht) en
andere regels (moraal en fatsoen). Juridisch relevant en rechtens afdwingbaar zijn de
rechtsregels. Deze worden toegepast en afgedwongen door rechters en andere autoriteiten.
Rechtsregels kunnen worden onderscheiden in:
1 materieel recht en formeel recht
2 objectief recht en subjectief recht
3 publiekrechtelijke en privaatrechtelijke rechtsregels
4 dwingende rechtsregels en regels van aanvullend of regelend recht
Ad 1
De inhoud van de rechtsregels noemen we materieel recht. Hier worden de
handelingen beschreven. Bijvoorbeeld “moord” in het Wetboek van Strafrecht.
Formeel recht wordt ook wel handhavingsrecht genoemd. Dit zijn procedureregels om
het materiele recht te handhaven. Met andere woorden, het formele recht is procesrecht.
Ad 2
Het geheel van geldende regels in Nederland heet het objectieve recht. Dit recht geldt
voor iedereen. Een werknemer die werk heeft verricht, heeft recht op betaling van salaris.
Als de werknemer het op zichzelf betrekt, “mijn” recht op betaling van salaris, spreken
we van subjectief recht. Het rechtsobject in dit geval is het salaris.
Ad 3
Kenmerkend voor publiekrecht is de verhouding tussen de burger en de overheid. De overheid is
belast met de uitvoering van de wet, maar is daarnaast ook beschermer van de belangen van de
burger. Het privaatrecht regelt de verhouding tussen burgers onderling. Tot het privaatrecht
behoort het Burgerlijk Wetboek. Zie indeling in rechtsgebieden hfdst 1; blz 17; figuur 1.2; De
grondslag van het vermogens- en ondernemingsrecht; mr A.M.M.M. van Zeijl.
Ad 4
Bij dwingend recht gaat het om regels waarvan de belanghebbenden niet mogen afwijken,
ook al zouden zij dat bij onderlinge overeenkomst afspreken. Overtreding van de
rechtsregel levert een niet geldige/nietige handeling op.
Bij het aanvullend of regelend recht gaat het om het recht dat geldt wanneer partijen zelf
niets anders zijn overeengekomen.
Het publiekrecht bevat alleen dwingend recht. In het privaatrecht komen beide voor.
1.2
Bronnen van recht:
! Internationale regelingen
De rechtsregels van internationale verdragen hebben een rechtstreekse werking (self-
executing) in het nationale recht en kunnen algemeen verbindend in Nederland zijn (art.
91, 93 Gw).
, lOMoARcPSD|563149
! De wet
- wet in materiele zin: een ieder verbindende wettelijke regel. Deze worden door
verschillende overheidsorganen uitgevaardigd.
- wet in formele zin: totstandkoming geschiedt door samenwerking van regering en Staten-
Generaal (art. 81 Gw). De meeste wetten in formele zin zijn ook wetten in materiele zin.
Zie schema voor onderscheid tussen wettelijke regelingen, hfdst 1; blz 20; figuur 1.3; De
grondslag van het vermogens- en ondernemingsrecht; mr A.M.M.M. van Zeijl
Binnen de wettelijke regelingen bestaat een rangorde:
- hogere wet gaat voor een lagere
- latere wet gaat voor een oudere
- bijzondere wetten gaan voor een algemene
! Ongeschreven recht
Voorbeelden zijn de redelijk en billijkheid, maar ook de algemene beginselen van behoorlijk
bestuur als corrigerende factor.
! Gewoonterecht
Gewoonterecht is ongeschreven recht. Voorwaarden om over recht te spreken: herhaling
van gedragingen en de overtuiging dat men zich zo hoort te gedragen.
! Jurisprudentie
Jurisprudentie zijn rechterlijke uitspraken, meestal van de Hoge Raad. Als er geen,
onduidelijke of volledige wettelijke regeling is voor een bepaald geschil dan moet de
rechter toch recht spreken.
1.3
Het Burgerlijk Wetboek (privaatrecht) bestaat uit 8 boeken. Art 35 van Boek 3 Burgerlijk
Wetboek wordt op de volgende manier genoteerd: art. 3:35 BW.
In de eerste twee hoofdstukken worden de rechtssubjecten natuurlijke personen en
rechtspersonen behandeld. Zij zijn dragers van rechten en plichten, ook wel rechtsbevoegd
en hebben op grond daarvan een vermogen. Om iets met het vermogen te doen moet men
handelingsbekwaam zijn, het in staat zijn om onaantastbare rechthandelingen te verrichten.
Het vermogen van een bepaald persoon zijn de bezittingen en schulden. Goederen die stoffelijk
zijn worden zaken genoemd en goederen die niet-stoffelijk zijn vermogensrechten.
Het Burgerlijk Wetboek heeft een getrapte opbouw. Dit betekent dat eerst algemene regels
over een onderwerp beschreven staan en daarna de bijzondere regels.
, lOMoARcPSD|563149
Hoofdstuk 2 Vermogensrecht (algemeen)
2.1
Goederen staan geregeld in Boek 3 BW en zaken in Boek 5 BW. Bijvoorbeeld
eigendomsrecht bestaat alleen op zaken en is daardoor geregeld in Boek 5 BW.
Zaken kunnen roerend en onroerend zijn. Een stuk grond met een huis erop gebouwd en
bomen die er zijn geplant is onroerend. Ook de centrale verwarming valt eronder, omdat het
duurzaam met de grond is verenigd of met de daarop staande gebouwen. Elke zaak die niet
onroerend is, is roerend.
Onderdelen van de zaak zijn de bestanddelen en de zaak zelf wordt hoofdzaak genoemd.
Alle onderdelen samen vormen een zaak. Het moet wel één geheel vormen. Dit, omdat men
vindt dat de zaken bij elkaar horen (verkeersopvatting) of omdat hetgeen zo hecht
verbonden is met de zaak dat bij verwijdering de zaak beschadigd zal worden. Dit noemt
men het eenheidsbeginsel.
Als een zaak één geheel gaat vormen met een andere zaak dan noemen we dit natrekking.
Voorbeeld is de centrale verwarming. Voordat het in het huis geplaatst wordt is dit nog een
hoofdzaak en na plaatsing in het huis is het bestanddeel van het huis geworden. De eigenaar
van het huis wordt door natrekking eigenaar van de centrale verwarmingsinstallatie.
Vermogensrechten zijn rechten die overdraagbaar zijn, ertoe strekken de rechtshebbende
stoffelijk voordeel te verschaffen en verkregen zijn in ruil voor verstrekt of in het
vooruitzicht gesteld stoffelijk voordeel (art. 3:6 BW)
Hoogstpersoonlijk recht, zoals lidmaatschappen zijn geen vermogensrecht. Deze kunnen dus
niet worden overgedragen.
2.2
Goederen kunnen worden onderscheiden in register en niet registergoederen. Voor
vestiging of overdracht van registergoederen is inschrijving in de daartoe bestemde
openbare registers noodzakelijk.
Registergoederen:
! Alle onroerende zaken
! Sommige vermogensrechten, zoals erfpachtrecht. Het is gevestigd op grond en grond is
een onroerende zaak.
! Sommige roerende zaken, zoals bepaalde schepen en luchtvaartuigen.
Alle andere goederen zijn niet- registergoederen.
2.3
Vermogensrechten kunnen worden onderscheiden in absolute en relatieve rechten en
zakelijke en persoonlijke rechten.
Absolute rechten kunnen tegen een ieder worden uitgeoefend. Absolute rechten die op zaken
rusten zijn zakelijke rechten, zoals het eigendomsrecht. Tevens bestaan er ook absolute niet-
zakelijke rechten, zij rusten op de voortbrengselen van de geest, zoals het auteursrecht.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper cgabriella79. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.