Hoorcolleges SRPR
Hoorcollege 1 Rechtsvormen: Formele en materiële kenmerken - Verschijningsvormen
Over het vak
Waarom?
1. Verdieping rechtspersonenrecht
2. Maatschappelijke betekenis verenigingen en stichtingen
3. Eigen kenmerken verenigingen en stichtingen
4. Europese rechtsvormen en impact EU-recht
Doel:
Verwerven van inzicht en kennis:
1. Specifieke kenmerken van m.n. vereniging(sachtigen) + stichting
2. Bijzonderheden m.b.t. organisatierechtelijke verhoudingen
3. De vormgeving van structuren en verhoudingen
4. Toezicht op verenigingen en stichtingen
5. Nationale en grensoverschrijdende herstructureringen
6. Europees recht en europeesrechtelijke rechtspersoonsvormen
Rechtsvormen (Boek 2 BW)
1. Non profit = niet gericht op economisch voordeel voor hun leden.
Vereniging en stichting mogen wel een onderneming drijven (commercieel zijn), maar hebben een
verbod (beperking) tot het doen van winstuitkeringen. Een museum heeft bijv. commerciële
activiteiten, maar zijn niet gericht op het behalen van winst. Ook een ziekenhuis moet geld vragen
voor zijn diensten. Een non profit is dus vaak een onderneming, maar er gelden restricties.
a. Vereniging
o Informele vereniging= vereniging waarvan de statuten niet zijn vastgelegd in een
notariële akte. Kan wel worden ingeschreven in de KvK (art. 2:30 lid 3). Ook kan het
ontstaan zonder dat ze dat zelf in de gaten hebben doordat ze op een bepaalde
manier gaan samenwerken. Voor oprichting meerzijdige rechtshandeling verricht
artikel 2:26 lid 2. Moet in het maatschappelijk verkeer optreden als een eenheid en
moet sprake zijn van een interne, de essentiala van een vereniging weerspiegelende,
organisatie zijn.
o Vereniging met volledige rechtsbevoegdheid: een formele vereniging kan niet
worden omgezet naar een informele, maar andersom kan het wel door de statuten
op te nemen in de notariële akte (art. 2:28).
o Bijzondere vorm: Vereniging van Eigenaars (geregeld in art. 5:124 e.v. BW): de
vereniging is eigenaar van de gemeenschappelijke delen. Een pand is opgeslitst in
appartementsrechten en die zijn overdraagbaar. De eigenaren van de
appartementsrechten zijn gezamenlijk eigenaar van het pand. En het onderhoud van
het pand, het beheer, is in handen gesteld van de VvE. Lidmaatschap is gekoppeld
aan het appartementsrecht.
▪ Dus ook Boek 5 is van toepassing.
NB: VvE is eigenlijk een regeling voor gebonden mede eigendom. Bijzonderheid is daarom kwalitatief
lidmaatschap (art. 5:125 lid 2). Er gelden daarom op sommige punten ook afzonderlijke regelingen.
Zo geldt bijv. niet de regeling omtrent nietigheid van rp, stemrecht van de onbekwame, verbod op
,oprichting voor onbepaalde tijd en omzetting. Ook moet bijv. vernietiging van een besluit worden
verzocht bij de kantonrechter en niet bij de Rb binnen een maand nadat de belanghebbende van het
besluit kennis heeft genomen of had kunnen nemen (art. 5:130). Splitsingsakte wordt gelijk gesteld
met statuten (art. 2:129).
b. Stichting
2. For profit: rechtsvormen die een voordeel bezorgen aan leden en/of aandeelhouders.
Uitkeringsbeperking onderscheidt de non profit van de for profit.
- Coöperatie: SCE is de Europese coöperatie
- Onderlinge waarborgmaatschappij (owm)
- Kapitaalvennootschappen: in NL de NV en de BV en we kennen ook nog de Europese
Naamloze Vennootschap (SE).
Uitkeringsverbod
Uitkering = betaling zonder dat daar een reële tegenprestatie tegenover staat, daaronder kunnen
ook kostenbesparingen vallen.
🡪 dus ook als je iemand een niet marktconform salaris uitbetaalt, teveel, dan valt dat er dus wel onder.
🡪 ook indien de uitkering afhankelijk is van de winst.
Uitkering van incidentele overtollige baten mag wel.
- Art. 2:26 lid 3 (voor vereniging): geen winst onder haar leden verdelen. Anders dan bij de
stichting is niet bepaald dat het doel niet mag inhouden het doen van uitkeringen. Maar mag
alsnog niet, want er is een wettelijk verbod. Vereniging mag geen coöperatief doel hebben
- Art. 2:285 lid 3 (voor stichting): Het “doel” van de stichting mag niet inhouden het doen van
uitkeringen aan oprichters of orgaanbemanners, noch ook aan derden, tenzij ten aanzien van
deze laatsten met een ideële of sociale strekking -> is anders geformuleerd dan bij de
vereniging.
- Betreft de feitelijke gang van zaken: óók bij de stichting. Gaat niet uitsluitend om het
statutaire doel, maar het mag ook niet feitelijk gedaan worden. Het mag dus niet o.b.v. een
contract. Eerder een restrictie dan een verbod.
o Dat uitkering plaats vindt o.g.v. ovk (bijv. een participatieovereenkomst; ovk waarbij
iemand eigen vermogen beschikbaar stelt aan de rp en in ruil daarvoor de nettowinst
krijgt, dus lijkt eigenlijk op een aandeel) wil dus niet zeggen dat er geen strijd is met
het uitkeringsverbod! Literatuur hierover verdeeld. Sommigen zeggen dat dit niet in
strijd is met het verbod. Docent denkt dat dit niet juist is. Wetgever zegt namelijk het
gaat over de feitelijkheden. Participatieovk doet heel sterk denken aan aandelen.
Bedoeling van het uitkeringsverbod is nou ook om het te onderscheiden van de BV
en de NV.
o Algemene opvatting in de literatuur: uitkeringen aan oprichters en orgaanbemanners
met ideële strekking zijn niet per se verboden: ondanks dat het in strijd is met de
wet, wordt in de literatuur toegelaten dat een uitkering wordt gedaan aan de
oprichters of orgaanbemanners indien het doel van de stichting is om een uitkering
te doen aan mensen in nood en er criteria daarvoor zijn. Als de oprichters en
orgaanbemanners aan deze criteria voldoen, is het dus toch toegelaten.
- Achtergrond: onderscheid met de NV (de BV kwam later): Had voor NV en BV
overheidsgoedkeuring nodig. Voor stichting was dat niet nodig. Heeft zich ontwikkeld in
gewoonterecht, daarna ontwikkeld in de wet in 1956 pas. Stichting kon je dus oprichten
zonder overheidsbemoeienis → stichting was lang alternatief voor NV. Met
winstuitkeringsverbod heeft wetgever dat willen voorkomen. Hetzelfde geldt voor de
vereniging. Voor vereniging wel overheidsbemoeienis maar die wilde men ook
onderscheiden van de kapitaalvennootschappen.
,- Beperkt coöperatief doel is wel toegestaan: bepaalde transacties verrichten ten gunste van
de leden waarbij je voor ze een bepaalde kostenbesparing realiseert
o Beperkt tot kostenbesparing
▪ Als je lid bent van Viva en tegen korting boeken koopt, dan mag wat want
dat is alleen besparing van kosten en geen commerciële activiteit. Dus:
kostenbesparing in de vorm van contributieverlaging is geen probleem en
ook uitkering van incidentele overtollige baten. Bij stichting kan je verder
gaan. Stichting die in feite functioneert als inkoop/verkoop t.b.v. leden of
aangeslotenen is niet in strijd met uitkeringsverbod. Bij vereniging mag dat
niet, want verbod op coöperatief doel; het mag geen bedrijf worden. Bij
stichting heb je daar iets meer ruimte voor. Interessant als je service ook
biedt aan derden, dan ga je over de rode lijn want dan ga je commercieel
deelnemen aan handelsverkeer. Beperkt coöperatief is dus op zichzelf
toegestaan.
o Doorsluizen van winst uit transacties met derden (dus op de markt, met derden) naar
de aangeslotenen/leden/bestuurders? Om zo bijv. de prijzen van de leden dan weer
goedkoper te maken dan overtreed je dus wel het uitkeringsverbod.
o Uitkeringsverbod geldt voor leden, maar wordt ook aangenomen voor bestuurders
en commissarissen van de vereniging.
- Uitkering in strijd met uitkeringsverbod = in strijd met de wet
o Onverschuldigde betaling (ontvanger moet terugbetalen aan vereniging/stichting.
Geldt wel verjaringstermijn voor); maar ook
o Doeloverschrijding (art. 2:7)
o Onbehoorlijke taakvervulling door bestuurders die hieraan meewerken; kunnen
aansprakelijk worden gesteld o.g.v. art. 2:9 -> schadevergoeding betalen. Bij
faillissement kunnen ze ook voor het tekort in de boedel worden aangesproken
o Evt. misbruik van recht door bijv. de betaling aan henzelf doen toekomen etc.
- Onkostenvergoeding/salaris mag (om baat); mits er een reële tegenprestatie tegenover
staat. Salaris moet wel redelijk, dus marktconform zijn. Als het daarboven komt, dan krijgt
het het karakter van een uitkering, want staat dan geen redelijke tegenprestatie meer
tegenover. Ook als je bonussen uitkeert gerelateerd aan het nettovoordeel dat je hebt
behaald, is dat niet toegestaan. Als dat niet daaraan is gerelateerd heb je daar geen
problemen mee.
- Wat te denken van:
o Alle winst naar bestuurder/oprichter? Dan zegt de parlementaire geschiedenis dat
het niet is toegestaan. Dan is het een vehikel voor inkomsten, economisch. Het is
dan eigenlijk voor persoonlijke commerciële doeleinden.
o Pensioenstichtingen? Die doen uitkeringen aan aangesloten deelnemers en hebben
allerlei ledenrechten. Is expliciet in wet vastgelegd (art. 2:304): die uitkeringen zijn
geen overtreding van het uitkeringsverbod. Deelnemers worden niet als lid
aangemerkt.
o Eenmalige uitkeringen? Dit mag wel. Hierdoor is het nog geen commerciële
onderneming. Zou je kunnen zien in de sfeer van een partiele liquidatie. Uitkering
moet dan gedaan worden aan mensen die o.g.v. de statuten hiertoe gerechtigd zijn.
Stel je stopt met bepaalde activiteit en daardoor valt vermogen vrij, dan valt het niet
onder uitkeringsverbod. Ondanks dat het niet onder het uitkeringsverbod valt, kan
het wel in strijd zijn met het doel of leiden tot faillissement, waardoor het toch niet
geoorloofd is.
o De stichting AK? STAK: stichting houdt de aandelen in een BV of NV, geeft hiervoor in
ruil certificaten uit. Bedoeling is dat je de zeggenschap over de aandelen
, concentreert binnen een structuur waarvan je weet dat de zeggenschap onder
controle is, dat er verstandige mensen in het bestuur zitten die verstandig van de
rechten van de aandelen gebruik maken. Alle voordelen op die aandelen vallen in de
stichting, want worden uitgekeerd als dividend op de aandelen. Er is een
contractuele ovk met de certificaathouders die vastligt in de
certificeringsovereenkomst. Dit is ook een uitkering. Mag dit dan? Ja. Niet in strijd
met het verbod. Komt ook uit de parlementaire geschiedenis. Structuur is niet
opgezet om commerciële activiteiten te hebben. Deze structuur is bedoeld om de
zeggenschap te controleren. Is een doorgeefluik van de winst.
o De familiestichting? Vermogen van een familie is daarin ondergebracht met als
doelstelling dat voor langere tijd voor die familie te behouden. Stichting heeft vaak
tot doel familieleden die in nood zitten te ondersteunen. Of studies bekostigen.
Vermogens consolideren voor specifieke behoeften binnen de familie. Ook deze doet
dus uitkeringen van tijd tot tijd. Valt dat onder het verbod? Het heeft een ideële of
sociale strekking. Wordt spannend op het moment dat zo’n stichting uitkeringen
voor niet ideële doelen mag doen: bijvoorbeeld toelage op het levensonderhoud
ongeacht of dat nodig is. Als de stichting alleen maar vermogen beheert en niet
onderneemt dan kun je het hetzelfde behandelen als een STAK volgens docent.
- Geen strijd met uitkeringsverbod = geoorloofd? Dat het niet in strijd is met het verbod wilt
niet zeggen dat het geoorloofd is. Er kunnen immers andere redenen zijn waarom de
uitkering niet kan plaatsvinden; in strijd met het doel, tegenstrijdig belang, financiële situatie
laat het niet toe etc.
Vereniging
- Samenwerking van personen (de leden)
o ALV is centrale orgaan (art. 2:40; is een restbevoegdheid dat de ALV als centrale
orgaan kwalificeert)
▪ Orgaan= een instantie die eigen bevoegdheden heeft en deze zijn toegekend
o.b.v. statuten en het orgaan is bovendien beslissingsbevoegd t.a.v. deze
bevoegdheden
o Wettelijke bevoegdheden leden (vergadering)
o Statuten kunnen niet altijd worden gewijzigd door ALV
o Vereniging met één lid mogelijk? Ja, art. 2:19. Van rechtswege ontbonden wanneer
zij geen lid meer heeft. Dus een vereniging met een lid kan bestaan. Toch kun je
vragen bij stellen als iemand vereniging wil met 1 lid en is niet de bedoeling dat er
leden bijkomen, dan wordt het lastig want dan wil je eigenlijk helemaal geen
vereniging oprichten maar heb je een ander doel (fiscaal voordeel). Dan richt je
waarschijnlijk vereniging op die niet voldoet aan de wettelijke kenmerken van de
vereniging waardoor het kan worden ontbonden. Iemand moet dan wel naar de
rechter.
- Verbod op coöperatief doel
o Art. 2:53: blijkens statuten d.m.v. overeenkomsten voorzien in stoffelijke behoeften
van de leden. Is in principe een open doelomschrijving. Er moet wel een omschrijving
zijn en een doel, maar er staat niet welke. Alleen welke niet mag; een coöperatief
doel. Is om het onderscheid tussen de vereniging en de coöperatie vast te stellen.
Voorheen was het nauwelijks te onderscheiden.
- Verbod op uitkeringen aan leden (en orgaanbemanners); al behandeld. In wettekst beperkt
tot leden, maar ook andere organen vallen eronder.
- Oprichting