Inleiding blz. 13-15
Spelen en bewegen zijn wezenlijke onderdelen van het dagelijks leven en de ontwikkeling
van kinderen. Leerkrachten, ouders, begeleiders en vereniging leiders kunnen belangrijke rol
vervullen in het al dan niet met plezier bewegen en spelen en dus het al dan niet stimuleren
van de ontwikkeling die kinderen spelend en bewegend doormaken.
Het tijdig en goed in beeld brengen van de kwetsbare kinderen is een belangrijke stap op
weg naar een sociaal veilig en rijke speel- en beweegomgeving.
Hoofdstuk 1 blz. 17-32
Voor kinderen is bewegen niet alleen belang voor dagelijkse activiteiten, maar bewegen en
spelen zijn zelfs essentieel voor hun ontwikkeling. Ze leren zichzelf, andere kinderen en de
wereld om zich heen voornamelijk spelenderwijs kennen.
Wanneer kinderen motorische minder vaardig zijn kunnen ze in de problemen komen tijdens
spelletjes of gym. Gebruikelijke reacties van kinderen in dit soort situaties zijn na verloop van
tijd:
- niet meer spelen (terugtrekken)
- vals spelen (agressieve reactie)
- grappig zijn, het clowntje spelen (clownesk gedrag)
- relativerend gedrag
De eerste drie gedragingen worden gezien als compensatiegedrag. Het gedrag dat kinderen
vertonen om zich te redden uit een sociaal-emotioneel moeilijke situatie. Er kunnen
problemen ontstaan als een kind dergelijk compensatiegedrag laat zien. Het zelfvertrouwen
kan verminderen en de contacten met andere kinderen kan veranderen.
Nog enkele regelmatig voorkomende situaties waarin motorisch minder vaardige kinderen in
de knel komen zijn:
- bij partijen kiezen als laatste gekozen worden.
- van andere niet mee mogen doen of meedoen maar nooit de bal krijgen.
- De tikker blijven, omdat hij of zij te langzaam is.
- Geduwd worden
- Geen plaats in het schoolteam
Elke leerkracht en elke school wil het bovengenoemde voorkomen. Hierin spelen vele
factoren een rol.
- het pedagogisch klimaat
- het aantal en de kwaliteit van de bewegingsmogelijkheden voor kinderen
- de aangeboden differentiatie
- de breedte van de zorg
observeren en signaleren zijn met betrekking tot deze aspecten van essentieel belang.
We bespreken van een circulair causaal verband tussen bewegen en de algemene
ontwikkeling van kinderen. Als een kind bijvoorbeeld meer zelfvertrouwen ontwikkelt in
spel- en beweegsituaties, laat het ook meer zelfvertrouwen zien bij sociale of cognitieve
taken.
, In drie onderzoeken kwam naar voren dat motorisch gestimuleerde kinderen verschillen
vertoonden met de controle groep voor wat betreft:
sociale ontwikkeling:
- ze waren meer bereid met andere kinderen in contact te treden
- ze integreerden gemakkelijker in een groep leeftijdgenoten
- ze speelden vaker buiten
- ze waren beter in staat teleurstellingen te verwerken
persoonlijkheidsontwikkeling
- ze hadden een betere zelfstandigheidsontwikkeling
- ze hadden een betere prestatiemotivatie
- ze hadden een beter concentratievermogen
cognitieve ontwikkeling
ze vertoonden op vierjarige leeftijd (significant) hogere intelligentiescores dan de
kinderen die niet motorisch gestimuleerd werden.
In een ander onderzoek werden verschillende straten in Amsterdam vergeleken. Ze
vergeleken het ruimtegebrek en de tijdsbesteding van de huidige generatie
stadskinderen met die van vorige generaties.
Uit het onderzoek kwamen de volgende conclusies:
- het kinderspel is van buiten naar binnen verplaatst
- de straat is geen dagelijkse ontmoetingsplek meer
- kinderen spelen tegenwoordig veel meer onder toezicht van hun ouders
- de zelfstandige bewegingsvrijheid van kinderen is kleiner geworden
- verhouding binnen en buiten spelen
kinderen die niet zelfstandig buiten kunnen spelen lopen een achterstand op in hun
motorische en sociale vaardigheden.
Voldoende bewegen kan direct en indirect het risico op ziekten verlagen en heeft een
gunstig effect op lichaamsgewicht, bloeddruk, vetpercentage, botdichtheid en op de
schoolprestaties.
Gedrag ontstaat in een dialoog tussen een individu en zijn omgeving. Voor het
bewegingsgedrag binnen het onderwijs kun je spreken van een dialoog tussen het kind en
zijn bewegingssituatie. Het is de bedoeling dat de leerkracht zodanige bewegingssituaties
voor kind creëert, dat een kind zich optimaal kan (blijven) ontwikkelen.
Als kinderen spelen en bewegen wordt er een beroep gedaan op zowel de motorische als
sociale en cognitieve vaardigheid (ontwikkeling). Dat mate van ontwikkeling van deze drie
vaardigheden bepaalt de bewegingsmogelijkheden van een kind.
Motorische ontwikkeling: motorische vaardigheid
De motorische vaardigheid is het meest in het oog springend aspect van
bewegings(on)mogelijkheden van een kind. Motorische vaardigheden ontwikkelen zich in
het algemeen in een bepaalde volgorde en op een bepaalde leeftijd.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper jamie3. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,99. Je zit daarna nergens aan vast.