IDM Hoorcolleges
Kennisclips (Blackboard) perspectieven op IDM
Sociale & Organisatie Psychologie
In de sociale psychologie is het belangrijk om te kijken naar hoe mensen zich gedragen in hun
omgeving. Je hebt persoonlijke identiteit, bijvoorbeeld persoonlijke geschiedenis, leeftijd,
persoonlijkheid, prestaties, en hobby’s. Ook is er sociale identiteit, bijvoorbeeld gender,
nationaliteit/etniciteit, religie, leeftijdsgroepen, collectieve geschiedenis (bijv. je familie of je
land). Diversiteit gaat in dit vak vooral om diversiteit op werk. Hoeveel diversiteit is er? Zijn
er voordelen aan diversiteit? Hoe kan diversiteit het samenwerken soms ingewikkeld maken?
Vraagstukken in deze discipline gaan vooral over stereotypen en diversiteit en inclusie
vergroten. Doelgroepen zijn groepen met zichtbare diversiteit (gender, etniciteit, leeftijd, etc.).
Methodes die vaak worden gebruikt zijn vragenlijsten/interviews, experimenten, en
dagboekstudies. Sterke punten in deze discipline zijn dat ze kijken naar interactie tussen
persoon en omgeving, ze zijn goed in identificeren van mechanismes, inzichten zijn
toepasbaar in werksituaties, er zijn concrete toepassingen en samenwerkingen met
organisaties. De beperkingen van deze discipline zijn daqt er minder kennis is over het
systeem zelf en studies zijn vaak kleinschalig.
Persoonlijkheidspsychologie
Identiteit is het centrale onderzoeksgebied in de persoonlijkheidspsychologie. Het geeft
antwoord op de vraag wie ben ik en het maken van keuzes. Diversiteit is in deze discipline
een persoonlijkheid als unieke combinatie van individuele verschillen. Die verschillen worden
trekken genoemd. Vraagstukken in deze discipline zijn welke dimensies van persoonlijkheid
er zijn, hoe eigenschappen van levensverhalen samenhangen met andere factoren en hoe
persoonlijkheid veranderd gedurende het leven. Doelgroepen zijn erg breed, maar vaak
adolescenten en jong volwassenen, maar ook vaak klinische groepen. Methodes in deze
discipline zijn vragenlijsten, interviews, smartphone onderzoek, en observatie onderzoek.
Sterke punten in deze discipline zijn dat ze focussen op de hele mens/het individu, er wordt
veel methodologische expertise verzameld, het heeft een centrale positie in het netwerk van
psychologische kennis. Beperkingen in deze discipline zijn dat er een hoog abstractie niveau
is, het blijft vaak hangen in vragenlijsten van brede eigenschappen, omgevingsfactoren zijn
minder in beeld.
Klinische psychologie
Identiteit in deze discipline houdt in: aspecten van het zelf gevormd door persoonlijke
factoren en de sociale omgeving. Er is een wisselwerking tussen identiteitsaspecten en
psychisch welbevinden. Diversiteit in deze discipline houdt in: unieke combinaties van
persoonlijke en sociale factoren die mensen krachtig en kwetsbaar kunnen maken in relatie tot
mentale gezondheid. Verschillen tussen mensen in hoe wordt omgegaan met stressvolle
situaties, draagkracht en kwetsbaarheid voor psychologische symptomen. Vraagstukken in
deze discipline zijn welke individuele en omgevingsfactoren hangen samen met
psychologisch welbevinden, wat zijn factoren die iemand kwetsbaar maken voor het
ontwikkelen van psychische klachten, welke interventies/therapieën zijn het meest effectief.
Doelgroepen zijn meestal (jong)volwassenen, (sub)klinische groepen en gezonde populatie,
en kwetsbare groepen in de maatschappij. Methoden in deze discipline zijn vragenlijsten,
,interviews, experimenteel onderzoek, en observaties. Sterke punten in deze discipline zijn dat
ze kijken naar het individu en de context, er is kennis over de normale en de abnormale
ontwikkeling, en er is veel samenwerking met andere disciplines. Beperkingen in deze
discipline zijn dat constructen soms abstract/moeilijk meetbaar zijn, een individu is meer dan
klachten (holistisch perspectief is belangrijk).
Psychologische functieleer
Diversiteit vindt de meeste aansluiting met deze discipline. Diversiteit binnen deze discipline
is verschillen tussen mensen, en daarmee bedoelen ze verschillen in hoe iemand op een
cognitieve taak scoort. Identiteit is niet echt een thema in deze discipline, dat heeft te maken
met de onderwerpen in deze discipline. Vraagstukken in deze discipline zijn vooral gericht op
cognitieve functies, en dan vooral de overeenkomsten en niet de verschillen. Er werden wel
eens onderzoeken gedaan naar verschillen tussen rassen en IQ en dat zorgde voor een slechte
reputatie van deze discipline. Methodes in deze discipline zijn verschillende tests, maar vooral
is belangrijk hoe de resultaten worden geïnterpreteerd. Een sterk punt in deze discipline zijn
dat de instrumenten die ze gebruiken kunnen niet echt beïnvloed worden, dus alles wordt heel
objectief gemeten. Een beperking in deze discipline is dat resultaten vaak niet goed worden
geïnterpreteerd en dat ze daar voorzichtiger mee moeten zijn.
Ontwikkelingspsychologie
In deze discipline wordt bij identiteit gekeken naar persoonlijke en sociale identiteit. Er is
interactie tussen biologie, persoon, en omgeving. Bij diversiteit wordt er gekeken naar
groepsverschillen en individuele verschillen. Vraagstukken in deze discipline zijn hoe zit de
toekomstige zelf van jongeren eruit en wat is de invloed van de omgeving, hoe heeft de
omgeving invloed op zelfbeeld ontwikkeling, hoe nemen biculturele jongeren hun eigen
biculturele achtergrond waar. Doelgroepen zijn kinderen (vanaf 8 jaar) en adolescenten en
groepen met culturele en etnische diversiteit. Methodes in deze discipline zijn vragenlijsten,
interviews, experimenten, longitudinale methoden, en focus groepen. Sterke punten in deze
discipline zijn er is interactie tussen persoon en omgeving over tijd, er is aandacht voor het
ontstaan van psychologische concepten, er is aandacht voor zowel typische als atypische
ontwikkeling, en er wordt uitgegaan van de behoeften van een kind. Beperkingen van deze
discipline zijn dat er minder systematisch onderzoek over onderliggende mechanismen en
omgevingsinvloeden is, en er wordt veel gebruik gemaakt van vragenlijkstonderzoek.
,Hoorcollege 1 (14 nov):
Identiteit
Identiteit is een subjectief
gevoel van de persoon die ik
“echt” ben en van gelijkheid en
continuïteit van zelf over tijd
en contexten. Het gaat om het
interpreteren van en betekenis
geven aan
levensgebeurtenissen. Identiteit
is een complex fenomeen, dus
kan je het psychosociale model erg goed gebruiken bij dit begrip. Identiteit wordt beïnvloed
door ontwikkeling, biologische en psychologische factoren, socioculturele factoren, en
historische factoren.
In deze cursus kijken we naar 5 disciplines. Persoonlijkheidspsychologie, ontwikkelingspsychologie,
cognitieve psychologie (psychologische functieleer), klinische psychologie, en sociale psychologie.
Vervolgens legt Jaap de disciplines uit, maar informatie daarover staat in het deel over de kennisclips.
Identiteitsvorming
Voor een volwassen identiteit zijn 2 stappen nodig, namelijk exploratie en commitment. Exploratie
houdt in dat de mens bestaande opvattingen in twijfel trekt en experimenteert met alternatieve
identiteiten en rollen. Commitment vindt plaats na de exploratie en houdt in dat het individu zich
identificeert met een bepaalde identiteit en in de bijbehorende rollen en taken begint te investeren.
, Hoorcollege 2 (21 nov):
Identiteit en de Diverse Mens Persoonlijkheidsleer
Persoonlijkheid
De definitie van persoonlijkheid is volgens Gordon Allport: dynamic organization within the
individual of those psychophysical systems that determine his characteristic behavior and
thought. Dit houdt in dat persoonlijkheid een systeem is van psychische en fysieke
eigenschappen van één specifiek persoon. Deze eigenschappen zijn op een dynamische
manier met elkaar verbonden en die bepalen hoe de persoon zich meestal voelt en gedraagt.
De levels van persoonlijkheid zijn trekken, motivaties en levensverhalen.
Trekken
Alledaagse worden om een persoon mee te beschrijven. Je kan deze trekken meten met
vragenlijsten waarop mensen zichzelf of anderen beschrijven. Met een factoranalyse kun je
kijken hoe deze beschrijvingen met elkaar samenhangen. Je hebt structuurmodellen van
trekken, namelijk de Big Five factoren (openness, conscientiousness, extraversion,
agreeableness, neuroticism) en de HEXACO factoren (Big Five + honesty/humility). Je hebt
ook persoonlijkheidstypes, en vroeger werden deze melancolic (zwarte gal), flegmatic
(spuug/snot), coleric (gele gal), sangvine (bloed). De typische aanname was dat biologische
systemen actiever zijn in sommige mensen en dit produceert een trek. Dit beeld is wel
achterhaald. Een moderne theorie (Eysenck) gaat ervan uit dat mensen verschillen in hun
opstijgend reticulair acteveringssyteem (ARAS) wat sensorische input naar de hersenen
reguleert. Extraverten zijn chronisch onderprikkeld, wat prestaties beperkt (Yerkes-Dodson-
wet), dit zorgt dat extraverten op zoek gaan naar simulatie.
Motivaties
Definitie van motivaties volgens McAdams is: more specific motivational, social-cognitive,
and developmental variables that are contextualized in time, situations, and social roles.
Voorbeelden zijn doelen, motieven, waarden, en interesses. De methodes om motivaties te
meten zijn vooral vragenlijsten, maar ook projectieve technieken, dagboeken en
experimenten. Je hebt de Big Three in motieven, namelijk affiliatie, prestatie, en macht.
Levensverhalen
De definitie van levensverhalen is volgens McAdams: internalized and evolving life stories
that reconstruct the past and imagine the future to provide a person’s life with identity (unity ,
purpose, meaning). Hierbij kun je onderzoeken waarover iemand iets verteld, wat voor
onderliggende thema’s er zijn, en wat de structuur van het verhaal is. Methodes zijn vaak
(gestructureerde) interviews die worden getranscribeerd, waarbij er vaak getrainde codeerders
met een bepaald schema werken.
Er zijn interacties tussen deze 3 lagen.
Interdisciplinair werken
Waarom interdisciplinair werken?
Menselijke gedrag begrijpen is moeilijk, door op
verschillende manieren ernaar te kijken zullen we het
beter begrijpen. De sleutel naar het begrijpen van
menselijk gedrag is diversiteit: theoretische