Samenvatting oplossingsgericht coachen
Vak: problemsolving modellen
Tentamen: open vragen tentamen
Hoeveel vragen: onbekend
Te bestuderen stof: hoofdstukken 1, 2, 3, 4, 5 en appendix
(en het boek „wat werkt‟ 6 hoofdstukken)
Hoofdstuk 1: aan de slag
Oplossingsgericht coachen: het betreft een specifieke vorm van gespreksvoering, met de bedoeling
cliënten te steunen en een goede start te geven bij hun zoektocht.
- praten over problemen creëert problemen, praten over oplossingen creëert oplossingen.
(Steve de Shazer)
- een ander belangrijk kenmerk: is dat oplossingsgericht coachen gebruik maakt van wat
cliënten zelf in de coachingsrelatie inbrengen. Ze beschikken namelijk al over vaardigheden,
ideeën en vele andere gereedschappen.
- Bij coaching gaat het om gebruik maken van bestaande hulpbronnen.
Oplossingsgericht paradigma: Bij mechanische problemen hoeven we slechts de oorzaak te
achterhalen om te weten wat we eraan kunnen doen. Dit wordt ook wel de oplossingsgerichte
paradigma genoemd en wordt ook omschreven als de moderne of structurele benadering.
- menselijke relaties zijn echter veel veranderlijker en minder voorspelbaar dan mechanische
problemen.
De herkomst van oplossingsgericht coachen
- de groep mensen rond Steve de Shazer en Insoo Kim Berg in Milwaukee waren op zoek naar
een effectieve en efficiënte therapievorm waarbij, anders dan traditionele therapieën, het niet
veel tijd zou vergen een oplossing te vinden of te creëren.
- Ze begonnen te experimenteren met wat zou kunnen werken en richten ze zich niet op de
oorzaak van het probleem.
- Met opzet richtten ze zich niet alleen op specifieke gevallen, maar accepteerden ze iedereen
die werd doorverwezen of binnenkwamen met werkelijke of ingebeelde levensproblemen.
- De Milwaukee-groep was vooral geïntereseerd in wat werkte (oplossingen) en niet in de
problemen die mensen in hun leven belemmerden.
- Het model werd op inductieve wijze ontwikkeld, dat wil zeggen dat het niet begon met een
theorie, maar met een inductief proces om te zien wat al dan niet werkte, en niet hoe het zou
moeten werken.
- Het team bleef observeren en leren, en keek vooral naar wat werkte
- Taal heeft een sleutelrol in het veranderingsproces
o Taal is het belangrijkste hulpmiddel in relaties en bij het verwezenlijken van
veranderingen
- Het team ontdekte dat als cliënten vaker spraken over de dingen die ze in de toekomst
hoopten te realiseren, ze steeds meer hoop kregen.
- Furman en Ahola maakten in dit verband onderscheid tussen praten over oplossingen en
praten over problemen.
De grondbeginselen van het oplossingsgerichte paradigma
- allereerst praten daarna moeten er ook gedragsveranderingen plaatsvinden
- voor het voeren van gesprekken zijn redelijk complexe vaardigheden nodig, naast
voortdurend veranderende strategieën, beslissingen en tactieken om bepaalde onderwerpen
te benadrukken en andere minder belangrijke terzijde te schuiven.
- Een luisteraar heeft net zoveel invloed op de aard van een gesprek als de spreker.
- Hieronder volgt een lijst met aannamen die is ontwikkeld door de Milwaukee-groep, die
hun werk en nieuwe technieken baseren op gezond verstand en een pragmatische
houding.
1. als het werkt laat het dan zo
2. als iets ooit effect had, doe het dan vaker
3. als het niet werkt, doe dan iets anders
1
, 4. verandering is constant en onvermijdelijk
5. de toekomst is onderhandelbaar en wordt geschapen
6. kleine oplossingen kunnen tot grote veranderingen leiden
7. problemen en oplossingen zijn niet altijd direct aan elkaar gerelateerd
o volgens het probleemoplossingsparadigma moet er een logisch en duidelijk
verband bestaan tussen problemen en oplossingen. Heel vaak is dat ook het
geval. Maar in veel situaties gaat deze redenering niet op.
o Soms kunnen oplossingen alsmaar niet werken, dan kan het een idee zijn om iets
heel anders te doen. Iets idioots werkt soms beter dan een logische en redelijke
oplossing
8. geen enkel probleem doet zich de hele tijd voor
o we kwamen erachter dat uitzonderingen verband hielden met verschillende
locaties, rollen, taken, mensen of zelfs verschillende momenten gedurende de
week
o iemand die lastig lijkt, kan in een andere sociale context een bijzondere vriend
zijn.
9. stel cliënten vragen, maar vertel ze niet wat ze moeten doen
o vragen stellen is een belangrijk communicatie-instrument
o vragen stellen is zowel een primaire communicatiemethode als een interventie
10. geef complimenten
o bekrachtigen wat cliënten al goed doen en erkennen hoe moeilijk hun problemen
zijn, zal cliënten tot verandering aanzetten en tegelijkertijd blijk geven van de
betrokkenheid van de coach.
Hoe mensen veranderen
- omdat het gaat over het veranderen van mensen, zullen we even moeten stilstaan bij de wijze
waarop veranderingen zich voltrekken.
- Mensen willen weten wat hun probleem is, al begrijpen ze dat nog niet voldoende om het te
kunnen veranderen
o Manieren van veranderen:
Veel mensen gaan ervan uit dat iemand van binnenuit verandert, dat er als
het ware interne veranderingen in gedachten en gevoelens plaatsvinden,
waarna gedragsverandering zal volgen
Maar mogelijk is het ook zo dat uiterlijke veranderingen innerlijke
veranderingen kunnen bewerkstelligen
o Beide benaderingen kunnen waar zijn, daardoor wordt je flexibeler, zodat we kunnen
werken met cliënten die geneigd zijn tot innerlijke verandering en cliënten die neigen
tot externe veranderingen
o We hebben het dus over interactie tussen lichaam en geest en interactie tussen
geest en lichaam. We willen benadrukken dat het gaat om die dualiteit.
o Gedragsveranderingen kunnen de oorzaak zijn van veranderingen van gevoelens,
terwijl veranderingen van gevoelens ook tot gedragsverandering kan leiden.
o Veranderingen in perceptie en cognitie kunnen ook leiden tot veranderingen in
gevoelens en gedrag.
o Door dit zo flexibel te benaderen, bereik je meer cliënten.
Aannamen over mensen
- het leven is niet altijd zo voorspelbaar
- we gaan er van uit dat cliënten:
o onder zeer moeilijke omstandigheden hun uiterste best doen
o zich hechten aan de ideeën die ze krijgen
o zich moreel juist, welgemanierd, beleefd en eerlijk willen gedragen en hun leven
willen verbeteren
o goed willen kunnen opschieten met anderen, zoals cliënten en collega‟s
o geaccepteerd willen worden en deel willen uitmaken van een groep
o hun eigen leven en dat van hun naasten willen verbeteren
o willen zorgen voor mensen die belangrijk voor hen zijn en door hen verzorgd willen
worden
o een waardevolle erfenis willen achterlaten en een positieve bijdrage aan de wereld
willen geven
2