Opgeloste examenvragen Genetica
(ik heb nog 10-tallen andere bestanden staan over genetica, bij overeenkomst wil ik deze ook doorsturen
contact: lien.staelens@hotmail.be)
1.is mutatie de drijvende kracht achter de evolutie
op zichzelf niet, alleen als andere krachten erop inwerken;
selectie → als sommige ouderdieren meer nakomelingen voortbrengen dan
anderen, door verschillende leefbaarheid of voortplantingsmogelijkheden
migratie
genetische drift → wijzigingen in allelenfrequenties die alleen te wijten zijn aan
toeval en niet voorspeld kunnen worden.
2.doet inteelt de frequentie van de recessieve allelen stijgen?
Nee, inteelt zorgt voor selectie tegen heterozygoten en verhogen frequentie
van homozygoten. Als er geen andere krachten optreden heeft inteelt geen
effect op de allelen frequentie, het zal wel het HW evenwicht verstoren
F(AA) = p2 + Fpq
F(Aa) = 2pq – 2 Fpq
F(aa) = q2 + Fp
het is dus wel nadelig, omdat de kans hoger is dat recessieve allelen in
homozygote toestand terecht komen, maar de frequentie zal niet veranderen.
3.De erfelijkheidsgraad voor de worpgrootte van een
pietrainpopulatie is 9%, leg uit indien men selecteert voor
worpgrootte, welke invloed heeft dit dan, heeft dit ook invloed op
andere pietrainpopulaties?en op andere varkensrassen?
Erfelijkheidsgraad is het aandeel van de fenotypische variatie van een
populatie die wordt veroorzaakt door genetische factoren. Het is met andere
woorden een reflectie van het aandeel van de genen en de milieufactoren op
het tot standkomen van een bepaald fenotype
Erfelijkheidsgraad in enge zin h²=VA/VP
Erfelijkheidsgraad in brede zin H²= VG/VP
→ de erfelijkheidsgraad voor een bepaald kenmerk is specifiek voor een
bepaalde populatie in een welomschreven milieu op het moment van de
meting
→ zegt dus niets over andere populaties of andere rassen
4.Kenmerk voor staart muis veruiterlijking alleen van een gen op
chromosoom 17. kruisingsproef staartlozexstaartloze → f1: 49
staartloos/ 22 staart. Terugkruising F1 staartloze x normaal → 44
staartloss/46 staart. Is dit dominant of recessief, en welk type
overerving.
T+ = wildallel voor staart.
T = allel voor geen staart.
T+T = korte staart.
T+T+ = staart.
TT = dood.
Het is dus een speciale vorm van pleitropie: T is dominant voor
, staartloosheid maar recessief voor leefbaarheid.
Het is een intermediaire overerving. Dieren hebben een dubbele T+ dosis
nodig om een normale embryonale ontwikkeling te hebben.
5.Verhouding is 3:1 in populatie lange oren:korte oren, is hieruit te
besluiten dat lange oren dominant is?
Nee want het is op populatieniveau. Dus misschien hebben die kortharig
een gelinkt ander gen waardoor hun vruchtbaarheid minder is dan die van
de langharige
6.Beinvloed genetische drift de allelfreq binnen een kanariepop
waarbij de startpop bestaat uit 25 oranje en 40 gele dieren en van elk
geslacht binnen elke kleurgroep evenveel dieren aanwezig zijn? Het
allel g (oranje) is recessief en G (geel) is dominant.
Genetische drift = wijzigingen in allelfrequenties die te wijten zijn aan het
toeval en niet voorspeld kunnen worden.
7.Vissenkweker zou graag groeisnelheid verbeteren door selecteren
op lichaamslengte bereikt op leeftijd 6 wk. Gem lichaamslengte v 6 wk
oude vissen is in de alg pop 10 cm. Selectie-experiment opgezet enkel
fokdieren die 12 cm lang waren op 6 wk. De gem lengte van die
nieuwe generatie vissen was 11cm. Wat is de erfelijkheidsgraad (in
enge zin) van de lichaamslengte op een leeftijd van 6 weken. Geef
advies aan de fokker over de haalbaarheid van zijn selectieplan om de
groeisnelheid te verbeteren.
R=h²S (of via h²= Va/Vp)
R= 11-10 =1
S= 12-10=2
h²= ½ = 0,5
De erfelijkheidsgraad zegt niets over de mate waarin een kenmerk genetisch is
bepaald. De erfelijkheidsgraad is een functie van de mate waarin genen
bijdragen bij het tot stand komen van een kenmerk. Er moet een duidelijk
onderscheid gemaakt worden tussen determinering van een kenmerk en de
determinering van de variatie van een kenmerk.
8.Japanse muizenstam gekarakteriseerd doordat de muizen
ongecoordineerde bewegingen maken. Deze beweging is waltzen
genoemd en is veroorzaakt door een recessief allel w. Het dominante
allel W geeft muizen met normale bewegingen. Onlangs nieuwe
recessieve muieuwe mutatie in een andere muizenstam aangetrofen
die een gelijkaardig fenotype veroorzaakt, tango genaamd. Het allel is
t. hoe ken men nagaan of het allen een nieuwe mutant is van het allel
of een mutant in een tweede gen T
Via de complementatietest, dit is een test waarbij homozygoten voor mutant 1
worden gekruist met homozygoten voor mutant 2. uit het fenotype van het
heterozygote nakomelingen kan vervolgens afgeleid worden of mutatie 1 en 2
tot hetzelfde gen behoren (allelisme) of tot 2 verschillende genen:
indien heterozygote nakomelingen een normaal fenotype vertonen ( er is
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper fahriebeest. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.