100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting Orgaansystemen hart&circulatie

Beoordeling
-
Verkocht
-
Pagina's
48
Geüpload op
03-03-2018
Geschreven in
2017/2018

Orgaansystemen Hart en circulatie biomedische wetenschappen Utrecht, periode 2 jaar 2. Hoorcolleges en zelfstudie uit het boek Silverthorn












Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Heel boek samengevat?
Onbekend
Geüpload op
3 maart 2018
Aantal pagina's
48
Geschreven in
2017/2018
Type
Samenvatting

Voorbeeld van de inhoud

Orgaansystemen Hart& Circulatie
Inhoud

Zelfstudie HC 1+2 ................................................................................................................................ 2
Functionele indeling circulatie ........................................................................................................ 2
Functionele anatomie hart .............................................................................................................. 3
Autonome activiteit hart+ excitatie/contractie koppeling .............................................................. 3
Algemene principes membraanpotentiaal ...................................................................................... 4
Principes spanningsgevoelige ionkanalen+ algemene principes actiepotentiaal ........................... 5
Specifieke principes hart actiepotentiaal ........................................................................................ 8
Verschillen SAN/Atrium/AVN/BB/Ventrikel+ activatievolgorde hart ............................................. 9
Gap junction .................................................................................................................................. 10
Regulatie ritme .............................................................................................................................. 10
ECG ................................................................................................................................................ 11
HC 1+2 ............................................................................................................................................... 13
Elektrische activiteit ...................................................................................................................... 14
Elektrocardiografie ........................................................................................................................ 18
Voorcollege hart ................................................................................................................................ 20
Voorbereiding anatomie practicum .............................................................................................. 20
Voorcollege hart en vaten ................................................................................................................. 22
Microscopische anatomie hart en vaten ....................................................................................... 22
Werkcollege 1 .................................................................................................................................... 26
Microscopie practicum ...................................................................................................................... 27
Practicum macroscopische anatomie van hart en vaten .................................................................. 27
Hart ................................................................................................................................................ 27
Vaten ............................................................................................................................................. 29
Zelfstudie HC 3+4 .............................................................................................................................. 30
Functionele hartcyclus................................................................................................................... 30
Cardiac output ............................................................................................................................... 31
Het vaatstelsel ............................................................................................................................... 32
HC 3+4 ............................................................................................................................................... 35
Pompfunctie .................................................................................................................................. 35
Cardiac output ............................................................................................................................... 36
Vaatstelsel ..................................................................................................................................... 39


1

, Werkcollege 2 .................................................................................................................................... 44
Vraag van vandaag ............................................................................................................................ 44
MTE.................................................................................................................................................... 47


Zelfstudie HC 1+2
Functionele indeling circulatie
Cardiovasculair systeem: hart, bloedvaten en bloed
Arteriën= bloedvaten die bloed van het hart weg vervoeren (slagaderen)
Venen= bloedvaten die bloed naar het hart toe vervoeren (aderen)
Kleppen in het hart zorgen dat de bloedstroom maar 1 kant op gaat




Septum verdeelt het hart in links en rechts
Elke harthelft bestaat uit een atrium en een ventrikel
Atrium ontvangt bloedvaten naar het hart
Ventrikel pompt bloed uit het hart de vaten in
Rechter harthelft ontvangt bloed van weefsel en pompt dit naar de longen
Linker harthelft ontvangt bloed van longen en pompt het naar het weefsel

Rechter atrium rechter ventrikel longslagader zuurstofopname in longen longader linker
atrium linker ventrikel aorta arteriën capillairen venen inferior/superior vena cava
(onderste/bovenste helft lichaam) rechter atrium

Systemische circulatie= bloedvaten tussen hart en weefsel
Longcirculatie= bloedvaten tussen hart en longen
Portaalsystemen:
- Poortader tussen darmen en lever
- Nieren


2

, - Hypothalamus – voorkwab hypofyse

Functionele anatomie hart
Figuur 14.5
Pericardium= zak rondom het hart
Myocardium= hartspier
Aorta en longslagader: bloed van hart naar weefsel/longen
Venae cavae en longader: bloed van weefsel/longen naar hart
Coronaire arteriën en venen= krans(slag)aderen voorzien
hartspier van bloed
Eerst trekken arteriën tegelijk samen, daarna ventrikels

Atrioventriculaire (AV) kleppen: tussen atria en ventrikels
- Verbonden met chordae tendineae (=peesdraden)
aan ventrikel kant. Klep beweegt passief door
bloeddruk
• Rechter AV klep bestaat uit 3 slipkleppen: tricuspidale
klep
• Linker AV klep bestaat uit 2 slipkleppen: bicuspidale
klep (mitralisklep)

Semilunaire kleppen/ halvemaanvormige kleppen: tussen ventrikels en arteriën
• Aorta klep= tussen linker ventrikel en aorta
• Longklep= tussen rechter ventrikel en longslagader
 Voorkomen terugstroom van bloed

Autonome activiteit hart+ excitatie/contractie koppeling
1% van myocard kan spontaan actiepotentialen genereren, zonder signaal van buitenaf de rest is
contractiel
Het signaal voor myocardiale contractie komt van autoritmische cellen (pacemakers,
gespecialiseerde myocardiale cellen)

Hartspiervezels:
- Kleiner dan skeletspiercellen en maar 1 kern per vezel
- Vormen netwerk met elkaar met glanslijnen: desmosomen en gap junctions
- Gap junctions verbinden hartspiercellen elektrisch gezien met elkaar
- T-tubuli zijn groter
- SR is kleiner
- Mitochondria nemen 1/3 van het celvolume in (2x zoveel O2 nodig tov andere cellen)

Actiepotentiaal wordt geïnitieerd door pacemakercellen en verspreidt naar contractiele cellen door
gap junctions
1. Actiepotentiaal komt aan bij contractiele cel en beweegt over sarcolemma in de t-tubuli
opent spanningsafhankelijke L-type Ca2+ kanalen in het celmembraan
2. Ca2+ komt de cel in door deze kanalen, mee met de elektrische gradiënt
3. Ca2+ opent ryanodine receptor Ca2+ afgifte kanalen (RyR)
Deze excitatie-contractie koppeling (EC-koppeling) wordt ook wel Ca2+ -induced Ca2+ release (CICR)
genoemd
4. Als RyR kanalen openen opgeslagen Ca2+ stroomt uit SR, het cytosol in
5. Meerdere Ca2+ ‘vonken’ van verschillende RyR kanalen zorgen voor een Ca2+ signaal
6. Ca2+ bindt aan troponine en initieert een cyclus van crossbridge vorming en beweging

3

, 7. Wanneer de Ca2+ concentratie in het cytosol weer daalt, laat het los van troponine
myosine laat actine vrij en de filamenten gaan terug naar ontspannen positie
8. In skeletspiercellen: Ca2+ terug opgenomen in SR met Ca2+-ATPase
9. In hartspiercellen wordt Ca2+ verwijderd door Na+-Ca2+ exchanger (NCX)
10. 1 Ca2+ wordt tegen zijn elektrochemische gradiënt de cel uit gepompt in ruil voor 3 Na+,
natrium wordt weer verwijderd door Na+-K+-ATPase
SERCA pompt Ca2+ terug het SR in
Hoe meer Ca2+ in het cytoplasma, hoe krachtiger de samentrekking

Algemene principes membraanpotentiaal
Membraanpotentiaal= intra- en extracellulaire vloeistof (ICF/ECF) zijn elektrisch niet in evenwicht
door ongelijke verdeling van elektrische lading (ionen)
ICF: veel kalium en grote negatieve ionen
ECF: veel natrium en chloride
De celmembraan dient als insulator die voorkomt dat ionen vrij kunnen bewegen tussen ICF en ECF
Water kan wel vrij over het membraan om de osmotische waarde gelijk te houden
Evenwichtspotentiaal (Eion)= membraanpotentiaal die de concentratiegradiënt tegengaat Nernst-
vergelijking
Eion (mV)= 61/z log ([ion]uit/[ion]in) z= lading van ion 61= 2,303 RT/F bij 37 graden
ICF is negatief tov ECF
Het membraanpotentiaal ligt dichter bij EK dan ENa omdat de celmembraan 40x permeabeler is voor
K+. Door Na+ dat de cel in lekt toch iets minder negatief
Naar binnen gelekte Na+ wordt door de Na+-K+-ATPase de cel uit gepompt, waarbij naar buiten
gelekte K+ de cel in gepompt wordt (3 Na voor 2 K)
Depolarisatie= membraanpotentiaal minder negatief
- Na of Ca de cel in
- K in cel
Repolarisatie= terug naar rust membraanpotentiaal
Hyperpolarisatie= membraanpotentiaal negatiever (schiet door na repolarisatie)
- Cl de cel in
- K de cel uit




4
€6,49
Krijg toegang tot het volledige document:

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten

Maak kennis met de verkoper
Seller avatar
Veravanw
1,5
(2)

Ook beschikbaar in voordeelbundel

Thumbnail
Voordeelbundel
Orgaansystemen
-
1 5 2018
€ 25,95 Meer info

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
Veravanw Universiteit Utrecht
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
11
Lid sinds
8 jaar
Aantal volgers
8
Documenten
49
Laatst verkocht
2 jaar geleden

1,5

2 beoordelingen

5
0
4
0
3
0
2
1
1
1

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen