JURISPRUDENTIEOVERZICHT INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT
Arrest Onderwerp Toelichting
ROME II
1. Ski-ongeval in Oostenrijk Uitzondering Erfolgsort (art. 4 Chantal (10) kwam uit Nederland en viel in Oostenrijk uit een skilift. In haar val nam ze diverse mensen mee, waaronder
lid 2 Rome II) mevrouw Kol, ook woonachtig in Nederland. Zij leed schade en sprak Chantal en haar ouders daarop aan. Dit valt niet
onder het Haags Verkeersongevallenverdrag, omdat het niet over gemotoriseerde voertuigen gaat. Volgens het
Erfolgsort, zou het Oostenrijks recht van toepassing zijn, omdat Oostenrijk het land is waar de schade is ontstaan.
Echter, hier geldt de uitzondering van artikel 4 lid 2 Rome II waardoor Nederlands recht van toepassing is. Dit artikel
bepaalt namelijk dat wanneer degene die schade lijdt als degene die hiervoor aansprakelijk is in hetzelfde land wonen,
dat dan dát land het toepasselijke recht bepaalt.
2. Schulte/Deutag Accessoire aanknoping (art. 4 Artikel 4 lid 3 Rome II bepaalt dat wanneer uit de onrechtmatige daad blijkt dat er een kennelijke nauwere band is met
lid 3 Rome II) een ander land dan dat lid 1 en 2 voorschrift, dan is het recht van dat andere land van toepassing. Een kennelijk nauwere
band met een ander land kan met name berusten op een reeds eerder bestaande, nauw met de OD samenhangende
betrekking tussen de partijen, zoals een overeenkomst. In dit arrest is bepaald dat wanneer hier een beroep op gedaan
wordt, dat het daadwerkelijk moet gaan om dezelfde partijen. Dus zowel de eerdere overeenkomst als de onrechtmatige
daad moeten dezelfde partijen treffen. Dit staat niet zo expliciet geformuleerd in dit artikel.
3. Lazar Rome II onrechtmatige daad In beginsel geldt dat het toepasselijk recht, het recht van het land is waar de schade zich voordoet, ongeacht de plaats
waar de indirecte gevolgen zich voordoen. In dit arrest ging het om een verkeersongeluk in Italië met dodelijke afloop
waaruit schade is ontstaan. De vader van het slachtoffer, afkomstig uit Roemenië, stelt een vordering voor affectieschade
voor de Italiaanse rechter. Hij leidt schade in Roemenië. De affectieschade is een indirect gevolg van de schade,
waardoor het Italiaanse recht van toepassing is, omdat dat de plaats is waar de schade is ontstaan.
4. A/Dahabshiil Transfer Materieel toepassingsgebied Volgens artikel 1 lid 2 onder g Rome II zijn smaad-vorderingen uitgesloten. Dahabshiil maakt het mogelijk om met een
Services Rome II (smaad) mobiele telefoon geld te sturen naar het buitenland. A had deze website beschuldigd van terrorisme, aanzetten tot moord
en andere strafbare feiten. Dit vond Dahabshiil niet leuk en vond dat er sprake was van smaad. Volgens HR valt dit
buiten het bereik van Rome II. Het gaat om een botsing van fundamentele rechten, namelijk het recht op privacy en de
vrijheid van meningsuiting. Hierdoor moeten we terugvallen op artikel 10:159 BW. Dit artikel geeft aan dat, ondanks de
smaad-vordering buiten het toepassingsbereik van Rome II valt, de bepalingen van Rome II toch van overeenkomstige
toepassing zijn. HR viel daarom terug op artikel 4 Rome II (onrechtmatige daad). Bij grensoverschrijdende belediging via
het internet is het toepasselijke recht, het recht van het land waar de schade wordt geleden.
5. VKI/Amazon Art. 6 Rome I en Rome II Dit is een arrest waarbij een Oostenrijkse consumentenorganisatie (VKI) een verbodsactie had ingesteld tegen Amazon.
(consumentenovereenkomsten Volgens VKI had Amazon in de algemene voorwaarden bepalingen opgenomen die in strijd zouden zijn met de regels
) omtrent oneerlijke bedingen. Er stond namelijk het volgende in: Van toepassing is het Luxemburgse recht met uitsluiting
van het Verdrag der Verenigde Naties inzake internationale koopovereenkomsten betreffende roerende zaken (CISG) =
Weens Koopverdrag.
Artikel 6 Rome I bepaalt welk recht van toepassing is op een consumentenovereenkomst waarmee de consument wordt
beschermd. Bovenstaande bepaling is in strijd met de consumentenbescherming. Omdat tussen VKI en Amazon geen
overeenkomst bestond, moest uitgeweken worden naar artikel 6 van Rome II. Er wordt schade geleden in Oostenrijk
waardoor het Oostenrijks recht van toepassing is op de verbodsactie. Hierna wordt bekeken of het beding oneerlijk is. Dit
is het geval, omdat het de indruk wekt dat het recht van Luxemburg van toepassing is, terwijl de bescherming van artikel
6 Rome II niet blijkt. Naar aanleiding van dit arrest is de betreffende tekst in de algemene voorwaarden aangepast, zodat
1
, het in overeenstemming is met Rome I.
6. ZK/BMA Materieel toepassingsgebied De curator van BMA wilde de grootmoedervennootschap van BMA aansprakelijk stellen, omdat het de financiering
Rome II (art. 4 Rome II) (lening) van BMA Nederland van de een op de andere dag heeft opgezegd. BMA Nederland moest opeens het geleende
geld terugbetalen waardoor er een faillissement volgde. Om te beoordelen of er hierdoor sprake was van een
onrechtmatige daad vallend onder Rome II of van een uitzondering zoals genoemd in artikel 1 lid 2 onder d, moet er
onderscheid gemaakt worden tussen de enerzijds uit de betrekking bestuur-vennootschap voortvloeiende specifieke
zorgplicht (uitzondering artikel 1 lid 2 onder d) en anderzijds een algemene zorgplicht jegens eenieder (valt wel onder
Rome II). Hierover heeft HvJ EU zelf geen oordeel gegeven. Uiteindelijk is de zaak geschikt.
De schuldeisers van BMA Nederland die schade leiden hebben indirecte schade. Het land waar de schade zich voordoet
is het land waar de vennootschap is gevestigd die geen verhaal biedt voor de schade die zijn schuldeisers leiden. In dit
geval dus Duitsland.
Voor accessoire aanknoping moet er sprake zijn van een betekenisvolle band. Artikel 4 Rome II moet aldus worden
uitgelegd dat het recht dat van toepassing is op de verplichting tot schadeloosstelling uit hoofde van de zorgplicht die rust
op de grootmoedermaatschappij van een failliete vennootschap, in beginsel het recht is van het land waar deze
vennootschap is gevestigd, ook al is het bestaan van een tussen deze twee vennootschappen gesloten
financieringsovereenkomst, waarin een forumkeuze is opgenomen, een omstandigheid waardoor kennelijk nauwere
banden met een ander land in de zin van lid 3 kunnen worden vastgesteld.
INTERNATIONAAL BEVOEGDHEIDSRECHT
7. Kalimijnen Art. 7 Rome II bij milieuschade In de Kalimijnen in Frankrijk was zout geloosd in de Rijn. De Rijn is een rivier die in de richting van Nederland stroomt.
(Handlungs- en Erfolgsort) Nederlandse tuinders pompten het water uit de Rijn op om hun gewassen mee te besproeien. Omdat het water zo zout
was, beschadigde de gewassen waardoor de tuinders schade opliepen. Wat is het relevante aanknopingspunt om te
bepalen waar de schade is geleden? Is dat in Frankrijk, de plek waar het zout is geloosd (Handlungsort) of is dat
Nederland, de plek waar de schade wordt geleden (Erfolgsort). Volgens Rome II zou dit het Erfolgsort moeten zijn, de
plaats waar de schade zich voordoet, maar hierop is een uitzondering opgenomen in artikel 7 Rome II. In het geval van
milieuschade kan de persoon die schadevergoeding wil vorderen namelijk kiezen tussen het Handlungsort en het
Erflogsort.
8. Dumez Art. 7 lid 2 Brussel I Bis Als de werkgever schade leidt door een ongeluk van zijn werknemer, is dit aan te merken als indirecte schade. Dit is dus
niet van invloed op de rechtsbevoegdheid van de rechter.
9. Marinari Rome II Onrechtmatige daad Een Italiaan had bij een bank in Manchester orderbriefjes gedeponeerd. Een orderbriefje is een handelsdocument waarin
een schuldenaar onvoorwaardelijk belooft te betalen aan een welbepaalde persoon. Deze orderbriefjes waren exotisch
van aard, waardoor de bank weigerde de orderbriefjes aan Marinari terug te geven. Marinari werd vervolgens
gearresteerd, maar wordt van rechtsvervolging ontslagen. Hij stelt schade te hebben geleden en stelde daarop een
vordering in bij de Italiaanse rechter. Hij woonde in Italië en stelde daar schade te hebben geleden. HvJ stelde dat dit niet
zo ruim moest worden opgevat en oordeelde dat het toepasselijke recht niet het Italiaanse, maar het Engelse recht is. De
bank bevond zich namelijk in Manchester.
10. Universal Music Rome II Onrechtmatige daad Universal Music wilde een Tsjechische platenmaatschappij overnemen. De verkoopprijs voor de aandelen was door een
door Universal Music ingeschakeld advocatenkantoor per abuis vervijfvoudigd. De aandeelhouders van de Tsjechische
platenmaatschappij wilde Universal aan deze prijs houden. Uiteindelijk hebben partijen hierin een schikking getroffen.
2