Wat is sociologie: Alles wat wij zien; de samenleving.
In het algemene het bijzondere zien.
Alles is anders, maar ook een beetje hetzelfde (onderliggende patronen zien)
Systematisch wetenschappelijke manier om de samenleving te bestuderen.
Voordelen: Empowering, (h)erkenning, begrip, debunking
Nadelen: Alles verandert altijd, sociologen moeilijk balans tussen distantie en betrokkenheid,
sociologie wordt deel van maatschappelijk debat.
C.W. Mills: sociale problemen vs ‘personal troubles’.
Verfijnd door Schuyt (6 criteria).
Sociologische verbeelding (C.W. Mills) = verder kijken dan je eigen directe omgeving.
- Bewust worden van hoe de samenleving werkt.
- Kritisch kijken naar wat voor vanzelfsprekend wordt aangenomen.
- Sociologie vs. de “common sense” (Zygmunt Bauman)
Sociologische bevindingen zijn in mensentaal!!
1. Responsible speech
2. Size of the field
3. Making sense
4. Defamiliarize
Sociologisch probleem: logisch probleem/ wat en waarom, ‘objectief’.
Sociaal probleem: waarderingskwesties/ handelingskwesties, we moeten er zelf iets aan doen.
Men vindt dat het anders moet.
3 niveaus sociologie: Micro (familie, vrienden), meso (bedrijven, uni), macro (landen,
continent).
Psychologie vs. sociologie:
- Psychologie zoekt problemen in individu (binnen psyche)
- Sociologie zoekt problemen in maatschappij (buiten psyche)
P-T-O (empirische cyclus)
P: Probleem
T: Theorie
O: Onderzoek
Klopt het niet? Nieuwe vraag! (Cyclus)
Hoofdvragen sociologie:
1. Rationaliseringsprobleem (Weber)
2. Ongelijkheidsprobleem (Marx)
3. Cohesieprobleem (Durkheim)
Hoofdvragen nodig om orde te scheppen in de chaos (I) en om te leren van antwoorden op
vergelijkbare vragen (II).
Hoorcollege 2
Sociologie = vragen stellen!!
Spelregels van sociologische problemen:
I. Wat en waarom vragen
II. Gestructureerd
- vraag goed en duidelijk formuleren
- vaak ook een vorm van vergelijken
, III. Precies en ondubbelzinnig
- helder formuleren
IV. Terechte/ ware vragen
- niet een vraag stellen als een feit.
- eerst een wat-vraag en dan een waarom-vraag (juiste volgorde)
V. Specifieke volgorde:
1. Beschrijvingsvraag (wat is het geval?)
2. Trend- en of vergelijkingsvraag (wat in vergelijking met?)
3. Verklaringsvraag (waarom is dit het geval?)
4. Toetsingsvraag (is het daarom het geval?)
5. Toepassingsvraag (leidt dit beleid tot die uitkomst?)
Je kunt vaak delen van de vraag beantwoorden, dus meerdere “onderzoeken”.
Spelregels theorie:
Theorie = een voorlopig antwoord op een waarom-vraag.
Theorie moet getoetst worden om meer waar te zijn.
2 componenten: 1) Wetmatigheid = W
2) Conditie = C
Voorbeeld: Waarom verdienen mannen meer dan vrouwen?
Theorie/ verklaring: - omdat mannen hoger opgeleid zijn = Conditie
- én hogere opleiding leidt tot hoger inkomen = Wetmatigheid
Conceptueel model: Een conceptueel model, conceptueel raamwerk of onderzoeksmodel is
een visuele weergave van de variabelen en de veronderstelde relaties hiertussen die je
onderzoekt.
Armoede (X) Ongelijkheid (Y)
Ongelijke
kansen (Z)
- Handig wanneer de complexiteit toeneemt.
Verklaringsschema: Een bepaalde conditie en theorie zorgt voor het kunnen stellen van een
hypothese.
Van verklaring naar voorspellen: Theorie (W+C) Hypothese (= voorspelling)
+H
Bv. Mannen (X)* Salaris (Y)
+W
+C
Opleiding (Z)
Regel theorie: Gebruik het deducatief model.
Twee manieren van redeneren:
Inductie: Inductie is het redeneren van het bijzondere naar het algemene. Men komt tot
een algemene regel door empirisch onderzoek. Als voorbeeld: In een klas wordt
geobserveerd hoeveel leerlingen een telefoon hebben.
“De eerste leerling heeft een telefoon.”
“De tweede leerling heeft een telefoon.”
“De laatste leerling heeft een telefoon.”
Conclusie: Alle leerlingen in de klas hebben een telefoon.
(D.m.v. observaties zelf een theorie opstellen)
Deductie: Het deductief redeneren wordt beschouwd als het logisch redeneren. Het is
het redeneren van het algemene naar het bijzondere. Een bekend voorbeeld hiervan is
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper bibi3. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,19. Je zit daarna nergens aan vast.