Colleges bestuurs(proces)recht I
College 1: plaats en structuur AWB 05-09-2023
Introductie
De grootmoeder van Floris-Jan is overleden. Zij heeft hem een 24-karaats gouden ring nagelaten,
waarvan F-J een automobiel heeft aangeschaft en waarmee hij zich naar haar begrafenis in het kleine
dorpje spoedt. Wat een mazzel dat hij kortgeleden zijn rijbewijs heeft behaald want met openbaar
vervoer had hij het nooit gered. Bij gebrek aan parkeerruimte stalt F-J de bolide maar even op de
stoep. Het werd een sfeervolle dienst in het monumentale kerkje dat onlangs met veel geld was
opgeknapt. Na de teraardebestelling ziet F-J tussen de ruitenwissers een vette parkeerbon vrolijk
wapperen. Alsof het geld hem op de rug groeit met de huidige studiefinanciering! Zijn luidkeelse
tirade en verwensingen doen de verantwoordelijke parkeerwachter op de schreden terugkeren en
deze verzoekt F-J om zich te legitimeren. Hoewel F-J het eerste jaar van zijn rechtenopleiding aan de
Radboud Universiteit met vlag en wimpel heeft behaald – het BSA nominaal – kan hij zich niet
inhouden en voegt de parkeerwachter het bekende adagium toe: Ach man, ga toch boeven vangen!
wat is bestuursrechtelijk?
- Rijbewijs, haal je op bij de gemeente, want die geeft ze af. CBR levert verklaring omtrent
rijvaardigheid af en gemeente checkt of je die verklaring hebt.
- Opknappen monumentaal kerkje
- Fout parkeren APV en dan Parkeerbon van boa=toezichthouder.
- Parkeerwachter die meneer vraagt zich te legitimeren
- BSA is sinds dit jaar een AWB besluit geworden
Grens privaatrecht en bestuursrecht? Bestuursrecht bestaat uit de 3 B’s: besluit, belanghebbende,
bestuursorgaan. Bestuursrecht is publiek, dus tussen overheid/bestuursorgaan en burger.
Privaatrecht is tussen burger en burger. Als je op basis van een wet een bijzondere bevoegdheid krijgt
dan heb je ws te maken met een bestuursrechtelijke omgeving.
Thema van vandaag:
- Structuur en plaats van de Algemene wet bestuursrecht in het bestuursrecht
- Wat kunnen we over dit thema zeggen als we de lotgevallen van Floris-Jan bekijken?
- Wat is de verhouding tussen algemeen deel en bijzonder bestuursrecht?
- Wat is belangrijker? hoe bepaal je dat? Hoe kom je daar achter?
Verhouding algemeen-bijzonder
- Komst van de Awb Grondwetsherziening 1983: Artikel 107 Grondwet
1. De wet regelt het burgerlijk recht, het strafrecht en het burgerlijk en strafprocesrecht
2. De wet stelt algemene regels van bestuursrecht vast.
- Startwerkgroep Awb bouwen, onder voorzitterschap van staatssecretaris M. Scheltema
(ingesteld bij besluit 19 mei 1982, Stcrt. 107)
- Voorstel (28 oktober 1982): vorm een cie(= commissie) olv een “regeringscommissaris voor
de algemene regels van bestuursrecht”
- KB 8 september 1983, Stb. 1983, 417 instelling van Cie wetgeving algemene regels van
bestuursrecht (Warb) olv prof. mr. M. Scheltema
- Tranches vanaf 1 januari 1994
- Instellingsbesluit Warb ingetrokken per 22 januari 2019 Scrt. 2019/3446
- Eervol ontslag voor de regeringscommissaris per 8 februari 2019
,Wat bracht de Awb?
- De Awb werkt (met oog op het ‘bijzonder deel’) met verschillende soorten regels:
Regels die de standaard zijn voor het gehele bestuursrecht (bijv. art. 1:2 Awb)= dwingend
recht
Regels voor normale gevallen, tenzij… (bijv. art. 4:1 Awb)= regelend recht
Rest- of vangnetbepalingen (bijv. art. 4:13 Awb) = aanvullend recht
Op afroep beschikbare procedures (bijv. art. 3:10 lid 1 Awb e.v.) = facultatief recht wet
schrijft procedure voor of bestuursorgaan neemt besluit om die procedure te volgen
- Is de Awb belangrijk? Ja zeker wel: deze vormt een algemene systeemwet voor het
bestuursrecht met algemene begrippen, normen en regels maar:
De Awb bevat nagenoeg geen bevoegdheidstoebedeling
De bijzondere wet kan echter altijd afwijken van de algemene Awb!
Verhouding Awb en bijzondere delen bestuursrecht:
- Verhouding van evenwicht, maar wel met voorrang. Je begint altijd met kijken naar het
bijzonder deel. Waarom? Omdat dat deel mag afwijken van de Awb. Ook ligt in die bijzondere
wet de bevoegdheidsgrondslag.
- Start in de bijzondere regeling met de bevoegdheidsvraag: welke soort bevoegdheid? Welk
orgaan? Welk normatief kader?
- Dan kijk je naar de procedurevraag in het bijzondere deel zijn er nog bijzondere regels tav
procedure zoals termijnen, bijzondere rechtsgang
- Let op: bijzondere delen kennen ook hun bijzondere algemene regels. Denk aan de Awr,
Wabo en onderwijswet.
- Vervolgens kijk je wat er uit de Awb van toepassing is. Let daarbij op de gelaagde structuur
van de Awb.
- De verhouding tussen Awb en Bijzondere wetten is dus verraderlijk en zeer complex.
Hoe werkt systeem Awb:
- Gelaagde opbouw van algemeen naar bijzonder
- Materieel deel: H2,3,4,5
- Formeel deel: H6,7,8
- In die delen zijn de bepalingen opgebouwd van algemeen naar steeds bijzonderder
Actueel bestuursrecht:
- Functie bestuursrecht:
Besturen betekent uitoefenen van macht doel is ordening tot samenleving. Het
bestuursrecht biedt instrumenten tot ordenen en waarborgen tegen macht
Tussen ordenen samenleving en waarborgen macht heerst spanning
Ordening samenleving is van algemeen beland en vereist afweging individuele posities. Het
algemeen belang is het resultaat van belangenafweging
- Klassiek: trias politica: wetgever maakt regel, rechter biedt bescherming, bestuur voert regels
uit. Is dit plaatje niet aan het veranderen?
- Uitvoering van bestuur is complex geworden. Bestuur moet efficient en doelgericht zijn, want
je moet dingen bereiken. Bestuur moet ook behoorlijk zijn. Het moet ook nog leiden tot
legitimiteit. Je moet dus met heel veel facetten rekening houden
- Zijn tegenwoordig ook veel crisis. Resultaat boeken is voor bestuur heel moeilijk.
, Crisis trekt een wissel op belangenafweging. Je moet daadkrachtig optreden en kunt dus niet
alle belangen meer afwegen. De instrumentaliteit gaat dan boven de waarborgfunctie. Dit
verlangt vertrouwen in het bestuur, want dat is de compensatie voor de hiaten in de
waarborgfunctie. Vertrouwen is in NL ver te zoeken. Nl vertrouwt haar overheid niet meer.
Vooral de toeslagenaffaire is hier een oorzaak van.
Toeslagenaffaire:
- Veel kwetsbare gezinnen in de afwikkeling van de toeslagen zijn vreselijk in de knel gekomen
en de afhandeling duurt veel te lang. Er is dus een groot maatschappelijk effect, maar wat is
de juridische analyse? Hoe zit het bestuursrechtelijk in elkaar?
Perfect storm ieder aspect afzonderlijk is onschadelijk, maar de combinatie van die
aspecten is dodelijk. Aspecten waarop het misging:
1. Het systeem van toeslagen als zodanig is per definitie een pervers systeem, want het is
tekenen bij het kruisje en je krijgt geld en later wordt uitgezocht of je er recht op had.
2. Spijkerharde wetgeving in artikel 26 Awir
3. Uitvoering door de belastingdienstautomatisering: gebruik van discutabel risicomodel
en zelflerende algoritmen
4. Vanaf 2010 volgt de bestuursrechter de strikte uitleg van de wetgeving. Pas in 2019 een
ommezwaai
- Juridisch gezien zit er dus niet zoveel fout, maar in de combinatie ontstaat er een
maatschappelijk probleem en dat probleem wordt de aanjager van juridische veranderingen.
De wetgevende macht maakt excuses, stelt commissie en parlementaire enquete in en is
weinig reflectief
Rechterlijke macht beidt excuses aan
Uitvoerende macht: probeert dossier te behandelen maar lukt niet
Leidt tot een verscheurde trias en dat draagt niet bij aan vertrouwen in de overheid
Deel 2: deelnemers aan het bestuursrecht
College 2: Bestuursorganen 12-09-2023
Bestuursorgaan. Art. 1:1 Awb:
a. Een orgaan van een rechtspersoon die krachten publiekrecht is ingesteld, of
b. Een ander persoon of college, met enig openbaar gezag
- Hebben dus a-organen & b-organen
- Kwalificatie: je begint bij a. als het a niet is dan kijk je naar b. als b het ook niet is dan is het
geen bestuursorgaan. Een b orgaan is nooit een a orgaan en vice versa
Een a-orgaan:
- Een orgaan van een rechtspersoon die krachten publiekrecht is ingesteld
- A-orgaan is verbonden met een bepaalde rechtsvorm. Een rechtspersoon die krachtens
publiekrecht is ingesteld. je moet dus eerst kijken of je met zo’n publiekrechtelijke
rechtspersoon te maken hebt. Waar vindt je die?
Artikel 1 boek 2 BW: publiekrechtelijke rechtspersonen
Artikel 3 boek 2 BW: privaatrechtelijke rechtspersonen = limitatieve opsomming is dus
nooit een a-orgaan’
, - Dus kijken naar artikel 2:1 BW of je te maken hebt met een publiekrechtelijke rechtspersoon
Artikel 2:1 BW: publiekrechtelijke rechtspersonen:
1. De Staat, de provincies, de gemeenten, de waterschappen, alsmede alle lichamen waaraan
krachtens de Grondwet verordenende bevoegdheid is verleend, bezitten rechtspersoonlijkheid.
2. Andere lichamen, waaraan een deel van de overheidstaak is opgedragen, bezitten slechts
rechtspersoonlijkheid, indien dit uit het bij of krachtens de wet bepaalde volgt.
3. De volgende artikelen van deze titel, behalve artikel 5, gelden niet voor de in de voorgaande leden
bedoelde rechtspersonen
- verschil lid 1 en 2: in het eerste lid wordt rechtspersoonlijkheid toegekend aan de
organisaties die daar genoemd staan. De rechtspersoonlijkheid vloeit rechtstreeks voort ui lid
1. Het tweede lid zegt alleen maar dat je bij bijzondere wet ook rechtspersoonlijkheid kan
toekennen en als je dat doet dan wordt deze publiekrechtelijk.
- Wat betekent het als je a-orgaan bent? Dat het BW niet van toepassing is, maar je bent wel
voor het privaatrecht een rechtssubject. Lid 3
- “alle lichamen waaraan krachtens de GW verordenende bevoegdheid is verleend”
raadselachtige bepaling. Aan een lichaam wordt nooit een bevoegdheid toegekend in het
publiekrecht. Heeft te maken met legaliteit. Bevoegdheden worden alleen toegekend aan
organen in het publiekrecht. De publiekrechtelijke vertaling:
Openbaar lichaam
Orgaan met verordenende bevoegdheid
Voorbeelden rechtspersonen 2:1 lid 1 BW:
- Nederlandse beroepsorganisatie van accountants:
openbaar lichaam art. 2, eerste lid, Wet op het accountantsberoep
verordenende bevoegdheid ledenvergadering art. 19 Wet op het acc.beroep
- Nederlandse loodsencorporatie
openbaar lichaam art. 6, eerste lid, Loodsenwet
verordenende bevoegdheid ledenvergadering art. 15 Loodsenwet
- Koninklijke notariële beroepsorganisatie
openbaar lichaam art. 60 Wet op het notarisambt
verordenende bevoegdheid ledenraad art. 69 Wet op het notarisambt
- Nederlandse Orde van Advocaten
openbaar lichaam art. 17, eerste lid, Advocatenwet
verordenende bevoegdheid college van afgevaardigden art. 28 Advocatenwet
- Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders
openbaar lichaam art. 56 Gerechtsdeurwaarderswet
verordenende bevoegdheid ledenraad art. 65 Gerechtsdeurwaarderswet
Rechtspersonen artikel 2:1 lid 2 BW:
“Andere lichamen, waaraan een deel van de overheidstaak is opgedragen, bezitten slechts
rechtspersoonlijkheid, indien dit uit het bij of krachtens de wet bepaalde volgt” concrete
toekenning
- Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, art. 2, tweede lid, Wet structuur
uitvoeringsorganisatie werk en inkomen