Leerdoelen hoorcolleges
Week 1
HC1 Diabetes Mellitus en farmacologie
De student herkent de preventie, oorzaken, diagnose, symptomen, vormen,
behandeling, prognose en epidemiologie van de verschillende vormen van DM.
Diabetes mellitus (DM) is de meest voorkomende endocriene aandoening.
- Diabetes mellitus Type 1
o Auto-immuniteit tegen ß-cellen van de pancreas
Antistoffen maken die cellen kapot, daardoor steeds minder insuline
productie
o Absoluut insuline tekort, altijd insuline gebruiken
- Diabetes mellitus Type 2 / Metabool syndroom
o Resistentie van lichaam tegen insuline
o Aanvankelijk teveel aan insuline, later relatief tekort aan insuline
DM type 1 DM type 2
Beginleeftijd Doorgaans kinderjaren Volwassenheid en latere
leven
Lichaamsgewicht bij begin Normaal tot laag Zwaarlijvig
Optreden van symptomen Weken Maanden/jaren
Hoofdzakelijk oorzaken Auto-immuun Obesitas, gebrek aan
lichaamsbeweging
Insulinebehoeften In 100% van de gevallen Tot 20% van de gevallen
Ketonurie Ja Neen
Complicaties bij diagnose Neen Tot 25%
Erfelijke factoren Zelden Veel voorkomend
Preventie:
- Gezond eten
- Voldoende bewegen
Oorzaken:
DM wordt veroorzaakt door volledige afwezigheid, een relatief tekort, of weerstand tegen
het hormoon insuline. In het geval van secundaire DM is de ziekte het gevolg van andere
aandoeningen, en zwangerschapsdiabetes ontwikkelt zich tijdens de zwangerschap.
Diagnose:
Het onderzoek bij diabetes mellitus bestaat uit een gesprek met de arts, lichamelijk
onderzoek, bloed- en urineonderzoek en onderzoek van de ogen.
,De diagnose diabetes mellitus kan worden gesteld in het bloed bij een nuchtere (voordat u
iets gegeten of gedronken heeft) glucosewaarde van ≥ 7,0 mmol/l en/of een willekeurige
glucosewaarde van ≥ 11,1 mmol/l. Met behulp van een vingerprik kan de suikerwaarde ook
gemeten worden, maar deze getallen zijn net anders dan de waarden bij bloedafname.
Verder kan in het bloed de HbA1c waarde gemeten worden. HbA1c zegt iets over de
gemiddelde glucosewaarden van een langere periode. Naast glucose of HbA1c, worden ook
factoren gemeten in het bloed die van belang zijn voor het risico op hart- en vaatziekten. Er
zal bijvoorbeeld informatie verzameld worden over de nierfunctie en het cholesterol.
Symptomen:
Diabetes type 1 veroorzaakt vaak binnen enkele weken na het ontstaan duidelijke klachten,
zoals:
- veel dorst en een droge mond, waardoor u waarschijnlijk meerdere liters per dag
drinkt
- veel plassen
- afvallen
- moeheid
- wazig zien
Door de behandeling met insuline verminderen deze verschijnselen. Toch kunt u nog
klachten krijgen. Dat kan gaan om plotselinge (acute) klachten door een ontregelde
bloedsuiker en om problemen die pas na jaren ontstaan.
Plotselinge klachten door een ontregelde bloedsuiker
De bekendste plotselinge klachten zijn:
- Hypoglykemieën: te weinig suiker in het bloed.
- Ketoacidose: verzuring van het bloed. Dit kan gebeuren als de lichaamscellen vet
gaan verbranden omdat ze te weinig suiker als brandstof hebben.
- Hyperosmolair hyperglycemisch syndroom: te veel suiker in het bloed met ernstige
uitdroging, wat kan leiden tot bewustzijnsverlies en coma.
Problemen die in de loop van de jaren kunnen ontstaan
Diabetes kan uw bloedvaten beschadigen. Na verloop van enkele jaren kunnen daardoor
allerlei klachten ontstaan, zoals:
- oogaandoeningen: bijvoorbeeld slechter zien
- zenuwaandoeningen: bijvoorbeeld pijn en tintelingen in de handen en voeten
- voetaandoeningen: bijvoorbeeld slecht genezende wonden aan de tenen
- nieraandoeningen
- hart- en vaatziekten
Diabetes type 2:
Sommige mensen krijgen wel klachten, zoals:
- veel plassen
- dorst
- moeheid
- afvallen (ongebruikelijk)
- vaak blaasontsteking
, - bij vrouwen: jeuk aan de schaamlippen
- bij mannen: vaak ontsteking van de eikel
Als u jarenlang te hoge bloedsuikers heeft, kunt u schade krijgen aan uw ogen, nieren,
zenuwen en bloedvaten. U kunt dan klachten krijgen, zoals:
- slechter zien
- pijn en tintelingen in uw armen en benen
- minder gevoel in uw voeten
- wondjes aan uw voeten die slecht genezen
- problemen met lopen
- bij mannen: niet of moeilijk een stijve penis krijgen
Met diabetes heeft u ook meer kans op:
- ziekten van uw hart en bloedvaten, zoals een hartinfarct of een beroerte
- psychische klachten, zoals een depressie
Vormen:
Primair
Diabetes mellitus type 1:
Deze vorm treedt voornamelijk op bij kinderen en jongvolwassenen. De aandoening ontstaat
gewoonlijk acuut en kan levensbedreigend zijn. Er is een ernstig tekort aan insulinesecretie
als gevolg van de vernietiging van de eilandjes van Langerhans van de alvleesklier door auto-
antistoffen. De aandoening moet worden behandeld door insuline-injecties.
Diabetes mellitus type 2:
Dit is de meest voorkomende vorm, 90% van de gevallen. De oorzaken zijn multifactorieel.
Tot de predisponerende factoren behoren:
- Obesitas (interleukines afgescheiden door vetcellen zouden de betacellen
beschadigen)
- Sedentaire levenswijze
- Ouder worden: hoofdzakelijk op middelbare en hogere leeftijd
- Erfelijke factoren
De insulineproductie kan te laag of te hoog zijn. In lichaamscellen ontstaat een glucosetekort
ondanks hyperglykemie en een hoge insulinespiegel. Dit kan komen door insulineresistentie,
een verandering in de celmembraan waardoor de cel niet langer glucose opneemt onder
invloed van insuline.
Secundair
Als gevolg van andere situaties, bijv.
- Acute of chronische pancreatitis
o Pancreasinsufficiëntie (pancreas werkt niet meer)
- Sommige vormen van behandelingen met medicatie, bijv. corticosteroïden
o Corticosteroïdgeïnduceerde hyperglykemie
- Andere endocriene aandoeningen waarbij hormonen betrokken zijn die
glucosegehalte in het plasma verhogen, bijv. groeihormoon, schildklierhormonen,
cortisol (syndroom van Cushing).
, - Maturity Onset Diabetes of the Young (MODY) = genetische / erfelijke vorm
- Latent Autoimmune Diabetes in Adults (LADA): lijkt op langzame vorm type 1
Zwangerschapsdiabetes
Treedt op tijdens de zwangerschap en kan weer na de bevalling verdwijnen, maar komt op
latere leeftijd vaak terug. Gaat gepaard met de geboorte van zwaardere baby’s dan normaal,
doodgeboren baby of overlijden vlak na de geboorte.
Behandeling:
Diabetes mellitus type 1: insuline injecties en voedingsadvies
Diabetes mellitus type 2: dieet, geneesmiddelen, gezonde leefstijl (vezelrijke koolhydraten,
minder verzadigde vetten en meer onverzadigde vetten, minder alcohol), gezond gewicht,
voldoende bewegen, metformine, su-derivaten, DDP-4 remmers, GLP-1 agonisten, ook al zijn
soms insuline injecties nodig
Prognose:
De levensverwachting van mensen van 45 jaar met diabetes type 1 leven is gemiddeld 13
jaar lager dan mensen zonder diabetes. Voor een 45-jarige met diabetes type 2 is dat
gemiddeld 4 jaar lager.
Epidemiologie:
In 2019 waren er in de Nederlandse huisartsenpraktijken ruim 1,1 miljoen mensen met
diabetes bekend: 110.000 met type 1 diabetes en 1.030.000 met type 2 diabetes.
Pathofysiologie:
Verhoogde bloedsuikerspiegel
Na een koolhydraatrijke maaltijd blijft de bloedsuikerspiegel hoog doordat:
- Cellen geen glucose uit het bloed kunnen opnemen, ondanks een hoge plasma-
glucosespiegel
- De omzetting van glucose in glycogeen in de lever en spieren is verminderd
- Er gluconeogenese uit aminozuren optreedt in reactie op het gebrek aan
intracellulaire glucose.
Glycosurie en polyurie
De concentratie van glucose in het glomerulaire filtraat is gelijk aan die in het bloed en
hoewel DM de glucosedrempel van de nieren verhoogt, wordt niet alles door de niertubuli
gereabsorbeerd. De overblijvende glucose in het filtraat verhoogt de osmotische druk ervan,
de waterreabsorptie is gereduceerd en het volume urine is verhoogd (polyurie). Dit
veroorzaakt elektrolytstoornissen en secretie van urine met een hoog soortelijk gewicht.
Polyurie leidt tot uitdroging, extreme dorst (polydipsie) en verhoogde vochtinname.
Gewichtsverlies
De cellen zijn als het ware ‘uitgehongerd’ van glucose omdat, bij afwezigheid van insuline,
zijn niet in staat zijn om het uit het bloed te verwijderen. Dit leidt tot verstoring van de
energiestofwisseling omdat de cellen alternatieve wegen moeten gebruiken om de energie
die ze nodig hebben te produceren. Dit resulteert tot gewichtsverlies, vooral in DM type 1,
door: