Samenvatting – Inleiding
Week 2
Ballentine H2: Examening the Social World
1800 de Sociale structuur stortte in elkaar
- Mensen van adel werden geëxecuteerd
- Rechtsregels voor gelijkheid gingen gelden
Volgens two social thinkers, Henri SaintSimon (1760–1825) and Auguste Comte (1798–1857) laat de
sociologie deze snelle veranderingen verklaren.
1838: Comte religieuze of filosofische speculaties over de samenleving geen adequaat begrip
boden van hoe de problemen van de samenleving konden worden opgelost.
-> Onderzoek naar de samenleving biedt meer kennis over het verbeteren van de sociale condities
Hij stelde 2 vragen:
1. Wat houdt de maatschappij bij elkaar en geeft aanleiding tot een stabiele orde in plaats van
anarchie?
2. Waarom en hoe veranderen samenlevingen?
De maatschappij als verdeeld in twee delen:
(1) sociale statica, aspecten van de maatschappij die orde, stabiliteit en harmonie teweegbrengen, en
(2) sociale dynamica, krachten die verandering en evolutie (zelfs revolutie) in de maatschappij
bevorderen.
Gevolgen:
- Meer kapitalisten
- Boeren naar de stad
Theorieën in Micro en Meso-level
Symbolic Interaction Theory
- Actieve rol van individu creëert eigen sociale omgeving door contact te hebben met anderen
- Mensen communiceren via gebruik van symbolen
- We leren ons zelfbeeld en onze plaats in samenleving kennen door interactie met elkaar.
beschouwt mensen als actieve agenten die gedeelde betekenissen van symbolen en gebeurtenissen
creëren en vervolgens op basis van die betekenissen met elkaar communiceren. Door deze interacties
leren we gemeenschappelijke ideeën te delen, te begrijpen wat we van anderen kunnen verwachten
en de mogelijkheid te krijgen om de samenleving vorm te geven.
George Herbert Mead (1863–1931) legde speciale nadruk op menselijke interpretaties van
gebaren en symbolen.
Chicago school benadering: ideeën over hoe we individuele sociale werelden construeren en er
controle over hebben
Lowa school benadering: legt de link van individuele identiteit en de sociale positie binnen een
organisatie
1
,Kritiek:
= Als we alleen naar onszelf kijken of de omgeving vergeten we grote macro-problemen die ook van
invloed kunnen zijn
Vb. overheidsbeslissingen, economische crisissen
Rational Choice (Exchange) Theory
- Mensen zijn voornamelijk gericht op zichzelf en hun gedrag wordt gedreven door
eigenbelang.
- Mensen berekenen kosten en voordelen (beloningen) bij het nemen van beslissingen.
- Mensen zijn rationeel in die zin dat ze keuzes afwegen om hun eigen voordelen te
maximaliseren en kosten te minimaliseren.
- Elke interactie omvat uitwisselingen waarbij beloningen, straffen of uitgaven betrokken zijn.
- Een belangrijk element in uitwisselingen is wederkerigheid - een balans in de uitwisseling van
voordelen.
- Mensen houden een mentaal overzicht bij van of ze iemand anders iets verschuldigd zijn of
dat die persoon hen iets verschuldigd is.
= Eigenbelang is het leidende element voor de interactie van een mens
Kritiek
= Het streeft ernaar om de baten te maximaliseren en de kosten te verminderen, terwijl er niet wordt
gekeken naar interne mentale processen
Vb. Je leven opofferen als soldaat
Theorieën in Meso en Macro-level
Structural-Functional Theory
- Het bestudeert de macro-niveau organisaties en patronen in de samenleving.
- Het kijkt naar wat samenlevingen bijeenhoudt en sociale continuïteit bevordert.
- Het overweegt de gevolgen of "functies" van elk belangrijk onderdeel in de samenleving.
- Het richt zich op de manier waarop de structuur (groepen, organisaties, instellingen), de
cultuur en sociale processen samenwerken om de samenleving soepel te laten functioneren.
- Het merkt manifeste functies op (die gepland zijn), latente functies (die ongepland of
secundair zijn) en disfuncties (die de stabiliteit ondermijnen).
Emile Durkheim: de samenleving bestaat uit noodzakelijke delen die samen 1 geheel vormen.
Een individu gaat de regels van de samenleving volgen door een collectief geweten, de gedeelde
waarden en normen etc,
het voelt gepast en juist om je te gedragen als hoe van de samenleving van je wordt verwacht.
Mensen hebben groepen nodig om te overleven en gedragen zich dus ook als wat de groep van
hen verwacht zodat ze er niet buiten vallen.
Manifestfuncties: de geplande resultaten van interacties, sociale organisaties of instellingen
Vb. snel en gemakkelijk maaltijden opwarmen in een magnetron
Latente functies: ongeplande of onbedoelde gevolgen van acties of sociale structuren
Vb. Door de magnetron werden er nieuwe banen gecreëerd en kookboeken aangepast hierop
- Functioneel: draagt bij aan stabiliteit samenleving
- Disfunctioneel: niet, dus magnetron een verslechtering van gezondheid als gevolg
2
,Kritiek:
= functioneel: wanneer een systeem goed draait is het stabiel en vrij van conflict, maar dit is niet
altijd zo, bvb wanneer er een dictator aan de macht is.
Vb. hoger onderwijs In VS:
- Manifest: vaardigheden en kennis vergroten zodat studenten een hogere baan kunnen krijgen
in de toekomst
- Latent: leerlingen komen wereldwijd bij elkaar en breiden zo hun netwerk uit, waardoor hun
baankansen ook worden vergroot.
o Functioneel: dit is stabiel en gunstig voor leerlingen die dit eerst niet hadden
o Disfunctioneel: indien echter hier de focus op komt dan kan dit het nastreven van
kennis overschaduwen scheve sociale nadruk mensen met een groter netwerk
verder komen dan uit de opgedane kennis
‘Uiteindelijk is de vraag of de latente functie van socialisatie en netwerking binnen het systeem van
hoger onderwijs disfunctioneel is of niet subjectief en afhankelijk van de mate waarin het afleidt van
het primaire doel van onderwijs en sociale ongelijkheden bestendigt of verergert.’
Conflict Theory
- Conflict en het potentieel voor conflict liggen ten grondslag aan alle sociale relaties.
- Groepen mensen streven naar hun eigenbelang en proberen middelen te verkrijgen en
ervoor te zorgen dat ze voornamelijk worden verdeeld onder leden van hun eigen groep.
- Sociale verandering is wenselijk, met name veranderingen die een grotere mate van sociale
gelijkheid teweegbrengen.
- De bestaande sociale orde weerspiegelt machtige mensen die hun waarden en overtuigingen
opleggen aan de zwakken.
= Ongelijkheid en machteloosheid, verschil tussen groepen
Karl Marx= erkende het lot van de arbeiders die moesten werken voor de elite, hij erkende 2 klassen
op basis van economische omstandigheden
1. Kapitalisten (haves) (degene met geld en controle over productie)
2. Workers (not-haves)
Hoe meer werkers erbij kwamen en geloofden in ongelijkheid hoe sneller er opstand zou komen.
Harriet Martineau (1802–1876)= eerste feminist
Sociale wetten beïnvloeden sociaal gedrag en samenlevingen kunnen gemeten worden op hun
sociale voortgang
W. E. B. Du Bois= eerste Afrikaanse Amerikaan
Afrikanen in minderheid en niet volledig geaccepteerd Doel: sociale verbetering
Ralf Dahrendorf (1929–2009)
= arbeiders zijn niet in opstand gekomen omdat arbeidsomstandigheden zijn verbeterd.
Conflict is niet meer gebaseerd op ownership, maar op autoriteit, laag vs. Hoog in positie
Kritiek
- Het verklaart geen sociale cohesie gevoel
- Verliezen idee van individu betrokken bij conflict
3
, - Concentreren vaak op sociale stress en machtsdynamiek
- Samenwerking is veelvoorkomend menselijk gedrag, niet uitgelegd door deze theorie
Theorieën in Micro, Meso en Macro-level
Multilevel Analysis
Max Weber (1864-1920) = Het bestuderen van menselijk gedrag en hoe mensen naar de wereld
kijken
Gericht op bureaucratie: streven naar maximale efficiëntie met regels die rationeel ontworpen zijn
om doelen te bereiken
Geen bestaande tradities, maar de nadruk op moderne organisaties
Geen conflict door alleen economische omstandigheden, ook door religie, politiek, psychologie en
ideeën van mensen onderling.
Feminist Theory
= Sociologie wordt gedomineerd door mannen, en vrouwen en andere minderheden worden
benadeeld.
In hoeverre zijn mensen vrije agents die hun eigen sociale wereld kunnen creëren en hun eigen ideeën
kunnen bedenken over hoe ze hun leven willen leiden? In hoeverre worden onze levens bepaald of
beïnvloed door de sociale systemen om ons heen en door onze posities in het economische en
politieke systeem?
- Mensen kunnen eigen keuzes maken, doelen nastreven en een eigen identiteit ontwikkelen
- Toch worden we beperkt door sociale systemen die ons beïnvloeden en beperkingen opleggen
INDIVIDUELE KRACHT VS EXTERNE INVLOEDEN
- Door kritisch na te denken en te reflecteren kunnen we eigen ideeën ontwikkelen en ons leven
vorm te geven die onze waarden en normen weerspiegelt binnen de beperkingen.
4