Probleem 4
Leerdoelen:
- Wat zijn seksuele disfuncties voor mannen en vrouwen?
- Wat zijn de oorzaken?
- Hoe kan dit behandeld worden?
American Psychiatric Association (2013). Diagnostic and statistical manual of
mental disorders (5th ed.).
Diagnostische kenmerken
Criterium A is een van de belangrijkste kenmerken van
delayed ejaculation (DE). De man geeft aan moeite te
hebben of niet in staat te zijn om te ejaculeren, ondanks
de aanwezigheid van adequate seksuele stimulatie en
het verlangen om te ejaculeren.
Geassocieerde ondersteunende kenmerken
De man (en partner) rapporteren mogelijk langdurige
penetratie om orgasme te bereiken, tot op het punt van
uitputting of genitaal ongemak. Sommige mannen
vermijden seksuele activiteit. Naast subtypes lifelong/
acquired en generalized/situational, moeten nog vijf
factoren overwogen worden: (1) partnerfactoren, (2)
relatiefactoren, (3) individuele kwetsbaarheidsfactoren,
psychiatrische comorbiditeit of stressors, (4) culturele/
religieuze problemen, en (5) medische factoren. Deze
beïnvloeden mogelijk de symptomen.
Prevalentie
De prevalentie is onduidelijk door gebrek aan precieze definitie van dit syndroom. Het is de minst
voorkomende seksuele klacht. Slechts 75% van de mannen geeft aan altijd te ejaculeren, terwijl minder
dan 1% klaagt over problemen met ejaculeren die langer duren dan 6 maanden.
Ontwikkeling en verloop
Lifelong delayed ejaculation begint met vroege seksuele ervaringen en houdt aan door het leven heen.
Acquired delayed ejaculation begint pas na een periode van normaal seksueel functioneren. Er is
weinig bewijs over het verloop van acquired delayed ejaculation. De prevalentie van DE blijft redelijk
constant tot 50-jarige leeftijd; hierna neemt de prevalentie aanzienlijk toe. Bij mannen van 80 jaar
komt DE dubbel zo vaak voor als bij mannen van jonger dan 59 jaar.
Risico- en prognosefactoren
Genetisch en fysiologisch: leeftijd-gerelateerd verlies van snel-geleidende perifere sensorische
zenuwen en leeftijd-gerelateerde afname van seksuele steroïdevrijlating, kan geassocieerd zijn met de
toename in DE in mannen ouder dan 50 jaar.
1
,Cultuur-gerelateerde diagnostische kwesties
DE klachten variëren per land en cultuur. Zulke klachten komen vaker voor in Aziatische populaties,
dan in Europese, Australische of Amerikaanse populaties. Deze variatie kan te wijten zijn aan culturele
of genetische verschillen binnen culturen.
Functionele consequenties van DE
DE kan leiden tot problemen met verwekken van kinderen. DE is vaak geassocieerd met aanzienlijke
psychologische distress in een of beide partner(s).
Differentiële diagnose
Een andere medische conditie: dit is een grote, belangrijke differentiële diagnose. Een
situationeel aspect van de klacht kan wijzen op een psychologische basis van het probleem,
maar een andere medische ziekte/letsel kan zorgen voor vertragingen in ejaculatie, onaf-
hankelijk van psychologische kwesties. DE moet ook onderscheiden worden van retrograde
ejaculation, waarbij geëjaculeerd wordt in de blaas.
Middelen/medicatiegebruik: een aantal farmacologische middelen, zoals antidepressiva,
antipsychotica, alfa-sympathische drugs en opioïden, kan ejaculatieproblemen veroorzaken.
Disfunctie met orgasme: het is belangrijk om te weten of de klachten gaan over DE, sensatie
van een orgasme, of beiden. Ejaculatie komt voor in de genitaliën, terwijl een orgasme een
subjectieve ervaring is. Een man met een normaal ejaculatiepatroon, maar met een
verminderd gevoel van genot, moet dus niet de diagnose van DE krijgen.
Comorbiditeit
Er is wat bewijs dat DE vaker voorkomt in ernstige vormen van MDD.
Diagnostische kenmerken
De herhaaldelijk mislukking om een erectie te
krijgen/behouden (criterium A) is het essentiële
kenmerk van erectile disorder (ED). Het is erg
belangrijk om de seksuele geschiedenis nauw-
keurig te onderzoeken, om te kijken hoe lang de
klacht al aanwezig is en hoe vaak deze voorkomt.
Symptomen kunnen in specifieke of in algemene
situaties voorkomen (specific/generalized).
Geassocieerde ondersteunende kenmerken
Mannen met ED hebben mogelijk een lage zelf-
waarde, laag zelfvertrouwen en verminderd
gevoel van mannelijkheid. Ook kunnen ze een
depressief affect ervaren en bang zijn voor
seksuele ervaringen, of deze vermijden. Vaak
komt ook verminderde seksuele tevredenheid en
seksueel verlangen voor in de partner van het
individu. Naast de subtypes, moeten vijf andere
factoren ook overwogen worden. Zie Delayed
Ejaculation voor deze vijf factoren.
Prevalentie
De prevalentie van lifelong vs. acquired ED is onbekend. Er is een sterke leeftijd-gerelateerde toename
in prevalentie en incidentie van erectieproblemen, met name na 50-jarige leeftijd.
2
,Zo’n 13-21% van mannen van 40-80 jaar klagen over regelmatige erectieproblemen. Dit is 2% bij
mannen jonger dan 40-50 jaar en 40-50% in mannen ouder dan 60-70 jaar. Zo’n 20% van de mannen
is bang voor erectie-problemen tijdens de eerste seksuele ervaring, terwijl 8% daadwerkelijk
erectieproblemen ervaren heeft tijdens de eerste seksuele ervaring.
Ontwikkeling en verloop
Erectieproblemen bij de eerste seksuele poging zijn gerelateerd aan het hebben van seks met een
onbekend persoon, gelijktijdig gebruik van alcohol of drugs, geen seks willen hebben en druk van
leeftijdsgenoten. De meeste problemen verdwijnen zonder professionele interventie, maar de meeste
mannen behouden mogelijk episodische problemen. Acquired ED, daarentegen, is vaak geassocieerd
met biologische factoren, zoals diabetes en cardiovasculaire ziektes, en lijkt vaak aan te houden bij de
meeste mannen.
Het natuurlijke verloop van lifelong ED is onbekend. Er lijkt een associatie tussen lifelong ED en zelf-
beperkende psychologische factoren, terwijl acquired ED (zoals eerder genoemd), meer gerelateerd
lijkt te zijn aan biologische factoren. De incidentie van ED neemt toe met de leeftijd.
Risico- en prognosefactoren
Temperament: neurotische persoonlijkheidskenmerken zijn mogelijk geassocieerd met erectiepro-
blemen in studenten. Onderdanige persoonlijkheidskenmerken zijn mogelijk geassocieerd met erectie-
problemen in mannen van 40 jaar of ouder. Alexithymia is als er tekorten zijn in cognitieve verwerking
van emoties. Dit komt vaak voor in mannen met een diagnose van ‘psychogenic’ ED. Erectieproblemen
komen vaak voor in mannen met depressie en PTSS.
Verloop modifiers: risicofactoren voor acquired ED zijn leeftijd, roken van tabak, gebrek aan fysieke
beweging, diabetes en verminderd verlangen.
Cultuur-gerelateerde diagnostische kwesties
Klachten van ED variëren per land. Het is onduidelijk in hoeverre deze verschillen een reflectie zijn van
verschillen in culturele verwachten, of dat dit daadwerkelijke verschillen zijn in de frequentie van
erectieproblemen.
Diagnostische markers
Door het erectievermogen te testen tijdens de slaap, kan er onderscheid gemaakt worden tussen
organische en psychogenische erectieproblemen. Het idee erachter is dat adequate erecties tijdens de
REM-slaap wijzen op een psychologische oorzaak van het probleem. Als mannen ook last hebben van
verminderd seksueel verlangen, wordt vaak gekeken of de klachten mogelijk secundair zijn aan endo-
crinologische factoren.
Functionele consequenties van ED
ED kan belemmerend zijn voor vruchtbaarheid en het kan individuele en interpersoonlijke distress
veroorzaken. Angst voor en/of vermijding van seksuele ervaringen kunnen belemmerend zijn voor het
vermogen om intieme relaties te ontwikkelen.
Differentiële diagnose
Non-seksuele mentale stoornissen: het kan voorkomen dat ED samengaat met ernstige MDD,
doordat hier een sterke associatie tussen is.
Normaal erectiel functioneren: er moet overwogen worden of er geen sprake is van normaal
erectiel functioneren in mannen met buitengewone verwachtingen.
3
, Middelen/medicatiegebruik: ook moet gekeken worden of ED niet secundair is aan middelen-
of medicatiegebruik. ED klachten beginnen/verdwijnen dan rond dezelfde tijd als het gebruik/
beëindigen van middelen/medicatie.
Een andere medische conditie: de moeilijkste differentiële diagnose is bepalen of de ED
klachten volledig verklaard kunnen worden door medische factoren. Het onderscheid hier
tussen is vaak niet duidelijk; er is in veel gevallen ook sprake van een complexe, interactieve
biologische en psychologische oorzaak. Als een individu ouder is dan 40-50 jaar en gelijktijdige
medische problemen heeft, moet de differentiële diagnose betrekking hebben op medische
oorzaken, met name vasculaire ziekten.
Andere seksuele disfuncties: ED kan tegelijk voorkomen met premature (early) ejaculation en
male hypoactive sexual desire disorder.
Comorbiditeit
ED kan comorbide zijn met andere seksuele diagnoses (zoals hierboven genoemd), en met angst- en
depressieve stoornissen. ED komt vaak voor in mannen met urinebuis symptomen die gerelateerd zijn
aan prostatische hypertrofie. ED kan ook comorbide zijn met dyslipidemia, cardiovasculaire ziekte,
hypogonadisme, MS, diabetes en andere ziekten die interfereren met vasculair, neurologisch of endo-
crien functioneren, dat vereist is voor normaal erectiel functioneren.
Diagnostische kenmerken
Deze stoornis kenmerkt zich door moeilijkheden
bij het ervaren van een orgasme (criterium A). In
veel gevallen van orgasmeproblemen zijn de
oorzaken multifactorieel of ze zijn onbekend. Als
andere interpersoonlijke of contextuele factoren
aanwezig zijn, zoals ernstige relatie distress,
intiem partner-geweld of andere stressors, moet
een diagnose van female orgasmic disorder niet
gemaakt worden.
Veel vrouwen komen wel klaar met clitorale
stimulatie, maar niet met vaginale stimulatie. Dit
is dan geen reden om female orgasmic disorder
(FOD) vast te stellen. Er moet ook nagegaan
worden of de problemen te wijten zijn aan
inadequate seksuele stimulatie.
Geassocieerde ondersteunende kenmerken
Vergeleken met vrouwen zonder deze stoornis,
hebben vrouwen met deze stoornis mogelijk meer
moeite om te praten over hun seksuele kwesties. Algemene seksuele tevredenheid is echter niet sterk
gecorreleerd met orgastische ervaring. De orgastische problemen gaan vaak samen met gerelateerde
problemen van seksuele interesse en opwinding. Naast de subtypes lifelong/acquired en generalized/
situational, moeten nog vijf factoren overwogen worden. Zie delayed ejaculation voor deze factoren.
Prevalentie
De prevalentie rates van FOD variëren heel erg, van 10-42%. Dit is afhankelijk van meerdere factoren
(leeftijd, cultuur, duur, ernst van symptomen). Deze schattingen houden echter geen rekening met de
aanwezigheid van distress.
4