HC – 1, tentamen 3 november 9:30-12:00
Artikel 1, Reading Sociological Theory
Om een tekst goed te kunnen begrijpen moet er bemiddeling bestaan tussen de perspectieven van de
lezer en van de schrijven en de wil om het tot zich te kunnen nemen. Hoe doe je dat? Actief lezen:
1. Kennismaken met de auteur
2. Vragen stellen:
a. Waar gaat de tekst over als geheel?
b. Wat er wordt gezegd, geef ik in detail weer, en hoe?
c. Zijn de ideeën geheel of gedeeltelijk overtuigend?
d. Is het belangrijk?
3. Nogmaals teksten lezen en willen begrijpen, refereer hierbij naar andere ideeën en
interpretaties
4. Grenzen stellen waardoor en hoelang je het meest geconcentreerd ben. Hierdoor ook meer
tijd besteden aan de moeilijke onderdelen van de tekst
5. Wanneer we iets niet weten, worden de beperkingen van wat we wel weten duidelijk.
Daarom wil je graag makkelijke teksten lezen of enkel waar je wel kennis over hebt en spoor
je anderen aan dit ook te doen uit gemak.
Na het lezen komt het in je ‘busje’ maar enkel door te oefenen kan je het ook eigen maken en ermee
werken.
Artikel 2, Introduction, Crafting Sociological Lenses
Sociologie: de interactie tussen mensen en de omgeving waar zij deel van uitmaken
Onderwerpen zoals: ‘culture, economics, crime, organizations, sexuality, politics, identity, fashion,
management, state, environment, media, youth, gerontology, health, housing, bio ‐technology, and
rural and urban life’ lopen in elkaar over.
Wat we weten is niet hoe de wereld zelf werkt, maar hoe we ons gedragen in de wereld op basis van
ervaring en het idee van deze wereld (taal). Er is een taakverdeling tussen geleerden die onderzoeken
en studenten waardoor zij weten in welk vakgebied zij thuishoren.
Er worden feiten verzameld, menselijk gedrag bestudeert of historische teksten gebruikt om tot
wetenschappelijk antwoorden te komen. Het verschil ertussen in verschillende domeinen zit hem
erin wat voor soort vragen er gesteld worden vanuit verschillende perspectieven.
Economie: goederen en diensten, vraag en aanbod
Politieke wetenschap: aspecten van het menselijk handelen die veranderen, of worden veranderd
door, de feitelijke situatie. Het verwachte gedrag van andere actoren in termen van macht en invloed.
Sociologie: komt hiermee overeen, maar bestaat vooral uit netwerken van wederzijdse
afhankelijkheid. Oftewel de waarschijnlijkheid dat de actie zal worden ondernomen en dat de kans op
succes in verhouding verandert door wat andere actoren zijn, doen of kunnen doen).
Er wordt gekeken naar het individu als onderdeel van zijn leden of partners in zijn netwerk. Onze
ervaringen worden gesmeden door sociale structuren, die al bepaald waren voordat wij er kwamen.
Daarom staat de vraag centraal:
Hoe verhouden de soorten sociale relaties en samenlevingen waarin we leven zich tot hoe we zien?
onszelf en elkaar, construeren onze kennis, bekijken onze omgeving, en met welke gevolgen?
,Je kennis in het gezonde verstand hangt ook af van de omgeving waarin je bent opgegroeid.
Sociologie gaat over de controle die we hebben over ons leven en de richting waarin onze omgeving
heen groeit.
Natuurwetenschap is gebaseerd op resultaten, feiten en onderzoek. Hier heeft het gezonde verstand
dus niet mee te maken.
Individuele reactie wordt beïnvloed door sociale media en daarmee verward met algemene culturele
uitingen.
- Individuele biografie vs. Onze geschiedenis
- Onze cultuur vs. Hoe wij dingen zien
Onderzoekers kunnen zich ook niet volledig objectief hierin zetten omdat ze toch worden beïnvloed
door eigen omgeving etc. De basis van begrip vanuit verschillende perspectieven.
Verschil tussen gezond verstand en sociologie:
1. Wetenschappelijke resultaten moeten open staan voor controle. De geloofwaardigheid en
toepasbaarheid wordt vergroot wanneer er andere onderzoeken bij worden gehaald en
daardoor het begrip ervan wordt bevorderd.
- Van sociologen wordt verwacht dat ze grote zorg besteden aan het maken van onderscheid
tussen de verklaringen die worden bevestigd door beschikbaar bewijsmateriaal en die
stellingen waarvan de status die van voorlopige, ongeteste ideeën is.
2. Omvang van de omgeving waaruit het sociologisch denken voorkomt. Deze wordt verbreed
door boeken, tv en social media. Een versterking van bestaande leefwerelden ontstaat door
verschillen tussen omgevingen te zien als wantrouwend en smaad in plaats van begrip. Het
kan dus alleen worden onderzocht als alle ervaringen uit leefwerelden samen worden
gebracht, zo wordt begrenzing voorkomen. Daarom heeft sociologische kennis meer te
bieden dan het (individuele) gezonde verstand.
3. De manier waarop wij over onze acties denken dient als model om een betekenis geven aan
andere acties. Er bestaat de neiging om alles wat er in de wereld gebeurt te koppelen aan
iemands opzettelijke actie. Terwijl niet altijd de situatie zich voordoet dat met die actie
voorafgaand was bedacht. Dit wordt ingevuld aan de mensen met wie je je zelf identificeert.
Politici, adverteerders en adverteerders spreken over de ‘behoeften van de staat’, alsof dit op maat
gemaakt is voor elk individu. Bij problemen wordt snel verwezen naar gedachten en daden van een
selecte groep als oorzaak ervan. De sociologie is hiertegen omdat ze overtuigt zijn een algemene
stand van zaken te vertegenwoordigen. Manieren van begrijpen vormen een natuurlijke manier om
gebeurtenissen te verklaren in plaats van dat dat ook van elkaar gescheiden kon worden.
Het gezonde verstand is dus geen sleutel tot het begrijpen van de wereld, en daarmee onszelf en
anderen. Sociologie is proberen om de menselijke conditie te begrijpen via een analyse van vele
afhankelijkheidsnetwerken (van mensen onderling).
Het gezonde verstand informeert aan het dagelijkse leven en wordt er tegelijkertijd door
geïnformeerd. Ons dagelijkse leven stelt ons in staat om onze weg door de wereld te navigeren, dit
wekt geen problemen of nieuwsgierigheid op. Dingen worden verklaard dat ze zijn zoals ze zijn. Het
,fatalisme betekent dat je weinig kunt doen om de omstandigheden waarin we leven te veranderen.
gevolg is vertrouwdheid vs nieuwsgierigheid
Uit de omgeving stappen opent nieuwe mogelijkheden met meer zelfbewustzijn, begrip van anderen
en van onze omgeving.
Sociologie evalueert het aanspreken, verlichten of uitdagen van onze gedeelde kennis
Richt zich op het individu, maar niet op het individualisme
Aantekeningen college
7 sleutels tot de sociale werkelijkheid (hoe sociologie in elkaar zit):
1. Sociale organisatie
2. Cultuur
3. Dominantie
4. Praktijken
5. Relaties
6. Ecologie
7. Reproductie
LEERDOELEN!!!!:
1. Kennis maken met 7 sleutelbegrippen die relevant zijn geweest voor de historische
ontwikkeling van de sociologie;
2. Kennismaken met de theoretische veelzijdigheid van de sociologie, veel sociologen zijn het
niet met elkaar eens, er zijn altijd meerdere manieren om naar de samenleving te kijken. ;
3. Leren lezen van primaire, sociologische literatuur en in staat zijn om manieren van denken in
sociologische teksten te ontdekken .
TIP: doorworstelen in de teksten, ook al snap je het niet
Leesvragen kan je toepassen op alle teksten, meestal is het negatief en wordt het alleen nog maar
erger ( wat is de bedoeling van de auteur, waar is hij bang voor?
= voor benadering en uitpluizing
1. Wat is het sociale?
2. Wat is het object van studie?
3. Welk perspectief nemen we die?
4. Welke gereedschap hebben we?
5. Waar gaat dit heen?
6. Waar draait t om?
Samenleving
= Er is geen overkoepelende samenleving, maar je bent onderdeel van meerdere samenlevingen
- Normen en waarden
, Van particuliere ervaring naar omvattende kennis
Er is geen overkoepelende theorie, er bestaan verschillende en die moet je allemaal weten.
Hoorcollege aantekeningen
1e sleutel: Sociale Organisatie
Voorbeeld: apenverhaal
Er wordt een tros bananen voor een groep apen gehangen en die willen ze pakken, maar steeds als
er een aap aan die bananen zit dan wordt iedereen natgespoten. Dus op een gegeven moment
hadden zij dit door en afgesproken om dit niet meer te doen. Steeds als er een oude aap wegging en
een nieuwe kwam, werd dit aan hem duidelijk gemaakt. Dat moet je niet doen want anders krijg je
een pak rammel, want ze willen niet nat worden. Op een gegeven moment bestaat deze groep alleen
maar uit nieuwe apen die helemaal niet natgespoten zijn, maar wel deze regel nog steeds volgen.
= Groepsidentiteit, wij kunnen onze behoeften beheersen
Functionalisme
= De samenleving is een geoliede machine met verschillende onderdelen die samenwerken.
Comte
Hoe houdt een maatschappij (een sociaal geheel) zichzelf in stand? Sociologie toevoegen als
studie op de universiteit, naast politiek, economie en natuurkunde
= Organicisme de manier waarop het georganiseerd is, is het in staat om voor zichzelf te zorgen.
Zichzelf evalueren als groep of samenleving door de tijd heen.
1. Emile Durkheim (+/-1890)
= Het sociale leven is georganiseerd (Franse traditie)
Sociale feiten introduceert hij
- Academische politiek: hij is eerste hoogleraar aan Europese universiteit die over sociologie
gaat hij moet dit vakgebied verdedigen tegenover andere docenten en dus ‘sociale feiten’
definiëren en afbakenen.
- ‘a category of facts which present very special characteristics: they consist of manners of
acting, thinking and feeling external to the individual, which are invested with a coercive
power by virtue of which they exercise control over him’
=
‘Een categorie van feiten die zeer bijzondere kenmerken vertonen: ze bestaan uit manieren
van handelen, denken en voelen die buiten het individu liggen en die een dwingende kracht
bezitten waardoor ze controle over hem uitoefenen’
Coercive power (dwingend)
= Dit is een formele machtsbron, waarbij beïnvloeders dreigen met geweld om hun doelwitten te
beïnvloeden
deze dwingende manier zegt niet dat het niet anders KAN, maar de kans wordt wel groter