Motorische en perceptuele ontwikkeling
7/11/2023 ontwikkeling en motoriek
Motorische ontwikkeling van kinderen boek J.B. Netelenbos
H 1, 2, 3 en 6
Wat is ontwikkeling?
- Relatief permanente veranderingen over de leeftijd;
- Lichamelijke groei;
- Leren van nieuwe vaardigheden;
- Gedrag aanpassen aan verschillende contexten (flexibeler);
- Kunnen oplossen van problemen van niet eerder op te lossen problemen;
- Een irreversibel en onomkeerbaar proces
Leren kan daarentegen ook kortdurend. Daarnaast is het reversibel, je kan teruggaan, je kan dingen
afleren.
Ontwikkeling kan in verschillende domeinen. Reactief→ reflectief.
Bewegingsonderwijs is in de loop van de jaren uit het onderwijs verdwenen.
- Meer aandacht voor schoolse vaardigheden (rekenen, taal, lezen en schrijven)
- Leerlingen zitten veel stil en bewegen steeds minder (reden van meer ADHD?)
- Effecten van dit beleid zijn niet groot
- Wetenschappelijk bewijs: onderzoek naar effect van bewegen op cognitie (niet eenduidig).
Andreas Vasalius (1514-1564): een van de eerste Westerse wetenschappers die de menselijke anatomie
bestudeerde door echte menselijke lijken te ontleden. Anatomische les (dus echt mensen open snijden )
met ‘gereedschap’ om te zien wat er in het lichaam zat. En grove bijtel etc.
Een grove indeling in neurale structuren van perifeer naar centraal:
- Perifeer: spieren→ contractiele elementen.
- Tussenin: ruggenmerg→ verbinden tussen spieren en hersenen.
- Centraal: hersenen→ 2 delen subcorticaal: basale ganglia zoals remmen bewegingen en
cerebellum en 2. corticaal: meerdere gebieden meer aan de buitenkant van de hersenen.
Hersenindeling:
- Voor: plannen van beweging
- Midden: uitvoeren van bewegingen
- Achter: integratie multimodale sensorische input
Ziekte van Parkinson: progressieve aandoening van de basale ganglia.
Hoe kunnen we motoriek (en de ontwikkeling ervan) vastleggen?
,Van observatie naar nauwkeurige registratie
Meetopstelling (foto-camera; Britse fotograaf Eadweard Muybridge) en zoopraxiscoop (projectie van
foto’s→ film). Dus van foto naar projectie naar film.
Daarna door bewegingen bv met 3-dimensionale
Wat is motoriek? Het vermogen om te bewegen.
- Motorische mijlpalen. ‘op schema lopen’. Lopen vaak tot een jaar of 2/3. Vanuit de
basisvaardigheden gaan kinderen ze verfijnen in latere jaren.
- Berg van motorische ontwikkeling (piramide); reflexen en reacties→ officiele sport en
dansvaardigheden.
- Reflextive: spontane bewegingen en reflexen (geboorte – ½ maand)→ preadapted (doelbewust,
zelfstandig bewegen (1/2 maand tot ong 1 jaar). Zoals voorwerp pakken, meerdere bewegingen
koppelen om iets voor elkaar te krijgen → fundamental motor patterns: bouwstenen voor latere
vaardigheden (van 1 jaar- 7 jaar)→ context specific: toepassen in verschillende taken en
contexten (je kan gooien naar een stilstaand doel maar zelfs ook naar bewegend mens)→
skillfull: beweging is efficient en adaptief. Je hebt ook nog een compensatie mogelijkheid
(blessure/ letsel of ouderdom)→ stapje terugzetten om weer verder te groeien. Kan ook zijn dat
je de piek niet haalt door bijv blijvend letsel en op iets anders focussen. Steeds terug naar het
fundamentele om een nieuwe piek te maken. Dit model beter dan de berg omdat niet iedereen
zo goed wordt in alles, het geeft meer ruimte voor individuele ontwikkeling en verschillen. Maar
vaardigheidsdrempel is hier niet het geval, dus dat je een bepaalde leeftijd moet hebben om iets
te kunnen.
- Fundamentele motorische vaardigheden: locomotor (voortbewegen), objectcontrole
(gooien/vangen) en stabiliteit (balanseren, snel draaien zonder evenwicht verliezen).
Andere veelgebruikte indelingen van motoriek:
- Grove/fijne motoriek;
- Motorische fitheid→ fitheid centraal en erom heen coördinatie, lenigheid, balans,
uithoudingsvermogen, kracht en snelheid.
- Vanuit bewegingsonderwijs bijv met leerlijnen zoals met balanceren, zwaaien.
Belang van motoriek (en bewegen)
Model van Stodden; relatie motoriek en bewegen afhankelijk van leeftijd (jonger of ouder dan 8). Je
hebt een positieve en negatieve loop. Motoriek en bewegen gaat samen. Hoe meer ze bewegen hoe
beter de motoriek wordt. Na 8 jaar zijn juist die motorische ontwikkelingen belangrijk voor het
bewegen, als dit niet goed ontwikkeld is dan zorgt het ervoor dat ze ook niet veel bewegen en geen
actieve leefstijl hebben→ risico op overgewicht bijv. negatieve loop. Daarnaast heb je een positieve loop
als je deze motorische vaardigheden wel goed ontwikkeld hebt.
Motoriek zijn geen causale verbanden en er zijn verschillende aspecten.
Goed kunnen bewegen helpt ook op intellectueel gebied.
,Psysical literacy:
- Motorisch vaardig
- Positieve houding tov sport en bewegen
- Kennis over belang van sport en bewegen
- Vertrouwen in bewegen
➔ In staat om een krachtige beweegomgeving voor jezelf en anderen te creeeren: weten wat je
leuk vindt en wat je kunt.
Hoorcollege 2 perceptuele ontwikkeling 9/11/2023
Voor dit deel van de cursus boek development of perception in infancy (H1, H2, H3, H4, H7 en H10).
Tentamen bestaat voor groot deel uit collegestof.
Deel meerkeuze vragen en deel openvragen, 4 per onderdeel. 15/20 meerkeuze vragen. Bonusvraag
voor als je net een 5.5 hebt gehaald.
Hoorcollege perceptuele ontwikkeling:
- Introductie en biologische basis van perceptie (H1 en 2)
- Horen, ruiken en proeven (H7)
- Somatosensorisch
- Patroon- en gezichtsperceptie (H4 en 10)
- Kleurenzien en ruimtelijke perceptie (H3)
Perceptie:
- Door middel van perceptie krijgen we informatie over de wereld om ons heen.
- Het is een belangrijk aspect vd cognitie. Kennis van de wereld.
- Meer dan de helft van de cortex houdt zich bezig met perceptuele informatieverwerking. Dat we
alles tot ons kunnen nemen.
- Het is niet altijd eenduidig. De een ziet wat anders dan de ander.
- We doen iets in onze hersenen met wat we zien. We hebben iets geconstrueerd.
Ecologie: alle verbanden met jezelf en de omgeving. Levende natuur, soortgenoten en niet levende
natuur.
Perceptie: interpreteren van onze waarnemingen. Het verwerken en er betekenis aan geven.
Sensatie: alleen waarnemen en er vervolgens niks mee doen in je hoofd.
Meerdere verschillende definities:
- Keenan et al: sensatie is het detecteren van een stimulus dmv het sensorische systeem en
perceptie is het geven van betekenis aan deze sensaties.
- Mather: sensatie is het eenvoudige, bewuste ervaringen opvangen door prikkeling vd zintuigen
en perceptie is het complexe, betekenisvolle ervaringen opdoen met objecten en
gebeurtenissen.
, - Harris: perceptie houdt organisatie van perceptuele input in, bij perceptie worden eerdere
ervaringen gecombineer met sensorische input.
Dus sensatie ik zie daar een houten lat met palen eraan, perceptie: ik zie een stoel.
Protopagnosia: probleem met gezichtsherkenning. Dit laat dus zien dat er wel degelijk een verschil is
tussen perceptie en sensatie. Een persoon kan waarnemen dat iets een gezicht is, ogen, oren mond en
alles maar herkennen van de persoon lukt niet, of zeggen of het een oud persoon is of jong.
Verandering ten opzichte van vroeger→
- James (1980): waarneming van pasgeborenen is ongeordend, chaotisch. Perceptuele
ontwikkeling is nodig deze sensaties georganiseerd en betekenisvol te laten worden.
- Vooral de laatste tijd (toen ook al wel een beetje) zeggen anderen juist: baby’s hebben een
verfijnd vermogen betekenis te geven aan de wereld.
Perceptie; we hebben 7 zintuigen:
- Zicht
- Horen
- Ruiken
- Proeven
- Voelen
- Evenwicht
- Pijn
Proprioceptie: weten waar je lichaamsdelen zitten. Dus bijv ogen dicht doen en je arm uitsteken dat je
zonder te kijken weet dat die ong horizontaal zit. Of dat je weet dat je als je je been op tilt met ogen
dicht hij van de grond is.
Vestibulair: gevoel van evenwicht.
Noticeptie: pijn.
Nog een verandering ten opzicht van vroeger: pijn en tast gescheiden. Pijn blijkt andere receptoren en
zenuwbanen te hebben.