SAMENVATTING MEDISCHE KENNIS - E.A.F. WENTINK
Basiswerk AG - Tweede druk 2017
Hoofdstuk 15
HOOFDSTUK 15
Inleiding
Behandelaren:
● Psychiater = medisch specialist / arts gespecialiseerd in psychiatrie
● Psycholoog = opgeleid om gedrag van mensen te bestuderen en het behandelen van
psychische problemen
● POH-GGZ = Praktijkondersteuners voor psychische en licht psychiatrische problemen
● Soort behandelaar hangt af van ernst en complexiteit
Psychisch onderzoek:
● Onderzoek patiënt: uiterlijk, manier contact maken, bewustzijn, geheugen, manier denken,
emoties, manier bewegen, horen van stemmen + informatie van iemand die patiënt kent.
● Psychisch ziek: duidelijk lijden of slecht/beperkingen in functioneren. DSM-systeem: manier
om psychische stoornissen in te delen. DSM-5. Geen diagnose, zegt niets over de mens.
Biologische behandelmethoden
● Psychofarmaca: medicatie/chemische stof die hersenen verandert
● Anxiolytica (angst/slaap), antidepressiva (depressie/angst-invloed neurotransmitter
serotonine), stemmingsstabilisatoren (bipolair), antipsychotica (psychosen/onrust),
stimulantia (ADHD).
● ECT = elektroconvulsietherapie: patiënt narcose + spierverslapping + elektrische schok=
epileptisch insult. Bij depressie+niet op medicatie reageren. Bijwerking: tijdelijk
geheugenstoornis.
● Lichttherapie: speciale lamp, winterdepressie of vertraagd slaap-waakritme.
● Leefregels: gezonde voeding, bewegen/sporten, stoppen alcohol.
Psychologische behandelmethoden
Voorwaarde: goede relatie behandelaar en patiënt (vertrouwen, hoop, motivatie)
● CGT-Cognitieve gedragstherapie: veranderen gedachten en gedrag = veranderen gevoelens
(angst/somber)
● IPT-interpersoonlijke therapie: verbeteren van relaties (depressie)
● Cliëntgerichte therapie: accepteren zoals je bent
● Systeem therapie: omgeving van patiënt, relatie/gezinstherapie
● Psychodynamische therapie: inzicht in eigen functioneren, moeilijk ivm frustratie, angst
● EMDR: concentreren op trauma + afleidende taak (bewegen/horen) vermindert spanning
(PTSS, spanning, angst, negatieve ervaringen)
, Delier
Hersenfunctie verstoord door lichamelijke ziekte of probleem.
Oorzaak:
Longontsteking, urineweginfectie, gebruik of stoppen van medicatie (alcoholonttrekkingsdelier)
Symptomen:
Ene moment slaperig, verward of angstig, andere moment goed wakker en aanspreekbaar, visuele
hallucinaties.
Doelgroep:
Ziekenhuispatiënten, vaak ouder.
Behandeling:
Behandelen van onderliggende ziekte of probleem, zorgen voor een veilige, vriendelijke, vertrouwde
omgeving.
Medicatie tegen onrust en hallucinaties (antipsychoticum)
Complicaties: Cognitieve achteruitgang, grotere kans op sterfte
Neurocognitief
Beperkt neurocognitief: kan nog onafhankelijk functioneren, kost wel moeite.
Uitgebreid neurocognitief: gewone dingen lukken niet meer, hulp nodig.
Dementie
Vermindering van hersenfuncties terwijl het bewustzijn helder blijft.
Oorzaak:
Ziekte van Alzheimer: verlies van hersenweefsel, onbekend, kan erfelijk.
Vasculaire dementie: kleine infarcten/bloedingen hersenen door probleem met bloedvaten en/of hoge
bloeddruk.
Symptomen:
Achteruitgang geheugen, motoriek, spraak, planning. Verdwijnen van het dag- nacht ritme, bedlegerig.
Diagnose:
MRI, bij dementie verlies van hersenweefsel is zichtbaar.
Behandeling:
Psychosociale behandeling, vinden van houvast en ophalen van prettige herinneringen.
Complicatie:
Gaat vaak gepaard met andere (psychische) problemen: depressie, angst, agressie, hevige onrust,
psychose