Jurisprudentie omzetbelasting VU 23-24
Week 1:
Verplichte jurisprudentie:
- HvJ 1 april 1982, Hong Kong Trade Development Council, zaak 89/81, BNB 1982/311
Gratis prestaties. NL zaak. Hong Kong trade council in Amsterdam had een agentschap gefinancierd
door de regering van Hong Kong om de handel met Hong Kong te promoten. NL ondernemers
konden daar langsgaan om tips te krijgen. Ondernemers kregen allerlei informatie. Hong Kong tracé
council vroeg geen vergoeding. Het uitsluitend verrichten van gratis prestaties leidt niet tot
ondernemerschap, zei het Hof. Je biedt die ondernemers geen bestedingsmogelijkheid, geen geld
uitgeven, hier geen ondernemerschap.
- HvJ 14 februari 1985, Rompelman, zaak 268/83, BNB 1985/315
Rompelman kocht een showroom. Rompelman was voornemens om de showroom te gebruiken voor
de btw-belaste leveringen van auto’s, dus Rompelman had recht op aftrek van de btw op de
bouwkosten (in casu een teruggaaf). Belastingdienst: in deze voorfase is nog geen sprake van
ondernemerschap.
Hof: Voorbereidende handelingen leiden al tot ondernemerschap. Dit was al een economische
activiteit dus had Rompelman recht op aftrek van voorbelasting. Ondernemerschap is al vroeg
aanwezig. Rompelman kon dit met objectieve feiten onderbouwen; de bouwtekening lag er en hij had
duidelijk het voornemen om btw belast auto’s te gaan verkopen. Enkel subjectieve uitlatingen over het
starten van een onderneming leiden niet tot ondernemerschap.
- HvJ 3 maart 2005, Fini H, C-32/03, V-N 2005/15.8
Ondernemerschap start vroeg en eindigt laat. Fini H staakt huurcontract, omdat hij stopt met
restaurant ondernemen. Moest wel nog huur doorbetalen. Een ondernemer blijft ondernemer tot en
met zijn laatste liquidatiehandeling, kon pas plaatsvinden bij einde huurtermijn. Belang: aftrek
voorbelasting. Ondernemerschap binnen de omzetbelasting gaat dus ver.
Aftrek voorbelasting blijft bestaan voorzover er rechtstreekse en onmiddellijke samenhang bestaat
zussen verrichte betalingen en commerciële activiteit.
- HvJ 29 oktober 2009, AB SKF, C-29/08, BNB 2010/251
In dit arrest werd geoordeeld dat de verkoop van een deelneming door een moeiende holding een van
btw-vrijgestelde ondernemershandeling is. Een vrijgestelde ondernemershandeling lijkt erop te wijzen
dat de btw niet aftrekbaar is. Maar ondanks dat de verkoop een vrijgestelde prestatie is, kan de
voorbelasting mogelijk toch worden afgetrokken.
, Voorwaarde hiervoor is dat de kosten die samenhangen met de verkoop van de aandelen zijn
doorberekend in de prijs van de prestaties die de ondernemer verricht. In dat geval kan de btw op de
kosten die te maken hebben met de verkoop van de aandelen worden afgetrokken. Bij ondernemers
die zowel belaste als vrijgestelde prestaties verrichten, vindt aftrek plaats overeenkomstig de pro rata.
Zijn de kosten daarentegen verdisconteerd in de verkoopprijs van de aandelen zelf, dan kan de btw op
de kosten die met de verkoop samenhangen niet worden afgetrokken.
Overdracht van aandelen is economische activiteit, die is vrijgesteld en onder omstandigheden toch
recht op aftrek geeft.
Aanbevolen jurisprudentie:
- HvJ 26 september 1996, Enkler, C-230/94, V-N 1997/653/22
Voorbeeld over vragen als het gaat om exploitatie van vermogensbestanddeel. Enkler had camper
aangeschaft en ze dacht daar zit 20% btw op die aanschaf. Ze vroeg zich af of ze dit niet als
vermogensbestanddeel kon exploiteren. Ze zei dat ze de camper ging verhuren, aan haar echtgenoot
om 2 weken op vakantie te gaan. De vraag is wanneer ben je exploitant van een
vermogensbestanddeel? HvJ zei: Het is van belang dat je laat zien dat je dit binnen commercieel
oogmerk doet. Met andere woorden ben je serieus dat je de camper wilt verhuren, zet je een
advertentie neer. En als iemand komt ga je hem dan echt verhuren.
- HvJ 15 september 2011, Słaby & Kuć, C-180/10, V-N 2011/50.19
Duurzaamheid/regelmaat. Geen ondernemerschap voor incidentele prestaties. Maar indien eenmaal
ondernemerschap: incidentele aard van de handeling speelt geen rol -> HvJ Kostov. Maar in geval van
loutere uitoefening eigendomsrecht -> Slaby en Kuc. Bij de beoordeling van een economische
activiteit versus normaal vermogensbeheer kan van belang zijn dat er actief stappen worden
ondernomen door middelen in te zetten die reguliere marktdeelnemers ook inzetten.
- HvJ 20 juni 2013, Fuchs, C-219/12, BNB 2013/245
Recentere zaak, Oostenrijkse komaf: een natuurlijk persoon zet zonnepanelen op dak. Die energie
wordt gedeeltelijk teruggeleverd aan het net. EU Hof: ziet een opbrengstoogmerk, ook al komt dat pas
na jaren dat je iets kan verdienen, maar, ook hiermee ben je ondernemer. Teruglevering van
opgewekte energie met zonnepanelen leidt… wel tot ondernemerschap! Fuchs kon de btw op de
aankoop op de zonnepanelen in aftrek brengen. Zorgde in NL voor veel rompslomp, belastingdienst
moest particulieren met zonnepannelen accepteren als ondernemer.
- HvJ 29 oktober 2015, Saudaçor, C-174/14, NTFR 2016/126
1) Diensten op het gebied van de planning en het beheer van regionale gezondheidsdiensten
overeenkomstig programmaovereenkomsten zijn economische activiteiten in de zin van art. 9 lid 1
Btw-richtlijn.