Woorden die gebruikt worden om structuur te geven op basis van hoe je een anamnese afneemt:
AMPLE:
o Age and Allergieën
o Medicaties
o Past illness and pregnancy
o Last doctor check and lifestyle
o Events
Net ruzie gehad dus niet met je kop erbij -> grotere kans dat er iets mis gaat
SCEGS:
o Somatische klachten (Lichamelijke klachten)
o Cognities
o Emoties
o Gedrag
o Sociale gevolgen
Kijk of het gedrag en emoties van invloed kan zijn op de klacht.
LOFTIG:
o Lokalisatie
o Ontstaanswijze
o Functiestoornissen
o Tijdsverloop
o Intensiteit
o Geschiedenis
Het eerste wat je je afvraagt als je een patiënt ziet is of deze patiënt hier op de goede plek zit.
Biosocialemodel:
Bio:
o ‘’De lichamelijke / fysieke factoren (somatisch)’’
Waar doet het pijn?
Wanneer is het ontstaan?
Welke bewegingen doen pijn?
Beloop?
o Gebruik LOFTIG
Sociaal:
o ‘’De sociale omgeving’’
Thuissituatie?
Werk?
Vrije tijd?
Psycho:
o ‘’wat vind de PT ervan?’’
Wat vind u van de situatie?
NB: De drie staan met elkaar in verbinding !!
,Les gaat verder over sPAV. Zorg dat je alles kent over sPAV!!
TGW V2
Screening
Woorden die gebruikt worden om structuur te geven op basis van hoe je een anamnese afneemt:
AMPLE:
o Age and Allergieën
o Medicaties
o Past illness and pregnancy
o Last doctor check and lifestyle
o Events
Net ruzie gehad dus niet met je kop erbij -> grotere kans dat er iets mis gaat
SCEGS:
o Somatische klachten (Lichamelijke klachten)
o Cognities
o Emoties
o Gedrag
o Sociale gevolgen
Kijk of het gedrag en emoties van invloed kan zijn op de klacht.
LOFTIG:
o Lokalisatie
o Ontstaanswijze
o Functiestoornissen
o Tijdsverloop
o Intensiteit
o Geschiedenis
Het eerste wat je je afvraagt als je een patiënt ziet is of deze patiënt hier op de goede plek zit.
Indien DTF naast AMPLE ook onderstaande gekleurde vragen aanvullend stellen bij
rugklachten:
Rode vlaggen lage rug Hoe formuleer je hier een vraag over?
1. Eerste episode met LRP < 20 jaar of > 50 jaar
2. significant trauma Heeft u een ongeluk gehad?
Events
3. Recent onverklaard gewichtsverlies Bent u de afgelopen tijd zonder aanleiding
Events afgevallen
4. Maligne aandoeningen in de Heeft u een ernstige ziekte meegemaakt?
voorgeschiedenis
Events
5. Koorts Heeft u onlangs koorts/griep gehad.
Events
6. Deformiteiten (bv. Lumbale kyfose) Checken tijdens
7. Intraveneuze toediening van medicijnen Slikt u medicijnen
Medication
8. Progressie niet-mechanische pijn Wordt de pijn erger bij een andere houding
, 9. Aanhoudende ernstige beperking lumbale Heeft u last van stijfheid in de ochtend bij het
flexie opstaan
10. Incontinente voor faeces en/of urine Heeft u soms moeite om ontlasting,urine op te
houden (cauda equnasyndroom = neurologische
uitval)
11. Rijbroek anaesthesie Minder gevoel aan binnenzijde van benen en
rondom billen
12. Bilaterale uitvalsverschijnselen in benen Heeft u last van spierzwakte in de benen
13. Ernstig beperkt gangbeeld Kunt u een stukje lopen
De geel gearceerde vragen komen niet direct voor bij AMPLE en moet je dus aanvullend uitvragen.
TGW V3
Anamnese SCEGS
Eerste deel van de les schaatsen gekeken (Olympische spelen)
SCEGS
S = somatisch (vraag je uit met LOFTIG)
Screening bestaat uit AMPLE en rode vlaggen
VOEG TOE TGW V4
VOEG TOE TGW ZELFREFLECTIE
RCA CO 1
Atherosclerose, risicofactoren, preventie en symptomen
Atherosclerose:
is een degeneratieve aandoening van de arteriewand -> Vernauwing van het lumen van de arterie
(vernauwing zit IN de wand van de arterie)
1. De student kan aangeven naar welke symptomen/klachten, tijdens de anamnese gevraagd
dient te worden, om te bepalen of er sprake is van een hart- en/of vaatziekte.
3. De student kan de symptomen (anamnese en lichamelijk onderzoek) benoemen, die wijzen op
een aandoening van hart- en bloedvaten en uitleggen hoe ze ontstaan.
Pijn op de borst, bij rust of bij inspanning? (Ditzelfde gevoel kan in extremiteiten, i.p.v. op de borst)
Door zuurstoftekort (= ischemie), zijn de vraag en aanbod niet meer in balans.
Pijn op de borst bij inspanning, dan is het nog niet heel erg. De spieren vragen veel zuurstof
om in te kunnen spannen, maar dat kan niet gegeven worden. Als je stopt met de inspanning
zijn in een korte tijd de klachten afgenomen.
Pijn op de borst in rust, dan is het al een ver stadium. Het lichaam kan in zuurstof al niet de
hoeveelheid zuurstof krijgen die nodig is.
, Dit kan komen door dichtslibbende vaten, maar ook door pomp falen. Het hart kan dan
onvoldoende bloed en dus zuurstof rondpompen, hierdoor ontstaat ischemie.
Is er oedeemvorming?
Er is ook hier sprake van pomp falen, waardoor er oedeem ontstaat.
Dit noemt men, backward-failure. Dit is de terugstroom van bloed door slechte circulatie.
Verandering van de huidskleur?
Blauw = Er is een vernauwing, dus te weinig bloed en te weinig zuurstof.
Wit = Er is (bijna) geen zuurstoftoevoer meer.
Rood = Heel veel zuurstof in de het bloed, zal niet vaak voorkomen bij hartpatiënten.
2. De student kan aangeven hoe je door lichamelijk onderzoek informatie krijgt over de arteriele en
de veneuze circulatie en over de werking van het hart.
Auscultatie = Met een stethoscoop naar hart/longen luisteren.
Angio cardiografie = Vaten worden zichtbaar gemaakt, je kunt zien waar het vernauwd is.
Coronairgrafie = Coronairvaten worden zichtbaar gemaakt.
ECG = Indien geen klachten, is er geen afwijking op ECG.
Inspannings-ECG = Er zijn afwijkingen in de ST-interval.
Echo-cardiografie = De hartklepactie in kaart brengen, d.m.v. geluidsgolven.
Echo-doppleronderzoek = De richting en stroomsnelheid van het hart in de grote vaten in
kaart brengen.
Hart katheterisatie = Er komt een katheter via het bloed in het hart. Die meet het
zuurstofgehalte en de bloeddruk.
Een perfusie-scintigrafie met radioactief materiaal. Dit wordt gebruikt na een hartinfarct, Je
spuit radioactief materiaal in je vaten en dat heeft voorkeur om door je hart te gaan. Maar
waar dit spul niet heen gaat, is het afgestorven deel!
X-thorax = Hierin zie je de grote van het hart in verhouding met de longen. Maar je ziet geen
vaten.
4. De student kan op weefselniveau uitleggen wat atherosclerose is en wat de gevolgen zijn van
atherosclerose voor de verschillende organen.
Atherosclerose = Aderverkalking.
Er treedt een verandering op IN de arteriewand.
Is arterieel; Dus in vaten die van het hart af lopen, en gaan richting de organen.
Progressieve (= in de tijd neemt het toe) en degeneratieve aandoening (wordt steeds
minderwaardig) van de arteriewand.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper simoneijkemans. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.