2022/2023
Bijzondere overeenkomsten –
leerdoelen a.d.h.v. literatuur en
jurisprudentie
LISANNE NIJDAM
1
,Inhoudsopgave
Module 1: College 1 Introductie van de bijzondere overeenkomsten.......................................3
Hof van Justitie EU 4 juni 2015, zaak C-497/13 (Froukje Faber).......................................12
Module I: College 2 De ontwerp-/adviesovereenkomst.........................................................14
Module I: College 3 De aannemingsovereenkomst...............................................................23
Module I: College 4 Aansprakelijkheid in de bouw................................................................34
HR 18 september 1998, NJ 1998/818 (KPI/Leba)..............................................................46
Module I: College 5 Samenwerking in de bouw.....................................................................49
HR 20 januari 2012, LJN BT7496 (Wierts/Visseren)..........................................................63
Module II: College 6 De huurovereenkomst (algemeen).......................................................64
Hoge Raad 1 april 2022, ECLI:NL:HR:2022:493 (Verhuiskostenvergoeding)....................77
EHRM 2 juli 2013, nr. 27126/11, NJ 2014/425 (Nobel c.s./The Netherlands)....................78
Hoge Raad 18 februari 2022, ECLI:NL:HR:2022:270, WR 2022/71 (Dringend eigen gebruik
woonruimte)....................................................................................................................... 80
Module II: College 7 De huurovereenkomst (verdiepend)......................................................81
Module II: College 8 Duurzaam bouwen en wonen...............................................................90
Module III: College 9 De geneeskundige behandelingsovereenkomst................................102
Module III: College 10 Zorgplichten van hulpverleners........................................................112
Module III: College 11 Aansprakelijkheid in de zorg............................................................120
HR 23 november 2001, ECLI:NL:HR:2001:AB2737, NJ 2002/386 (Ingenhut).................125
HR 23 november 2001, ECLI:NL:HR:2001:AD3963, NJ 2002/387 (Niazmadian/Plasmans)
........................................................................................................................................ 125
HR 17 oktober 2017, ECLI:NL:HR:2017:2786, NJ 2017/422...........................................125
HR 2 maart 2001, ECLI:NL:HR:2001:AB0377 NJ 2001/649 (Protocol I)..........................127
HR 1 april 2005, ECLI:NL:HR:2005:AS6006 NJ 2006/377 (Protocol II)...........................127
2
,Module 1: College 1 Introductie van de bijzondere
overeenkomsten
Een bijzondere overeenkomst is een overeenkomst waarvoor in aanvulling op de regels uit
Boek 3 en 6 BW nadere regelgeving nodig is geacht. In Boek 7 BW zijn voor 15 bijzondere
overeenkomsten nadere wettelijke regels gegeven, dit zijn de benoemde bijzondere
overeenkomsten. Er bestaan ook onbenoemde bijzondere overeenkomsten, zoals de
artiestenovereenkomst, overeenkomsten van catering, franchise-overeenkomst of leasing
overeenkomst. Deze onbenoemde bijzondere overeenkomsten zijn niet separaat in de wet
benoemd maar hebben in de rechtspraktijk wel een aparte benaming gekregen. In dit eerste
college wordt ingegaan op het bestaansrecht van bijzondere overeenkomsten, de
doelstellingen van Boek 7 BW en het centrale begrip ‘consument’ in Boek 7. Daarnaast
wordt, bij wijze van herhaling en opfrissing, ingegaan op de bijzondere overeenkomst
‘consumentenkoop’ en het begrip ‘gemiddelde consument’. Ten slotte worden twee andere
belangrijke bijzondere overeenkomsten, de overeenkomst van opdracht en de aanneming
van werk, afgebakend.
Leerdoelen
- Je bent bekend met het onderscheid tussen benoemde en onbenoemde
overeenkomsten en kunt beredeneren waarom in Boek 7 BW een aantal bijzondere
overeenkomsten is ondergebracht;
- Je kent de ratio en doelstellingen van de benoemde bijzondere overeenkomsten;
- Je kunt concrete bepalingen in Boek 7 BW aanwijzen die gericht zijn op bescherming
van de zwakke(re) contractspartij en het belang van deze bepalingen duiden aan de
hand van actuele ontwikkelingen/voorbeelden;
- Je hebt kennis van het juridisch kader dat relevant is voor de inkleuring van de in
Boek 7 BW opgenomen zorgplichten;
- Je kunt het begrip consumentenkoop kwalificeren en toelichten wat wordt bedoeld
met het begrip ‘de gemiddelde consument’.
- Je kunt de overeenkomst van opdracht afbakenen van andere aanpalende
overeenkomsten, zoals de overeenkomst van aanneming van werk en de
arbeidsovereenkomst, en bent bekend met de verschillende takken van beroeps- en
bedrijfsuitoefening waar gebruik wordt gemaakt van de overeenkomst van opdracht
als basisovereenkomst.
Voorbereiding
Fris de in het vak Contractenrecht opgedane kennis ten aanzien van de koopovereenkomst
op en bestudeer de volgende literatuur en jurisprudentie:
- Schelhaas en Verheij, Bijzondere overeenkomsten 2019, hoofdstuk 1 (geheel),
hoofdstuk 2 (nrs. 13 t/m 19, 34 t/m 39);
- H.B. Krans, ‘Het belang van kwalificatie, NTBR 2012/39, p. 285; • J.G.J. Rinkes, ‘De
consument als zwakke partij’, AA 2009, p. 380-387;
- T.F.E. Tjong Tjin Tai, ‘Twintig jaar nieuw BW: bijzondere overeenkomsten. Van oude
wetboeken, de dingen die voorbijgaan...’, Ars Aequi 2012/61(11), p. 869-874.
- Hof van Justitie EU 4 juni 2015, zaak C-497/13 (Froukje Faber).
3
, Leerdoelen
Je bent bekend met het onderscheid tussen benoemde en onbenoemde
overeenkomsten en kunt beredeneren waarom in Boek 7 BW een aantal bijzondere
overeenkomsten is ondergebracht
De wetgever heeft een aantal (te weten 21) specifieke, veel voorkomende overeenkomsten
nader uitgewerkt binnen het algemene kader van het overeenkomstenrecht (Titel 5, Boek 6
BW), dat op haar beurt weer onderdeel is van het verbintenissenrecht (Boek 6 BW). Deze
specifieke overeenkomsten worden de ‘benoemde overeenkomsten’ genoemd. Alle
overeenkomsten die daarbuiten vallen, heten logischerwijs ‘onbenoemde overeenkomsten’.
Dit betreffen overeenkomsten zoals de franchiseovereenkomst, de vliegovereenkomst, de
energieovereenkomst. In die branches wordt er namelijk van zelfregulering gebruikgemaakt,
zoals door middel van algemene voorwaarden of andere standaard bepalingen. Die hebben
geen wettelijke grondslag en aldus genieten zij geen bescherming.
De benoemde overeenkomsten zijn geregeld in Boek 7 BW. De nummering is niet geheel
aansluitend. Het gaat om de volgende overeenkomsten:
Koop en ruil (Titel 1)
Timesharing en langlopende vakantieproducten (Titel 1A)
Financiëlezekerheidsovereenkomsten (Titel 2)
Consumentenkrediet (Titel 2A)
Goederenkrediet (Titel 2B)
Geldlening (Titel 2C)
Pandbelening (Titel 2D)
Schenking (Titel 3)
Huur (Titel 4)
Pacht (Titel 5)
Opdracht (Titel 7)
Pakketreisovereenkomst en reisarrangement (Titel 7A)
Betalingstransactie (Titel 7B)
Bewaarneming (Titel 9)
Arbeidsovereenkomst (Titel 10)
Aannemingsovereenkomst (Titel 12)
Borgtocht (Titel 14)
Vaststellingsovereenkomst (Titel 15)
Franchise(Titel 16)
Verzekering (Titel 17)
Lijfrente (Titel 18)
Je kunt deze bijzondere overeenkomsten onderverdelen in drie categorieën:
1. Overdracht van goederen of geld (koop, ruil en schenking)
2. Contracten die zien op het verschaffen van genot aan een andere partij (huur en
pacht)
3. Dienstenovereenkomst (opdracht, bewaarneming en aanneming van werk)
4. Arbeidsovereenkomst: geen dienstenovereenkomst, ook geen overdracht van
goederen of zaken.
4