Samenvatting pathologie
Huid in beweging
Hoofdstuk 1 pathologie, ziekteverschijnselen algemeen:
Ethiologie > onderzoek van oorzaak en verloop van ziekte. Voornaamste oorzaken:
Idiopathisch > reden onbekend
Aangeboren (congenitaal) > erfelijk(hereditair) of toevallig tijdens dracht
Verkregen > trauma, corpus alienum, tumor (kanker, benigne of maligne), infectie(door mo.
Parasitair of symbiose, virus, protozo, bacterie, schimmel, parasiet.) , degeneratie,
afwijkingen afweersysteem, vergiftiging en deficiëntieziekten(teveel vh foute, of te weinig van
het goede), stofwisselingsziekten(door enzymen of hormonen), doorbloedingsziekten(infarct
of door houding), iatrogeen (verkeerd medicatie gebruik of door mens).
Onderzoek:
Signalement
Anamnese
Algemene indruk > gedrag, houding/gang, voedingstoestand, verzorgingstoestand, IOSKA’s
Overdracht ziekten:
Neus, mond, ogen
Ontlasting
Urine
Huid
Bloed, melk of dode lichamen
= dus direct, indirect, inademen, water of voedsel, omgeving
Manier van binnendringen:
Mond
Inhalatie
Huid
Slijmvliezen
Congenitale weg, nageboorte en melk
Hygiëne heel belangrijk!
Symptomen:
Twee groepen:
Symptomen die het gehele dier betreffen: algemeen onwel (malaise), verminderd alert,
minder actieve houding kop en lichaam, staart tussen poten, verminderd
uithoudingsvermogen, vermagering, doffe en stugge vacht, afwijkingen in pols, ademhaling
en temp, slechte eetlust, niet willen drinken, zichtbaar zijn derde ooglid. Eén of meer van de
ze symptomen = algemeen ziek = nog geen diagnose.
Symptomen die alleen een orgaan(systeem) betreffen: een groep symptomen die vaak samen
voorkomen = syndroom. Ziekte zonder symptomen = subklinische ziekte. Symptoom zeer
, specifiek voor ziekte = pathognomonisch symptoom. Verlies goede eigenschappen =
degeneratie.
Verhoging = tot 0,5 C hoger dan normaal
Koorts = na 0,5 C hoger dan normaal
Hyperthermie = set point is niet verhoogd. Bv in een auto
Ontsteking = doorbreking van weefselsamenstelling. Sympt > !warm, rood, zwelling, pijn,
functieverlies!
Peracuut: ziek worden binnen 2 uur
Acuut: ziek worden binnen enkele dagen
Chronisch: ziek worden binnen weken tot maanden
Atrofie: Kleiner van iets worden in et lichaam door ontsteking
Hypertrofie of hyperplasie: groter worden van iets in het lichaam door ontsteking
Ontstekingen:
Kan optreden door infectie met micro-organismen of door trauma (aseptische ontsteking). Ontsteking
gaat gepaard met verhoogde afscheiding, bv dun en vloeibaar (sereuze uitvloeiing), dikke en slijmerig
(muceus), ontstekingen met sereuze of muceuse uitvloeiing heet catarrale ontsteking.
Met pusvorming heet het purulente ontsteking. Pus is een ophoping van dode cellen en dode
bacteriën. Soms erg heftige reactie, waardoor er ery’s bijkomen, pus krijgt een rode kleur =
hemopurulente ontsteking. Ergere vorm is necrotiserende ontsteking, hierbij sterven de cellen af, dit
kan zo ernstige zijn dat de mucosa in de darm afsterft en als een afgietsel in het darmlumen ligt, dit is
pseudomembraneuze ontsteking. Pus van tuberculose is hard en korrelig, een abces met
tuberculosebacteriën erin heet tuberkel.
Bijzondere ontstekingvormen:
Abces: Wordt door lichaam gevormd als de virulentie van de bacteriën even groot is als de
afweerkracht van het dier. Het is een ophoping van pus met levende bacteriën erin, omhuld
door een bindweefselkapsel. Kunnen ook in het lichaam voorkomen, bv scherp in of droes. Bij
openbarsten komt inhoud dan in het lichaam terecht. Het in het bloed circuleren van
bacteriën heet septikemie (bloedvergiftiging).
Emfyseem: sommige bacteriën produceren gasvormige afvalstoffen, dit gas blijft hangen in
tussencelstof, hierdoor ontstaan kleine gasbelletjes in het lichaam. Komt voor in longen
Ulcus: kan ontstaan doordat weefsel afsterft, dan komt er een zweer
Ruptuur: een scheur, bijvoorbeeld in maagwand op bloedvatwand
Fistel: een van nature niet aanwezige verbinding, kunnen uitgaan van een ontsteking.
Cyste: zakjes gevuld met een min of meer vloeibare substantie
Hernia: vorm van een niet natuurlijke ligging, een breuk of hernia. Inwendig of uitwendig. De
opening is de breukpoort, breukinhoud zit erin en het uitpuilende deel is het breukzakje. De
inhoud moet terug de buik in gemasseerd worden.
Hematoom: is een bloeduitstorting. Bij een kleine hematoom spreek je van puntbloeding of
petechie.
Wondgenezing: