Aantekeningen Oudheid II
Hoorcollege 6-11-2023: De “stichting” van Rome
Ab urbe conditia: Vanaf de stichting van de stad. – Livius.
o 753 v.C. volgens de mythe (21 april): Romulus.
o Tiende tot zesde eeuw v.C.: Nederzettingen.
o Zevende en zesde eeuw v.C.: Vorming van een stad.
Wat betekent “de stichting van Rome”?
o Historische gebeurtenis.
o Historische ontwikkeling.
o Latere verhalen en herinneringen. Onze geschreven bronnen, latere Romeinse
ideologie.
Inhoud:
o Verhalen over de stichting van Rome (geschreven bronnen):
- Aeneas.
- Romulus en Remus.
o De ontwikkeling van Rome in Mediterrane context (archeologische bronnen):
- De ontwikkeling van de stad.
- De ontwikkeling van de politieke gemeenschap.
Literaire bronnen:
o Ennius, Annales (ca. 180-170 v.C.): Epen.
o Cicero, De res publica (54-52 v.C.)
o Vergilius, Aeneïs (29-19 v.C.)
o Livius, Ab urbe condita (publicatie vanaf ca. 25 v.C.): Historicus, maar bewust van de
mythes.
Aeneas (Anchises en Ascanius)
Aeneas is een personage uit de Homerus. Griekse en Romeinse geschiedenis niet
gescheiden, interactie.
Aeneas kleine rol, maar Poseidon voorspelt dat Aeneas zal rondzwerven en het geslacht van
de Trojanen zo zal voortzetten en over de Trojanen zal heersen. Verschillende plekken in
de Mediterraanse wereld claimen de nazaten van Aeneas te zijn, ook Rome.
Aeneas vlucht na de val van Troje met zijn vader op zijn rug en zijn zoon aan de hand
(iconografisch schema). Hij legt een lange reis af van Troje naar Rome via Carthago. In
Carthago wordt hij verliefd op de prinses Dido, maar van Jupiter moet hij verder. Dit doet hij
en Dido vervloekt Aeneas en zijn nageslacht voordat ze zelfmoord pleegt. Verklaring
,oorlogen tussen Rome en Carthago. Interessant, omdat dit is hoe latere Romeinen naar hun
eigen tijd keken, zij beschreven de eerdere geschiedenis.
Aeneas komt aan in Lavinium en het stichtingsverhaal loopt over op die van Romulus en
Remus, eerst waren dit twee aparte verhalen.
Zoon van Aeneas, Acanius/Iulus sticht Alba Longa. Veel later is er een probleem van
opvolging en Rhea Silvia moet Vestaalse Maagd worden. Ze wordt toch zwanger van Mars en
baart Romulus en Remus. Zij worden ten vondeling gelegd in een mande in de rivier de Tiber
en spoelen aan in wat later Rome zal worden.
Vergilius, Aeneis I (profetie van Jupiter): Voegt de twee scheppingsverhalen samen. Jupiter
kondigt de grootsheid en het succes van Rome aan.
Romulus en Remus
Spoelen aan op de voet van de Palatijn. Ze worden gezoogd door een wolvin, groeien op bij
de herder Faustulus. Die plek wordt later Rome, er was dus al wel een bevolking daar.
Dion. Hal. 1.79.10-11: Beschrijft deze plek in Rome. Hut van Romulus staat in zijn eigen tijd
nog steeds aan de Palatijn. Erfgoed.
Ook in Japan: Ise Jingu. Tokowaka: Bestaande simpele tempels worden continu onderhouden
en daarmee ook de kennis van de techniek waarmee het gebouwd is (manier om die goden te
aanbidden). Shintoïsme. Ook bij de hut van Romulus. Gemeenschappelijke wortels van de
gemeenschap worden onderhouden.
Deze verhalen waren erg belangrijk in Rome en latere periodes. Capitolijnse wolvin: Beeld
van wolf met tweeling. De tweeling werd in de Renaissance toegevoegd, de wolf komt uit de
Middeleeuwen. West-Europese cultuur.
De ontwikkeling van Rome in Mediterrane context
Etrusken kerngebied ten noorden van Rome. Zij koloniseerden de Povlakte en het zuiden van
Italië (minder grote schaal dan de Grieken). Geschiedenis van Rome is deel van deze wereld.
Chronologie Romeinse en Griekse geschiedenis:
Grieks Romeins
Archaïsche periode (750-500 v.C.) Koningstijd (753-509 v.C.)
Klassieke periode (500-330 v.C.) Vroege Republiek (509-265 v.C.)
Hellenistische periode (330-30 v.C.) Midden Republiek (264-133 v.C.)
Late Republiek (133-30 v.C.)
Italië ca. 1000-500 v.C.
o Pre romeinse volken o.a. Etrusken en Samnieten.
o Zuiden Griekse steden. Kolonisatie, maar daar waren al mensen. Vraagstuk: Hoe
reageerde deze lokale bevolking?
o Ontwikkeling complexere samenlevingen.
o Urbanisatie.
, o Basale principes van onze huidige samenleving wordt ontwikkeld in deze periode.
o Rome maakt deel uit van een bredere ontwikkeling. Niet uniek, maar bekend door het
succes ervan.
Etrucië
o Schrift dat we een beetje kunnen lezen, vooral lange teksten over. < Archeologische
bronnen.
o Grote nederzettingen op tufplateaus, omringd door necropolen (graven). = Vroege
steden.
- Wegen.
- Stadsmuur.
o Graven: Dodensteden erg bekend. Graven met beschilderingen, typisch Etruskisch.
Dodenspelen.
o Tempels: Monumentaal. Kennis en overschot nodig. Arbeidsverdeling. Beelden op
de daken. Geloof. Tempels en goden lijken op de Griekse, wel verschillen
(interactie).
o Mediterrane connecties:
- Importen: Bocchoris vaas. Maaktechniek uit Egypte, naam van Egyptische farao in
hyroglieven erop (8e eeuw v.C.).
- Oriëntaliserende stijl in objecten: Fibula. Panters erop + de manier waarop ze zijn
weergegeven uit Assyrië. Oosterse oorsprong Etrusken.
- Taal: Plaatjes van Pyra. Tempel aan de kust bij een imperium, handelsnederzetting.
Etrusische en Fenicische teksten.
De ligging van Rome
o Rome zelfde ontwikkeling als Etrusische steden. Voordeel: Ligging. Dit viel latere
Romeinen ook op.
- Aan de Tiber.
- De zee dichtbij, maar ligt landinwaarts wat ze tegen vijandige vloten beschermd.
- Groot achterland.
o Rome gebouwd op 7 heuvels.
- Archeologie: Paalkuilen. Houten hutten.
- Gebied onder de heuvel is drastisch (nat). Hier werden de doden begraven.
Via Sacra necropool (forum): 8e en 7e eeuw v.C.
Graven op het forum van Caesar: 10e eeuw v.C.
Ontwikkeling publieke ruimte op het forum
o Tiber overstroomde continu tussen het Capitool en de Palatijn. Dit gebied werd 3m
opgehoogd. Banaal bewijs, maar verteld ons iets over de kennis en samenwerking.
o Gemeenschap werkt gemeenschappelijk samen.
- Lapis Niger: zwarte steen. Vroegste Latijnse inscriptie. Lex sacra. Ligt op een
gemeenschappelijke plek, tempel. Wet moet boete erop, boete aan de koning.
, o Bouw van tempels. Op het Capitool de tempel van Jupiter Optimus Maximus, heel
groot. Rome stelde op het Mediterraanse gebied al wat voor!
o De Servische muur. Bouw verdedigingsmuur.
Tempel van Sant’Omobono
o Mediterraans heiligdom.
o Giften uit heel de Mediterranen. Komen allemaal naar Rome toe om daar spullen
achter te laten.
o Dakdecoratie ca. 530 v.C.: Beeld van Athena en Herakles/ Minerva en Hercules/
Minerva en Hercule/ … Merfgod.
INTERACTIE: Bredere Mediterraanse geschiedenis.
Hoorcollege 7-11-2023: De Romeinse Republiek
Bronnen over de republiek zijn geschreven in de keizertijd, 1e eeuw v.C. en later.
Doel college: Inzicht geven in sociaal-politieke ontwikkelingen vroege Romeinse Republiek.
Inhoud:
1. Introductie bronnen en concepten.
2. Politieke organisatie Koningstijd.
3. Vroege Republiek: de standenstrijd.
4. Ontwikkeling staatsbestel Republiek.
Bronnen
o Rome had wel schrift, maar geen schriftcultuur.
- Wetsteksten.
- Religieuze teksten.
o Pas vanaf ca. 300 v.C. (laat) eerste overgeleverde teksten.
- Opschriften op gebouwen of om politici te eren (inscripties).
- Eigen geschiedschrijvers.
o Belangrijke geschreven historische bronnen:
- Polybius (ca. 200-117 v.C.), Historiae in 46 boeken, ca. 220-146 v.C. Polybius is
een Griek en schrijft Grieks. Relatieve buitenstander.
- Livius (59 v.C. – 17 n.C.), Ab urbe condita, “Vanaf de stichting van de stad”, vanaf
de stichting tot ca. 9 n.C. Late bron.
o Geschiedschrijvers van toen werkten anders dan die van nu. Belangrijk om een mooi
verhaal te vertellen. “Vrijheid”. Zo legt Livius allerlei legeraanvoerders mooie
toespraken in de mond die hij zelf componeerde.
- “Clio’s cosmetics”. Nimf van de geschiedschrijving.
- Doel: Uit het verleden kun je leren.