1. Inleiding neurologie
Belang van de neurologie
• Dysfunctie van zenuwstelsel kan eindeloze manifestatie van kliniek veroorzaken
Breed klinisch scala, zeer gevarieerde kliniek
• Complexiteit, veel ontwikkeling
• Veel neurologische ziekten hebben een grote impact op levenskwaliteit
• Neurologische ziekten zijn zeer frequent
Wat heb je nodig voor normale kracht
3 soorten cellen moeten intact zijn voor kracht – verlies van kracht is te wijten aan 1 of meerdere van deze
• Hoger (centraal) motorneuron
• Lager (perifeer) motorneuron
• Skeletspier
Kracht = één aspect van motoriek
Kracht in de neurologie = maximaal aanspannen van bepaalde spier en onderzoeker die deze spier
probeert te overwinnen, nl als dit de onderzoeker niet lukt
Motorische cortex
• Cellichamen van hoge motorneuronen liggen allemaal in de frontale
cortex voor de sulcus centralis
• Organisatie volgens motorische homunculus
o Somatotopische organisatie van de cellichamen, groepering
naar gebied
o Inzicht in motorische homunculus is belangrijk voor semiologie
o Been aan de mediale kant; heup vormt de overgan; aan de
laterale kant eerst romp, dan arm met disproportioneel groot
deel voor hand en duim, daarna craniaal spieren, onderaan de
tong
• Axonen vertrekken vanuit de motorische cortex
o Een deel stuurt axonen naar het ruggenmerg
= corticospinale baan = piramidale baan
o Een deel stuurt axonen naar de motorische kernen van de craniale zenuwen in hersenstam
= corticobulbaire baan
Corona radiata
• Cellichamen liggen over de gehele motorische
cortex, axonen convergeren naar de capsula interna
• Deze waaier, dit traject = corona radiata
Het corticospinale systeem beïnvloedt uitsluitende de
motoriek van de contralaterale lichaamshelft
• R motorische cortex – L lichaamshelft
Het corticobulbair systeem eindigt deels bilateraal
• Een deel is volledig gekruist
• Enkele motorische kernen worden bilateraal
geïnnerveerd
1
,Bilaterale bezenuwing door het corticobulbair systeem
• Kauwspieren – n trigeminus V
• Farynx en larynx spieren – n glossopharyngeus en n vagus
• Spieren van bovenste helft van het gelaat
o M frontalis en m orbicularis oculi – n facialis
o M frontalis: voorhoofd fronsen en wenkbrauwen optrekken
o M orbicularis oculi: ogen sluiten
Unilaterale contralaterale bezenuwing door het corticobulair systeem
• Tongspieren – n hypoglossus
• Spieren van onderste helft van het gelaat – n facialis
o Spieren rond de mond die nodig zijn om lippen te bewegen, te lachen, te fluiten
Centrale vs perifere facialis parese
• Pons met motorische kern van n facialis (links)
Motorneuronen die m frontalis bezenuwen (bilateraal)
Motorneuronen die spieren rond mond bezenuwen
(unilateraal)
• Centrale facialis parese
o Letsel motorische cortex, corona radiata of
capsula interna
o Onderste gelaatshelft wordt paretisch
o Bovenste gelaatshelft is intact
• Perifere facialis parese
o Letsels n facialis; letsel in facialis kern (centraal
letsel, perifere parese)
o Volledige ipsilaterale verlamming van
gelaatshelft
• Betere terminologie
o Hoger motorneuron facialis parese (centraal)
o Lager motorneuron facialis parese (perifeer)
• Patiënt met volledige perifere facialis parese (foto)
o Teken van Bell
• ‘Tanden laten zien en ogen toeknijpen’
• Paretisch wegdraaien van de oogbol naar boven aan de
aangedane kant
• Draaien van oog naar boven bij dichtknijpen van ogen is
fysiologisch, doch enkel zichtbaar bij perifere facialis parese
• Gevolg: niet beseffen van pt dat oog niet volledig sluit (het wordt ook donker)
Reflexen
• Peesreflexen = spierrekkingsreflexen = osteotendineuze reflexen = proprioceptieve reflexen
o Uitgelokt door plotse uitrekking van de spier (bv door reflexhamer op spier kloppen)
• Exteroceptieve reflexen
o Uitgelokt door tactiele huidprikkel of door optische stimulus
2
,Pt met verminderde kracht
• Waar zit het probleem (hoger motorneuron, lager motorneuron, spier of combinatie)
à Onderzoek van de reflexen
Peesreflexen
• Bicepsreflex
• Kniepeesreflex
• Achillespeesreflex
• Tricepsreflex
• Masseterreflex
o Pt vragen om mond een klein beetje (1 cm) te laten
openhangen, wijsvinger tussen onderlip en kin leggen, met
reflexhamer op vinger kloppen
o Masseter plots uitrekken ó op pees kloppen bij andere
reflexen
o Gevolg: mond gaat klein beetje open
o Gelinkt aan de functie van corticobulbaire banen
ó Andere reflexen enkel corticospinale banen
• Teken van Hoffmann-Trömner
Uitrekken van de spier
Sensibel neuron brengt signaal naar ruggenmerg
Monosynaptische reflex (2 neuronen betrokken)
Huidreflexen
• Voetzoolreflex
o Pt ligt ontspannen op de rug, scherp voorwerp (tongspatel in 2
gebroken) over de voetzool bewegen, van hiel lateraal naar lateraal
boven en daarna richting de grote teen
o Niet snel, eerder traag
o Normale respons: plantaire flexie van de grote teen, meestal andere
tenen ook flexie
• Buikhuidreflex
o Pt ligt ontspannen op de rug, scherp voorwerp bewegen van lateraal richting navel (schuin,
horizontaal, schuin – 6 keer)
o Normale respons: kleine beweging van navel richting prikkel (vanuit links, navel naar links)
• Cremasterreflex
o Enkel bij mannen
o Over de binnenzijde van de dij strijken, halfweg bovenbeen beginnen, richting lies mediaal
naar boven
o Normale respons: optrekken van ipsilaterale testis
3
, Klinische gevolgen van een letsel van het hoger motorneuron
Piramidaal syndroom
• Krachtsvermindering
• Hyperreflexie van de peesreflexen
o Afdalende banen die invloed hebben op de monosynaptische peesreflex
o Letsen van bv de piramidale baan: peesreflex wordt levendiger
• Veranderingen van de huidreflexen
o Voetzoolreflex in extensie = teken van Babinski
Dorsiflexie, extensie van de grote teen (beweegt naar boven), andere
tenen spreiden eventueel
Betrouwbaar teken van corticospinaal letsel, NOOIT BANAAL
o Buikhuid en cremasterreflex verdwijnen
• Hypertonie – spasticiteit
o Tonus = weerstand van spier wanneer de spier passief bewogen wordt
door onderzoeker
o Verschillende soorten hypertonie
Spasticiteit = hypertonie van het piramidale type
1. Hypertonie is NIET even uitgesproken in agonisten en antagonisten
• Spastische arm: adductie schouder, flexie elleboog, flexie vingers
Biceps veel weerstand, triceps veel minder weerstand
Spiertonus is hoger in armbuigers dan armstreers
• Spastisch been: gestrekte knie, voet in plantaire flexie (langer been)
Spiertonus is hoger in beenstrekkers dan beenbuigers
Stappen door been in halve cirkel mee te zwaaien = circumductie
2. Knipmesfenomeen
• Eerst veel moeite om te werken tegen tonus, bij begin van de beweging
• Daarna veel vlotter, minder weerstand
3. Snelheid afhankelijk
• Hoe sneller de beweging, hoe hoger de hypertonie
Klinische gevolgen van een letsel van het lager motorneuron
• Krachtsvermindering
• Hypo tot areflexie van peesreflexen
o 1 van de 2 componenten van de reflexboog is aangetast
• Hypotonie
• Spieratrofie
o = vermindering volume van spier
o Doordat lager motorneuron in nl situatie in neuromusculaire junctie trofische stoffen vrijzet
• Fasciculaties
o = onvrijwillige contracties van groepjes spiervezels (kleine delen van de spier)
o Te klein om beweging te veroorzaken, maar pt voelt dit (wemelingen)
o Soms uitwendig zichtbaar zo oppervlakkige vezels contraheren
o Kan uitgelokt worden door zacht met reflexhamer op spierbuik te kloppen
o Typisch voor letsels van de voorhoorn (cellichaam van lager motorneuron), niet zo zeer bij
perifeer letsel
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper veerledejong2. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €23,49. Je zit daarna nergens aan vast.