Internationaal Privaatrecht lesnota's over niet-contractuele verbintenissen en oefenles
Alles voor dit studieboek
(4)
Geschreven voor
Universiteit Gent (UGent)
Bachelor in de Rechten
Internationaal privaatrecht (B001525A)
Alle documenten voor dit vak (2)
Verkoper
Volgen
rechtenstudent007
Ontvangen beoordelingen
Voorbeeld van de inhoud
INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT
INLEIDING
Handboek volgt lessen
Je mag op post-its noteren
Arresten zijn niet te kennen, je moet gwn weten hoe je verordeningen moet interpreteren maw gwn
de inhoud van het arrest kennen
GROTE INDELINGEN VAN HET VAK
1. Internationale BH
§ Waar gaan we procederen? Welke rechter is BH? Welke ambtenaar is BH?
2. Toepasselijk recht (conflictenrecht)
3. Erkenning en uitvoerbaarheid van buitenlandse rechterlijk beslissingen en authentieke akte
4. Adm en gerechtelijke samenwerking
1
,HOOFDSTUK 2: BRONNEN VAN HET IPR
2.1. ALGEMEEN
REGELGEVING: HIERARCHIE
België heeft een Wetboek Internationaal Privaatrecht (WIPR)
• Een eerste volledige codificatie van het Belgische IPR
• Inwerkingtreding 1 oktober 2004, ondertussen herhaaldelijk gewijzigd
MAAR: internationale verdragen en EU-wetgeving voorrang op WIPR
• Zie art. 2 WIPR: “Onder voorbehoud van de toepassing van internationale verdragen, van het recht van
de Europese Unie of van bepalingen in bijzondere wetten, regelt deze wet voor internationale gevallen de
bevoegdheid van de Belgische rechters, de aanwijzing van het toepasselijk recht en de voorwaarden voor
de uitwerking in België van buitenlandse rechterlijke beslissingen en authentieke akten in burgerlijke
zaken en in handelszaken.”
• Dus: altijd eerst kijken of er geen internationale verdragen of Europese regels bestaan dan pas
kijken naar nationaal IPR (WIPR)
WIPR verwijst soms naar bepaalde verdragen en Europese verordeningen, maar NIET ALTIJD
• Bv. voor ouderlijk gezag, voogdij, kinderbeschermingsmaatregelen: art. 35, § 1 WIPR
verwijst naar Haags Kinderbeschermingsverdrag (1996) en de Brussel IIter-Verordening;
art. 35, § 2 naar Haags Volwassenenbeschermingsverdrag (2000)
• Bv. voor contracten: art. 98, § 1 WIPR verwijst naar de Rome I-Verordening
≠
• Bv. echtscheiding: art. 55 WIPR verwijst niet naar de Rome III-Verordening
DUS: ALTIJD nagaan of er verdragen/EU-verordeningen bestaan, ongeacht of het WIPR er melding
van maakt
CONCLUSIE: WIPR is niet volledig!! Zien als een hulpmiddel maar verrtouw niet blindelings op
wetboek
PRIMEERT VERDRAG OF EU-WETGEVING?
• Geen eenduidig antwoord
• Telkens nagaan in Europese verordeningen
o EU-wetgeving vaak voorrang in de verhoudingen tussen de lidstaten
§ Bv. Brussel Ibis-Verordening zegt heel duidelijk dat deze primeert op een
aantal verdragen (zie art. 69 Brussel Ibis)
o Soms complementair
§ Bv. art. 9 en art. 29 Brussel IIter-Verordening verwijzen naar
Kinderontvoeringsverdrag (1980) en vullen dit verdrag aan
2
,2.2. EUROPESE BRONNEN
EU-BH INZAKE IPR
Er zijn niet altijd Europese IPR-verordeningen geweest ≠ vandaag
VÓÓR 1999
• IPR was geen Europese bevoegdheid MAAR lidstaten zelf sloten verdragen over IPR-
materies
o Verdragen zijn opgevolgd door verordeningen maar in de RP vh HvJ zal je nog
vaak verwijzingen vinden naar deze verdragen. Ze spelen dus nog steeds een rol
voor de interpretatie van de hedendaagse verordeningen
o Vb. EEX-verdrag volgt zich op in Verdrag van Brussel van 27 september 1968
betreffende de gerechtelijke bevoegdheid en de tenuitvoerlegging van
beslissingen in burgerlijke en handelszaken
• Hof van Justitie niet automatisch bevoegd om prejudiciële vragen over interpretatie van
verdragen te beantwoorden
o Vb. Protocol van 3 juni 1971 bij EEX-verdrag
VERDRAG VAN AMSTERDAM (1999)
• Vanaf verdrag heeft de EU BH inzake IPR mbt:
o Justitiële samenwerking in burgerlijke zaken
o Burgerlijke zaken met grensoverschrijdende gevolgen
• Eenparigheid vereist (veto mogelijk) mbt IPR-kwesties
o Hof van Justitie bevoegd om Europese IPR-regels te interpreteren: enkel
prejudiciële vragen van hoogste rechtscolleges (België: Hof van Cassatie)
o Bijzondere positie Denemarken en Ierland
§ Denemarken doet niet mee mbt IPR kwesties
VERDRAG VAN NICE (2003)
Gekwalificeerde meerderheid volstaat in de Raad, behalve voor familierecht (daar nog eenparigheid
vereist)
VERDRAG VAN LISSABON (2009):
• VEU en VWEU: Nog meer EU-bevoegdheden inzake IPR (zie art. 81 VWEU)
• Medebeslissingsprocedure wordt normale wetgevingsprocedure, ook voor IPR
(uitzondering van familierecht: eenparigheid in de Raad, zie art. 81.3 VWEU)
• Alle rechtbanken kunnen prejudiciële vragen stellen aan Hof van Justitie
o Hof van justitie interpreteert
• Handvest van de grondrechten juridisch bindend – verwijzingen in de preambule van IPR-
verordeningen:
3
, EUROPEANISERING VH IPR
Handboekk p 27
HvJ zorgt voor de interpretatie van de IPR-verordeningen DUS ZEER belangrijk (ook arrest op ex)
MEER EU-WETGEVING IN HET IPR
• Van verdragen naar verordeningen
o Bv. EEX-verdrag werd Brussel I-Verordening
o Bv. EVO-verdrag werd Rome I-Verordening
• Verordeningen over internationale bevoegdheid + erkenning en uitvoerbaarheid (bv.
Brussel Ibis, IIter), toepasselijk recht (bv. Rome I, II, III) of volledige IPR (bv. Onderhoud-
Vo)
• Opgelet:
o Bijzondere positie van Ierland en Denemarken (Protocol nr. 21 en Protocol nr. 22
bij VWEU)
o VK niet meer gebonden door EU-wetgeving en uitspraken HvJ
BEGINSELEN VAN HET EU-RECHT
• Beginsel van loyale samenwerking tussen EU en lidstaten (art. 4, lid 3 VEU) en
wederzijds vertrouwen tussen lidstaten, zie bv. Turner v. Grovit (HvJ 27 april 2004, C-
159/02): anti-suit injunctions geen plaats in EU-context
o = de gerechten vd EU-Ls’en gaan ervan uit dat hun collega-gerechten in de
andere LS’en even goed geplaatst zijn om recht te goedn
§ Bv Arresten geveld voor FR is ook geldig in BE
§ Bv feit dat het in een andre LS langer duurt om een uitspraak te vellen
mag geen reden zijn om niet te wachten op die uitspraak
o Turner: anti-suit injunctions = een rechter die voor een bepaalde casus int’l BH is
kan geen verbod opleggen om te gaan procederen in een ander land obv
wederzijds vertrouwen
• Subsidiariteitsbeginsel en evenredigheidsbeginsel
o Subsidiariteit: Indien doelstellingen beter door de unie kan worden verwezenlijkt
o Evenredigheid: wetgeving mag niet verder gaan dan nodig voor het bereiken van
de doelstelling
• Gelijkheids- of non-discriminatiebeginsel
o Vb. verbod van discriminatie op grond van nationaliteit (art. 18 VWEU) - zie bv.
arrest Garcia Avello v. België (HvJ 2 oktober 2003, C-148/02)
§ Spaanse man en Be vrouw krijgen kinderen (dubbele nationaliteit) in Be
en krijgen de familienaam van de vader. Belgische geboorteakte is
anders dan Spaanse want in Spanje dubbele naam. Nationaliteit mag
geen rol spelen om kinderen te discrimineren en je kan niet de ene nat
boven de andere zetten. Bijgevolg moest Be naamwetgeving aanpassen
en dubbele naam toelaten
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper rechtenstudent007. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €12,29. Je zit daarna nergens aan vast.