Reinventing Knowledge: from Alexandria to the Internet
Ian F. McNeely with Lisa Wolverton
Introductie
De zes instituten van kennis die behandeld worden in dit boek (de bibliotheek, het klooster, de universiteit,
de Republiek der Letteren, de disciplines en het laboratorium) hebben kennis beschermd door de jaren
heen door op te treden als raakvlakken tussen geleerden en de rest van de samenleving. Elk instituut was
gemaakt om de totaliteit van kennis te organiseren. Elk instituut werd samengevoegd als reactie op
historische veranderingen die de voorganger in diskrediet bracht of beperkingen liet zien.
In tijden van stabiliteit droegen deze instituten de fakkel van kennis. In tijden van oproer, individuen en
kleine gemeenschappen heruitvonden kennis in het oprichten van nieuwe instituten. De momenten van
transitie en innovatie zijn de focus van dit boek.
De manier waarop we intellectuele activiteiten organiseren zijn cruciaal voor hoe we nieuwe kennis
creëren en hier op voortborduren voor morele en praktische begeleiding in het dagelijks leven.
Hoofdstuk 1 De bibliotheek 300 v.C. – 500 n.C.
Door een grote oraal geschoolde cultuur te transformeren in een geschreven cultuur, werd de Griekse
intellectuele traditie overdraagbaar en erfelijk
Demetrius van Phaleron (360-280 v.c.) heeft de constructie van de bibliotheek en museum van Alexandria
bedacht. Er zijn verschillende manieren om het verhaal van de bibliotheek te vertellen:
- Institutioneel perspectief: hoe bibliotheken werden opgericht, hoe boeken werden gemaakt en
verzameld etc.
- Intellectueel perspectief: waarom zijn we überhaupt boeken gaan verzamelen? Om kennis te
bewaren en door te geven.
- Politiek perspectief: de bibliotheken zorgden voor een ander sociaal milieu. Kennis zorgt voor
competitie met rivalen.
Academische kennis verscheen als eerst in Athene. Bibliotheken reflecteerden de rijkdom en ambitie van
het Hellenistische rijk. Overeenkomst met China: unificatie inspireerde de chinezen om een bibliotheek op
te richten en kennis te organiseren.
Spraak en schrift in de klassieke polis
Het leven van de oude Grieken was gedomineerd door mannen. De man-man liefde kwam voort uit het
leger. Adolescenten probeerden zich te bewijzen aan elkaar.
Spraak stond centraal voor het functioneren van op kleine schaal, persoonlijke politiek. Politieke conflicten
leidden in de zesde en vijfde eeuw voor christus tot een democratie. Dit versterkte de drang naar
opvoeding in effectief openbaar spreken. Dit deden de sofisten. Zij waren te huur en legde hun klanten
poëzie uit en leerden ze goed spreken. Het winnen van een argument zorgde voor meer invloed en macht
in de polis. Literaire kennis was belangrijker dan wetenschappelijke kennis. De sofisten werden de eerste
beoefenaars van tekstuele geleerdheid. De studie naar poëzie van bijvoorbeeld Homerus moesten de
sofisten letten op grammatica en retorica, wat wij nu zullen labelen als linguïstiek.
Socrates geloofde dat het gesproken woord leidde tot de waarheid. Plato combineerde dit al meer met het
geschreven woord en wat hij en zijn volgers creëerde was de filosofische school, zijn Academie. Plato’s
rivaal Aristoteles richtte zijn Lyceum op.
Waar scholen vervagen of uit elkaar vallen, blijven bibliotheken bestaan; waar scholen argumenten
aanhangen en intellectuele komaf bewaren, absorberen bibliotheken nieuwe kennis en accommoderen ze
nieuwkomers om te leren. Dit zorgde ervoor dat Griekse geleerdheid, geincubeerd met orale competitie,
draagbaal werd voor niet-Griekse culturen.
Alexandria: buiten Griekenland
Er waren al lang boeken op de markt voor de eerste bibliotheken, maar die collecties waren privé.
1
,In 323 v.c., Alexander de Grootte overleed. Dit zorgde voor problemen. Politiek werd op grotere schaal
bedreven en rijken streden met elkaar zoals steden dat eerst deden. Nieuwe staten verhoogde de
culturele competitie van individuen tot dynastieën.
Demetrius van Phalereon werd een belangrijk figuur. Door zijn initiatief gingen de Ptolemies zoveel
mogelijk boeken verzamelen. Schepen werden gestopt in de haven om hun boeken te kopiëren. Er
zouden uiteindelijk een half miljoen boeken in de bibliotheek van Alexandria zijn.
Hellenistische geleerdheid
Vergelijking, vertaling en syntheses waren de eerste vormen van geleerdheid in Alexandria. De bibliotheek
werd een plek om manuscripten aan te passen te vergelijken en te becommentariëren.
De vertalingen van Griekse poëzie begon de hegemonie van Griekse geleerdheid bij niet-Griekse culturen
tot stand te brengen. De Joodse bijbel werd zelfs vertaalt (Septuagint) en hierdoor werd de joodse
gemeenschap in Alexandria groter. Callimachus heeft de catalogus voor de bibliotheek gemaakt, de
Pinakes. Door zijn categorieën en cross-referenties werden zijn collecties beschikbaar voor andere
geleerden.
Cultureel beschermheerschap
Waarom beschermen machtige heersers geleerdheid? Heersers investeren in cultureel kapitaal om hun
reputatie op te poetsen en de vijand af te schilderen als alleen een veldheer. Daarnaast spelen geleerden
en speciale rol in de tot stand brenging van taal en commercie.
Grieks vs. Chinees
In 221 v.c. unificeerde de Chin heerser het Chinese rijk. Li Si wilde alle boeken van het verleden
verbranden. Daarnaast wilde hij het schrift unificeren door alle historische en regionale varianten van het
Chinese alfabet te elimineren. Naast het doel om verleden kennis te wissen, werden toch veel boeken
bewaard.
China’s eerste bibliotheken komen uit de Han dynastie, die de Qin dynastie verdrong en alles wat
verwoest was weer terug wilde halen. Ze streefden naar permanentie en het vormen van een canon. De
Han Dynastie wilde niet alleen China’s literaire erfgoed bewaren, maar het reconstrueren. Ze gebruikten
hiervoor permanente materialen zoals steen. In Griekenland gebruikten ze vaak klei.
Vergelijk: Chinese bibliotheken zijn opgericht om het verval van een verdwijnende en gedeeltelijk
vernietigde intellectuele traditie in hun eigen thuisland tegen te gaan. Hellenistische bibliotheken hebben
zich ontwikkeld om een bestaand lichaam van kennis betrouwbaar reproduceerbaar en fysiek draagbaar
te maken. China focuste op het verleden, Griekenland op de toekomst.
Verhalen over vernietiging en verlies
De vernietiging van de bibliotheek van Alexandria kent vele verhalen. Julius Cesar, Arabieren
(waarschijnlijk niet waar want moslims apprecieerden al snel de Griekse geleerdheid en verspreidden
bibliotheken) of Theon en Hypatia (christenen).
Door de verschillende religies en culturen in Alexandria was er niemand om de bibliotheek te redden en te
bewaren. De collectie is waarschijnlijk weggeëbd door verwaarlozing in plaats van opgebrand.
Hoofdstuk 2 Het Klooster 100 – 1100
Kloosters hebben niet alleen ‘leren’ door de eeuwen van instorten van beschavingen heen bewaard, maar
hebben ook nieuwe connecties gelegd tussen de studie van geschreven teksten en het markeren en
meten van tijd.
In 529 werd de Academie van Plato verwoest. Datzelfde jaar werd er een klooster gevestigd in
Montecassino, wat tot op de dag van vandaag bloeit. Maar, in de zesde eeuw stond de gemeenschap van
de klassieke oudheid op instorten. Steden waren uitgestorven, kerken verbrand.
In de elfde eeuw begonnen monniken in het scriptorium van Montecassino met het verwerven en
reproduceren van manuscripten van Cicero en Ovid, van het Byzantijnse en de Arabische wereld. Het
klooster heeft veel tegenslagen gehad, zoals een bombardement in 1944, maar de monken
reconstrueerden hun spirituele tradities terwijl ze zich aan de tijd aanpasten.
2
, Geen een school of bibliotheek uit de oudheid is ontsnapt aan uitsterving. Maar niet zoals zij, waren de
christelijke kloosters gevormd in afzondering van urbane civilisatie, voordat die civilisatie ineen stortte.
Hierdoor waren de kloosters goed aangepast op het bewaren van geleerdheid in tijden van verval en
verwoesting. De nadruk op het geschreven woord van God zorgde voor religieuze rationaliteit voor het
bewaren van geschreven kennis nadat de infrastructuur van de beschaving ineen stortte in het Westen.
Christelijkheid en het geschreven woord
De Romeinen prezen spraak boven het geschreven woord en maakten dit centraal in hun publieke leven
en hun waarden. Scholen leerden jonge mannen het trivium, de drie kunsten van Latijn: grammatica en
dictie, persuasieve retoriek en dialect.
Augustine van Hippo (354-430) heeft de eerste autobiografie ooit geschreven, een filosofisch werk met
Bijbelse citaten. Hij heeft er mede voor gezorgd dat Christelijke Bijbel eindelijk de Romeinse retoriek
begon te vervangen. Augustine heeft oude filosofie en in het bijzonder Platonisme gered door het een
centrale rol te geven in de Bijbelse wereld.
Maar, verhalen over Jezus gingen nog jaren de ronde voordat er echt over geschreven werd. Er werd lang
gestreden tegen de formatie van een Christelijke canon of Heilig Boek. De Christenen waren een van de
eersten die een nieuw format van een boek aannamen: de codex. De codex had twee voordelen ten
opzichte van een rol: je kunt er op beide kanten op schrijven en je kon op verschillende pagina’s of
plekken in het boek beginnen.
Vertalingen van het Nieuwe Testament verschenen snel in talen zoals Latijn en Arabisch. Hierdoor
verspreidde het Christendom snel in heidense Rijken.
De bijdrage van het Christendom aan kennis bestond uit meer dan het versieren van de geschriften van
een upstart cultus met filosofische ideeën. De religie bood een manier om te leren overleven, zelfs in de
afwezigheid van de levende mondelinge competitie die de oude wereld echt definieerde.
Boeken in de wildernis
Hippo overleed in 430 en het duurde nog twee eeuwen voordat de romeinse civiele cultuur instortte. De
maatschappij die daar uit voort kwam was het tegengestelde als de Romeinen: analfabetisch en oraal;
ruraal, onder bevolkt en christelijk.
Toen het geloof meer vertrouwen en status kreeg in de Mediterrane steden, gingen mensen die
ontevreden waren met het massageloof op zoek naar isolatie. Ze trokken naar Egypte en Syrië om op
zoek te gaan naar een meer puur leven en een leven dichterbij god. Hierbij gebruikten ze geschriften om
tot rust te komen en om kracht te krijgen. De woestijn asceten, zoals monniken, bouwden hun leven rond
een ander perspectief tot woorden en tekst: lectio divina: mediterend lezen, verwant aan bidden, gewijd
aan God.
Het klooster was het eerste instituut van kennis wat specifiek aangepast was aan de afwezigheid van
beschaving, in de wildernis. En in de 6e eeuw, heel west Europa verkeerde in zo’n wildernis.
Door het gebrek aan infrastructuur was het lastig om kennis over te brengen. Tijdens het tot stand
brengen van een nieuw model voor Europese kloosters maakte Cassiodorus een conclusie: kloosters
moeten met opzet ontworpen worden om antieke manuscripten te bewaren. Cassiodorus bracht zijn eigen
Institutes uit, een extreem gedetailleerde geannoteerde bibliografie.
De overgrote meerderheid van overgebleven manuscripten van voor 800 waren of bijbels en liturgische
teksten of de teksten van christelijke theologen.
Ierse monniken gingen naar het continent en vormden kloosters in Gaul en Italië. Het was in
grensgebieden zoals Ierland en Noord Engeland dat de bijbel een cult object werd, een heilig boek die de
analfabete ongelovigen zouden overtuigen.
Van Italië tot de Britse kust, kloosters alleen al hebben de geschreven cultuur in het Westen bewaard van
het einde van Rome in de vijfde eeuw en de zevende eeuw, tot de komst van universiteiten in de twaalfde
eeuw. Maar er gebeurde hier meer dan alleen passieve overbrengen van geleerdheid, meer zelfs dan het
actieve programma van kopiëren en opslaan dat Cassiodorus voor ogen had. Monniken gebruikten tekst
niet alleen om individuen te oriënteren tijdens hun tijd op aarde, maar om de kloostergemeenschap over
generaties te bewaren.
3