Abstract
Samenvatting van hoorcolleges 2023-2024 en verplichte teksten
Justine Michiels
[Email address]
,Contents
1. Introductie.........................................................................................................................................2
1.1. Theoretische achtergrond psychoanalyse...................................................................................2
1.2. Belang psychodynamische therapie............................................................................................2
2. De basics............................................................................................................................................5
2.1. Basis-assumpties van Psychodynamische therapie.....................................................................5
2.1.1. Basisassumptie 1: ontwikkelingsperspectief........................................................................5
2.1.2. Basisassumptie 2: rol van onbewuste motivatie en intentionaliteit.....................................6
2.1.3. Basisassumptie 3: overdracht van patronen van denken, voelen en handelen in vroegere
relaties naar huidige relaties..........................................................................................................6
2.1.4. Basisassumptie 4: persoonsgericht perspectief...................................................................7
2.1.5. Basisassumptie 5: erkenning van complexiteit.....................................................................7
2.1.6. Basisassumptie 6: focus op innerlijke psychische wereld en psychologische causaliteit......8
2.1.7. Basisassumptie 7: continuïteit tussen normale en psychopathologische ontwikkeling........8
2.2. Basisprincipes van psychodynamische therapie..........................................................................9
2.2.1. Mensbeeld...........................................................................................................................9
2.2.2. Kader..................................................................................................................................15
2.2.3. Relatie................................................................................................................................19
2.2.4. Veranderingsprocessen......................................................................................................27
3. Mentaliseren....................................................................................................................................27
3.1. Geschiedenis.............................................................................................................................27
3.2. Definitie....................................................................................................................................28
3.3. Ontwikkelingslijn.......................................................................................................................33
3.4. Factoren die de ontwikkeling van mentaliseren beïnvloeden...................................................37
4. Prototype 1: mentalization-based treatment for children (MBT-C)..................................................46
4.1. Doelstelling en Opbouw............................................................................................................46
4.2. Assessment/ Initiële fase..........................................................................................................46
4.3. Individuele kindertherapie........................................................................................................50
5. Prototype 2: dynamic interpersonal therapy (DIT)...........................................................................55
5.1. Achtergrond..............................................................................................................................55
5.2. Kern...........................................................................................................................................55
5.3. Initiële fase................................................................................................................................58
5.4. Middenfase...............................................................................................................................62
5.5. Afrondingsfase..........................................................................................................................66
1
,1. Introductie
- Examen
o Niet alleen kennis, ook inzicht
Leren handelen o.b.v. impliciete kennis
Kennis als kapstok, staat op de powerpoints (enkel slides is onvoldoende),
daarna leerstof actief verwerken
o Gesloten boek
o Open vragen met afgebakende antwoordruimte
o 4 hoofdvragen:
Kennisvragen: juiste termen gebruiken (geen vage antwoorden)
Inzichtsvragen
Toepassingsvragen
1.1. Theoretische achtergrond psychoanalyse
- Traditionele Freudiaanse benadering
o Ontstaan uit studie van patiënten met seksuele & agressieve drives
Fixaties doordat kind niet goed kan omgaan met deze drives
Fixatie leidt later in het leven tot problemen, nl. aversie t.o.v. omgeving/
intrapsysische conflicten/ beide
- Ego psychology
o Focus op adaptieve capaciteiten, nl. vermogen van ego om zich aan te passen aan
externe & interne eisen 😊
o Erik Erikson: epigenetische theorie waarbij er verschillende ontwikkelingstaken zijn
doorheen levenscyclus
- Object relations & attachment theory
o Centrale assumpties:
Relaties zijn primair om satisfactie uit te halen (i.p.v. secundair zoals in de
voorgaande stromingen)
Ontwikkeling neemt fundamenteel plaats in interpersoonlijke matrix &
hechting is heel belangrijk in ontwikkeling
- Zelf psychologie
o Minder abstract 😊 fenomenologische, ervaring gedreven taal om ontwikkeling
van het zelf & disrupties te omschrijven
Begripvolle ouderfiguur is nodig voor kind: empathische reacties
Indien geen begripvolle ouders meer kans op depressie,
persoonlijkheidsstoornissen, etc. ☹
- Toenemende samenvoeging van deze verschillende benaderingen
1.2. Belang psychodynamische therapie
- Minder aandacht psychoanalyse, maar toch studies die tonen dat psychoanalytische
veronderstellingen wetenschappelijk getest kunnen worden & er is evidentie gevonden voor
deze assumpties
o Psychoanalyse is minder onderzocht dan bv. cognitieve gedragstherapie
o 2 culturen binnen onderzoek psychoanalyse kunnen complementair zijn aan elkaar
& het is belangrijk om open te staan voor interactie tussen de 2 culturen
Interpretatieve cultuur:
Focus op betekenis en doel van menselijk gedrag
2
, Grotendeels afhankelijk van casestudies en kwalitatieve methoden
(gelijkaardig aan Freud zijn aanpak); leunt aan bij humane
wetenschappen
Neopositivistische, empirische cultuur:
Focus op oorzaak-gevolg & kansenmodellen (probabilistic models)
Methoden van fysische, natuurlijke & sociale wetenschappen
- Dodo-bird verdict: “Everybody has won, and all must have prizes”
o Sinds Rozensweig (1936) en zeker vanaf Luborsky, Singer, en Luborsky (1975):
Alle therapieën zijn vrijwel even effectief
Belang van non-specifieke factoren is groter dan het belang van therapie-
specifieke factoren in bepalen van therapie-uitkomst
Ook factoren buiten de therapiekamer hebben impact: 40%
Overige 60%:
o 30% van de impact heeft enkel te maken met de relatie
tussen cliënt-therapeut
o 15% verwachtingen (bv. het besef dat er een intakegesprek
gepland is, kan al een positieve impact hebben als er lange
wachtlijsten zijn)
o 15% techniek en modelfactoren
Dit impliceert tevens dat psychodynamische therapie, zoals andere
psychotherapeutische stromingen, voor verschillende vormen van
psychopathologie een effectieve, en dus te overwegen, optie kan zijn
3
,- Vertrekken vanuit dezelfde basis, maar andere aanpak omdat doel anders is
o Bij de kortdurende therapie heb je vaak niet de mogelijkheid om heel diep te gaan
Hoe meer je in een kortdurend traject zit, hoe meer je gaat inzetten op het
momentum frequent contact zorgt ervoor dat de nood voor verandering
niet verwaterd
o Bij langerdurende kan je echt heel diep gaan en de langetermijn levenskwaliteit
verbeteren
- Mechanismen van verandering in psychodynamische psychotherapie
4
,2. De basics
2.1. Basis-assumpties van Psychodynamische therapie
2.1.1. Basisassumptie 1: ontwikkelingsperspectief
- Psychodynamische theorieën zijn fundamenteel ontwikkelingspsychologisch en
ontwikkelingspsychopathologisch
o Uitgesproken klemtoon op de formatieve rol van vroege levenservaringen op latere
psychische structuren en gedrag
Vroege levenservaringen als vormend; je bent hierdoor “getekend”
Vroege gehechtheidservaringen vormen patronen & prototypes voor
latere verwachtingen, attitudes & gevoelens m.b.t. het zelf en
anderen
Psychoanalytische benaderingen verklaren zowel normale, als
verstoorde ontwikkeling
Formatief wil niet zeggen deterministische/lineair-causale, wel belangrijke
doch complexe invloed, in interactie met de rol van genetica, epigenetica, en
latere ervaringen en omgevingsinvloeden (probabilistisch)
Impactvolle levenservaringen maken dat je levensweg anders
verloopt, maar hoe je levensweg verloopt kan op allerlei
verschillende manieren gaan het is niet zo dat een impactvolle
gebeurtenis per se tot één bepaalde uitkomst leidt, andere factoren
spelen ook een rol
o Rol genetica, epigenetica en latere ervaringen mag niet
negeert worden: historisch gezien had psychoanalyse te
weinig aandacht voor hiervoor (bv. theorie van
koelkastmoeders (theorie waarbij de oorzaak van ASS gelegd
5
, werd bij een te afstandelijke moeder) had geen aandacht
voor genetische aanleg/…)
De impactvolle levenservaring is wel belangrijk: vooral alles wat
tussen de -9 maanden & 5 jaar gebeurt is cruciaal
o Klemtoon op de geleidelijke ontwikkeling van mentale capaciteiten, waardoor
verschillende ontwikkelingsfasen verschillende manieren van de wereld begrijpen en
kennen met zich meebrengen
Bv. pas op 10 jaar volledig doodsbesef, maar voordien kan er ook al
gesproken worden over de dood en begrijpen kinderen dit gedeeltelijk; het
doodsbesef komt geleidelijk
- Wordt empirisch ondersteund in wetenschappelijk onderzoek, o.m. recent neurobiologisch
onderzoek
2.1.2. Basisassumptie 2: rol van onbewuste motivatie en intentionaliteit
- Psychodynamische benaderingen erkennen dat:
o Naast bewuste factoren, ook heel wat van ons denken, voelen en handelen gedreven
wordt door motieven waarvan we ons niet altijd (geheel) bewust zijn
o Motivationele factoren kunnen onderling in conflict zijn, waardoor zowel normale als
psychopathologische ontwikkeling gekenmerkt kunnen zijn door conflict en de
daaropvolgende adaptieve en/of maladaptieve pogingen om psychisch evenwicht te
(her)winnen en behouden
Meer specifiek de co-existentie van verschillende verwerkingsunits van
verschillende ontwikkelinsfasen, leidt onvermijdelijk tot conflict tussen deze
units
Compromise formations in psychoanalyse & constraint satisfaction in
neurowetenschappen verwijzen naar de adaptieve pogingen om
conflict op te lossen
Bewuste, onbewuste en voorbewuste zaken kunnen in conflict komen met
elkaar
- Wordt empirisch ondersteund in recent neurowetenschappelijk onderzoek alsook in
cognitief-psychologisch en sociaal-psychologisch onderzoek
2.1.3. Basisassumptie 3: overdracht van patronen van denken, voelen
en handelen in vroegere relaties naar huidige relaties
- Psychodynamische theorieën gaan er centraal van uit dat patronen van denken, voelen en
handelen die geïnternaliseerd zijn geraakt door vroegere relationele ervaringen, en in de
primaire gehechtheidsrelaties bij uitstek (‘gehechtheidsrepresentaties’ of ‘interne
werkmodellen’), – vaak onbewust – doorspelen in hoe nieuwe relaties gepercipieerd en
ervaren, en dus benaderd worden
o M.a.w. sociale interacties worden gezien door de lens van geïnternaliseerde
schema’s (cognitief-affectieve schema’s) van eerdere relaties
Wat er gebeurd is in de primaire gehechtheidsrelaties (vaak met bio-ouders)
sijpelt door naar latere relaties
o Dit impliceert ook dat je in de therapeutische relatie vaak “in het klein” krijgt te zien
hoe de cliënt
Doorgaans ook met relaties en relationele stress in diens dagdagelijkse leven
neigt om te gaan
6
, Zie ook: belang van overdracht en tegenoverdracht in psychodynamisch
therapeutisch werk (zie ook Basisprincipe Relatie)
Er kan ook overdracht zijn tussen andere type relaties (bv.
overdracht van eerste romantische relatie naar latere romantische
relaties, overdracht van therapeutische relatie naar relaties van
cliënt met vrienden, etc.)
- Wordt empirisch ondersteund in gehechtheidsonderzoek en breder sociaal-cognitief
onderzoek
2.1.4. Basisassumptie 4: persoonsgericht perspectief
- Psychodynamische benaderingen houden rekening met de gehele person
o I.p.v. zich louter te richten op de ontwikkelingstrajecten geïmpliceerd in een
specifieke stoornis (symptoom, gedrag, of persoonlijkheidskenmerk) –
‘stoornisgerichte benadering’ –, klemtoon op multifinaliteit en equifinaliteit
We willen ons binnen het psychodynamisch perspectief focussen op de hele
persoon
De persoon met het lijden en met de klachten, begrijpen
Multifinaliteit = een bepaalde factor kan resulteren in diverse
ontwikkelingsuitkomsten afhankelijk van de invloed van en het samenspel
met andere factoren
Bv. mishandeling kan leiden tot depressie, angstproblemen, of net
een veerkrachtige uitkomst
Equifinaliteit = een bepaalde ontwikkelingsuitkomst kan de resultante zijn
van verschillende ontwikkelingstrajecten, afhankelijk van …
Bv. verschillende zaken kunnen leiden tot aandachtsproblemen, niet
enkel ADHD
- Psychodynamische benaderingen houden rekening met de gehele persoon
o Epistemologisch perspectief: individuele betekenisverlening staat centraal in
ontwikkeling: een “stoornis” wordt begrepen in de context van de adaptieve en
maladaptieve functies die het dient voor het individu
o Dit impliceert een verschuiving van een ‘one-size-fits-all’ benadering in
psychotherapie naar een die rekening houdt met “what works for whom, under
what circumstances, and why”
2.1.5. Basisassumptie 5: erkenning van complexiteit
- We zijn geneigd eenvoudige verklaringen te zoeken
- Psychodynamische benaderingen beklemtonen de complexiteit van psychisch functioneren
7
, o Non-lineaire processen, regressie en progressie op verschillende, geïnterrelateerde
ontwikkelingslijnen
Stagnatie: bv. een kind dat al vroeg kruipt lijkt uiterlijk niet aan
taalontwikkeling te doen, maar intern misschien wel en “latere”
taalontwikkeling is niet altijd pathologisch als
Regressie: bv. veel veranderingen in omgeving waardoor kind dat eerst
zindelijk was, plots terug in de broek plast en hiervoor moet men opvolging
doen, maar dit is niet altijd pathologisch
Progressie: bv. disharmonisch profiel waarbij kinderen die verbaal heel sterk
zijn, maar performaal zwak zijn; omdat het kind het zo goed kan uitleggen
worden de problemen vaak negeert
o Wederzijdse beïnvloeding tussen ontwikkelingsomstandigheden en latere
betekenisverlening
Soms komt betekenisverlening pas later (bv. een meisje dat pas in de
adolescentie tot het besef komt dat haar vaders gedrag ten aanzien van haar
op kinderleeftijd seksueel misbruik inhield/ kind dat pas jaren later echt
begrijpt wat het overlijden van een geliefde inhoudt)
Deferred action= impliceert een complexe en wederkerige relatie tussen een
belangrijke gebeurtenis en de latere herinvestering ervan met betekenis, een
herinvestering die er een nieuwe psychische werkzaamheid aan verleent
2.1.6. Basisassumptie 6: focus op innerlijke psychische wereld en
psychologische causaliteit
- Psychodynamische benaderingen worden gekenmerkt door een focus op de innerlijke
psychische wereld en psychologische causaliteit doorheen de levensloop
o Psychische ontwikkeling kan beschouwd worden als een beweging in de richting van
toenemende complexiteit, differentiatie, en integratie van gevoelens, gedachten, en
representaties van zelf en anderen, waarbij psychische processen, naast biologische
en sociale factoren, een rol spelen in het ontstaan en voortbestaan van
psychopathologie
Klemtoon belang psychologische processen in het beïnvloeden van
voortschrijdende ontwikkeling
4 P’s: predisposing (voorbestemd), precipitating (soort van katalysator/
trigger), perpetuating (in stand houden (bv. ruminatie)), protective
Handig bij assessment
- Wordt empirisch ondersteund door sociaal-cognitief onderzoek
2.1.7. Basisassumptie 7: continuïteit tussen normale en
psychopathologische ontwikkeling
- Mensen met mentale gezondheidsproblemen zijn geen ander “ras” van mensen
o Er is geen wij-zij
o Iedereen draagt een zekere kwetsbaarheid met zich mee
o Lifetime prevalentie van mentale problemen ligt rond de 80%
- Psychodynamische benaderingen beklemtonen de fundamentele continuïteit tussen normale
en psychopathologische ontwikkeling
o Zowel normale als verstoorde psychische ontwikkeling is in essentie een poging tot
(her)vinden van een dynamisch evenwicht tussen de (psychologische en biologische)
8
, impact van vroegere ervaringen en huidige noden in de context van de omgeving
waarin het individu vertoeft
o In het kader van de conflicten en de onvermijdelijk imperfecte onderhandeling van
ontwikkelingstaken, zijn mensen fundamenteel kwetsbaar om psychische problemen
te ontwikkelen, bij uitstek wanneer ze geconfronteerd worden met moeilijke
ervaringen die latente kwetsbaarheden kunnen oproepen en/of een uitdaging
vormen voor copingstrategieën die ooit adaptief waren maar maladaptief blijken
onder nieuwe omstandigheden
- Wordt empirisch ondersteund door dimensionele benaderingen van psychopathologie &
wordt in toenemende mate ook erkend in andere theoretische raamwerken, niet in het
minst door cognitief-gedragstherapeutische benaderingen zoals schematherapie
2.2. Basisprincipes van psychodynamische therapie
2.2.1. Mensbeeld
- Twee basisassumpties
o Psychische gelaagdheid
o Trias verborgen gevoel – angst – afweer
- Psychische “gelaagdheid”
o Een mens bestaat uit meerdere “lagen” van psychisch “materiaal”, de ene laag al
meer bewust dan de andere
o Bewuste, voorbewuste en onbewuste betekenislijnen zijn werkzaam in de psyche
van de mens, en treden in interactie met de relationele dynamieken van belangrijke
anderen
We gaan ervan uit dat er meer dingen buiten ons bewustzijn zitten dan
binnen ons bewustzijn
Niet enkel wij als psychologen hebben onbewuste processen, ook
onze cliënten hebben deze
Dit is metaforisch bedoeld & niet een letterlijke plek in het brein
- Trias verborgen gevoel – angst – afweer
o We zetten allemaal verdedigingsmechanismen in; we zij er altijd op gericht om een
zeker gevoel van controle te bewaren
Doorheen alle stressoren proberen we in balans te blijven
o De menselijke psychische huishouding is gericht op:
Het bewaren van evenwicht en grip
Het bewaren van zelfwaardegevoel
We kunnen toegeven dat we ergens niet goed in zijn, maar over het
algemeen willen we een positief beeld van onszelf in stand te
houden
Omgaan met affecten en spanning die uitgelokt worden door de betekenis
van
Externe gebeurtenissen
Interne kwesties (bewuste én
onbewuste)
o Angsten
o Verlangens, wensen, noden
o Chaos, complexe en
ambivalente gedachten
9
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper justinemichiels. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.