Vak: Global & European Governance
Aantal woorden: 2141
Cijfer: 8.5
ORGANIZATION OF AMERICAN STATES
(OAS)
De oprichting en de activiteiten van de OAS door de lens van realisme en liberalisme
,Inleiding
De Organization of American States (OAS) is de oudste regionale organisatie ter wereld en bestaat uit
35 lidstaten op het westelijk halfrond. Het hoofddoel van de OAS is het waarborgen van vrede en
samenwerking tussen soevereine en onafhankelijke lidstaten. Ook het stimuleren van economische,
politieke en sociale ontwikkeling van lidstaten staat hoog op de agenda (OAS, z.d.-a). Het realisme en
het liberalisme zijn twee belangrijke theorieën in het academische veld van internationale relaties
(Gismondi, 2017). Het is relevant om de OAS door de lens van beide theorieën te bestuderen, omdat
de OAS een ontwikkeling van voornamelijk realistische aspecten naar voornamelijk liberale aspecten
heeft doorgemaakt (Wood, 2019). Er wordt in dit essay gepoogd de volgende onderzoeksvraag te
beantwoorden: Welke theorie (realisme of liberalisme) verklaart de oprichting en de activiteiten van
de Organization of American States (OAS) beter, en waarom? Na de introductie wordt allereerst
ingegaan op het realisme en het liberalisme. Vervolgens worden de oprichting en de activiteiten van de
OAS geanalyseerd aan de hand van het realisme en het liberalisme. Ten slotte wordt in de conclusie de
onderzoeksvraag beantwoord.
Het realisme en het liberalisme
Het realisme is een theorie die de nadruk legt op soevereine staten als primaire actoren in de
wereldpolitiek. Soevereiniteit houdt in dat staten het hoogste gezag hebben binnen het eigen
territorium, en dat andere staten niet mogen interfereren (Baylis, Smith, & Owens, 2001). Het klassiek
realisme en het structureel realisme zijn twee stromingen binnen het realisme (Donnelly, 2000). Het
klassiek realisme stelt dat staten streven naar macht, omdat de menselijke aard ook streeft naar macht
(Williams, 2004). Het structureel realisme stelt dat staten streven naar zo veel mogelijk relatieve
macht om te kunnen overleven in het anarchistische internationale systeem (Donnelly, 2000). De
voorkeuren van staten komen voort uit dit systeem. Het realisme wordt daarom gekarakteriseerd als
een top-down theorie (Wohlforth, 2008). Binnen het eigen territorium is er sprake van een autoriteit
(de staat) die regels opstelt en handhaaft. In de internationale politiek ontbreekt deze autoriteit: er is
sprake van anarchie (Baylis et al., 2001). Staten moeten in deze anarchie volgens realisten zo veel
mogelijk overleven door self-help: vertrouwen op de eigen staatscapaciteit (Wohlforth, 2008).
Wanneer er echter sprake is van een bedreiging door andere staten, kunnen staten samenwerken met
niet-bedreigende staten om de eigen veiligheid te waarborgen. Dit wordt het creëren van een balance
of power genoemd (Baylis et al., 2001). Volgens het realisme streven staten tevens naar relatieve
opbrengsten: zo veel mogelijk veiligheid of macht in vergelijking met andere staten (Berejekian,
1997). Het defensieve realisme betoogt dat staten zo veel mogelijk veiligheid willen. Het offensieve
realisme daarentegen stelt dat staten hun macht willen maximaliseren (Lobell, 2010).
Het liberalisme legt niet alleen de nadruk op staten, maar ook op actoren zoals internationale
organisaties en belangengroepen. De voorkeuren van staten worden gevormd door actoren in de
1
, binnenlandse samenleving. Het liberalisme wordt daarom bestempeld als bottom-up theorie
(Moravcsik, 1992). Het ultieme doel van staten is volgens liberalen niet veiligheid of macht, zoals
realisten betogen. Dit zijn namelijk enkel middelen tot maatschappelijke, economische of ideologische
doelen. Volgens liberalen zijn staten op zoek naar absolute opbrengsten, waarvan iedereen kan
profiteren (Berejekian, 1997). De overleving van staten wordt volgens liberalen tevens niet het beste
gewaarborgd door self-help, maar door samenwerking tussen staten en de institutionalisering van deze
internationale samenwerking (Keohane, 2012). Dit idee sluit voornamelijk aan bij het liberaal
institutionalisme. Deze stroming binnen het liberalisme stelt namelijk dat instituties de samenwerking
tussen staten kunnen faciliteren, door samenwerkings- en coördinatieproblemen op te lossen
(Keohane, 2012). Naast het liberaal institutionalisme, bestaan er andere stromingen binnen het
liberalisme, waaronder het ideationeel liberalisme en het republikeins liberalisme (Jørgensen, 2021).
Het ideationeel liberalisme stelt dat de voorkeuren van binnenlandse actoren de voorkeuren van staten
beïnvloeden (Moravcsik, 1992). Het republikeins liberalisme betoogt dat het binnenlandse politieke
systeem invloed heeft op het internationale systeem. Hierbinnen is de democratic peace theory een
belangrijke empirische wet: democratieën voeren geen oorlog met elkaar, omdat ze beter met elkaar
kunnen communiceren dan niet-democratieën en omdat ze dezelfde normen delen (Owen, 1994).
De oprichting van de OAS
De oorsprong van de OAS is te herleiden tot 1820. De leider van de Spaans-Amerikaanse beweging
Simón Bolívar smeedde een confederatie van Spaans-Amerikaanse staten, om deze staten te
beschermen tegen Europese interventie (Herz, 2008). Dit past bij het realisme. Realisten zouden deze
alliantie namelijk verklaren als een poging van soevereine staten om te overleven in het internationale
systeem (Slaughter & Hale, 2011). De anarchie van het internationale systeem maakt de recent
onafhankelijk geworden Zuid-Amerikaanse staten immers opnieuw kwetsbaar voor de interventie van
Europese grootmachten (Wood, 2019). De samenwerking past specifiek bij het defensieve realisme,
omdat het primaire doel van de samenwerking is om de eigen veiligheid te maximaliseren (Lobell,
2010). Daarnaast kan de samenwerking worden gezien als het creëren van een balance of power. De
staten willen immers tegenwicht bieden jegens een dreigend en machtig Europees blok (Baylis et al.,
2001). Ze willen voorkomen dat een coalitie van Europese staten dominant wordt over het westelijk
halfrond (Wood, 2019). De Zuid-Amerikaanse staten behouden bij de samenwerking wel hun
soevereiniteit, wat realisten belangrijk vinden (Baylis et al., 2001).
De Verenigde Staten sloten zich in 1889 voor het eerst aan bij de samenwerking (Wood, 2019).
De OAS werd in 1948 officieel met de ondertekening van het Handvest (OAS, z.d.-a). Vanaf dan is er
sprake van intensieve samenwerking op het gebied van veiligheid. Dit kan worden verklaard vanuit
het offensieve realisme: Amerikaanse staten willen hun macht maximaliseren door de samenwerking
wat betreft veiligheid (Toft, 2005). De periode na de ondertekening van het Handvest werd
gekenmerkt door de Koude Oorlog: een periode waarin de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten als
2