Video 1.......................................................................................................................................2
Video 2.......................................................................................................................................4
Video 3.......................................................................................................................................5
Video 4.......................................................................................................................................6
Video 5.......................................................................................................................................7
Video 6.......................................................................................................................................9
Video 7.....................................................................................................................................10
Video 8.....................................................................................................................................12
Video 9.....................................................................................................................................16
Video 11...................................................................................................................................18
Video 12...................................................................................................................................20
1
,VHC 1
De Empirische cyclus
Je moet je eigen ideeën tegen je observa>es toetsen via de empirische cyclus (Adriaan de
Groot).
Þ Observa>e > theorie (induc>e) > voorspelling (deduc>e) > toetsing > evalua>e
Theorie = breed, niet direct
toetsbaar. Daarom maak je het
concreter dmv een hypothese
Morling’s theory-data cycle lijkt op die van De groot.
2
,Falsificeerbaarheid
Sommige theorieën onSrekken zich aan toetsing.
Ze zijn in overeenstemming met alle mogelijke observa>es. Ze zijn weerlegbaar.
Falsificeerbaar: je kan bewijs vinden tegen de theorie.
Þ Bijv: “Het brein wordt bestuurd door kleine groene mannetjes die zich verstoppen
zodra je kijkt” > Het is niet te bewijzen dus is het niet falsificeerbaar
Theorie moet falsificeerbaar zijn. Anders kun je tussen meerdere theorieën niet bepalen
welke de juiste is.
Þ Zwaartekracht is falsificeerbaar, ook al zijn er nog nooit observa>es tegen de theorie
gedaan zijn
Groeiende kennis
Met resultaten van toetsing ga je evalueren. Moet de theorie aangepast worden of niet?
Theorie: Medita>e verhoogt concentra>evermogen.
Hypothese: Studenten die voor een tentamen ademhalingsoefeningen doen zullen hoger
scoren dan studenten die dat niet doen.
Þ Specifiek & toetsbaar
Voorspelling komt uit:
Theorie is niet bewezen, het is niet weerlegd.
Je kan niet bewijzen door: alterna>eve verklaringen, en een theorie doet oneindig veel
voorspellingen en je gaat er maar 1 na in een onderzoek.
Voorspelling komt niet uit:
Het is niet weerlegd, er is een probleem.
Je kan niet weerleggen met 1 onderzoek, er kan iets fout zijn gegaan. Misschien is
voorspelling van theorie niet goed.
3
, VHC 2
Persoonlijke ervaring
Persoonlijke ervaring is geen goede bron van informa>e.
2 redenen:
1. Gebrek aan vergelijkingsgroep
Present-present bias
Þ We proberen intuï>ef te redeneren over onze persoonlijke ervaringen
Þ Een probleem van onze intuï>e is dat we te veel focussen op de present-present bias:
Je focust meer op situa>es waarin ‘treatment’ en ‘outcome’ allebei present zijn
2. Alterna>eve verklaringen
Er kunnen ook alterna>eve verklaringen zijn (confounds).
In wetenschap zijn er systema>sche vergelijkingen met gecontroleerde omstandigheden en
hebben we deze problemen niet (of minder).
Claims beoordelen
3 claims, 4 validi>es
3 claims
1. Frequen:e claims: bepaalde mate/hoeveelheid van 1 variabele
2. Associa:eclaim: level van een variabele is geassocieerd met level van een andere
variabele.
o Level A omhoog, B ook (hangen samen af van elkaar)
o 2+ variabelen
o Je kan de stelling omdraaien
3. Causale claim: een van de variabelen is verantwoordelijk voor verandering in een
andere variabele
o Dit leidt tot het ander
4 validiteiten: is een claim redelijk (“reasonable”), accuraat en gerechtvaardig?
1. Contructvaliditeit: Hoe goed is een variabele geopera>onaliseerd?
Þ Hoe kan je van iets vaags, iets concreet construeren? (enquêtes, interviews,
etc.)
2. Externe validiteit: Hoe goed kunnen resultaten gegeneraliseerd worden naar andere
mensen/contexten?
3. Sta:s:sche validiteiten: Zijn de sta>s>sche conclusies accuraat en redelijk?
Þ Hoe sterk is het verband?
4. Interne validiteit: Kun je alterna>even verklaringen uitsluiten? (third variable
criterion)
Þ Bij causale claims!
Þ Zijn er geen andere verklaringen?
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper tshamanandhar. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.