100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Complete samenvatting voor de LKT - Nederlands tweedegraads €13,99   In winkelwagen

Samenvatting

Complete samenvatting voor de LKT - Nederlands tweedegraads

4 beoordelingen
 234 keer bekeken  33 keer verkocht

Zeer uitgebreide samenvatting van 71 pagina’s met alle begrippen uitgewerkt. Deze samenvatting beslaat alle drie de domeinen die getoetst worden tijden de LKT Nederlands: vakdidactiek, taalbeschouwing en fictie. Ik heb zelf oefenvragen toegevoegd en heb de paginanummers van belangrijke literatuur...

[Meer zien]

Voorbeeld 4 van de 71  pagina's

  • 27 december 2023
  • 71
  • 2023/2024
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (1)

4  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: lisavanachterbergh • 2 maanden geleden

review-writer-avatar

Door: eckostermaas • 5 maanden geleden

review-writer-avatar

Door: messemakerlaura • 5 maanden geleden

review-writer-avatar

Door: amberalink1 • 5 maanden geleden

avatar-seller
drijfhoutdaniellee
Landelijke Kennisbasistoets Nederlands

Overzicht:
- Domein 1: vakdidactiek - pagina 2
- Domein 3: taalbeschouwing - pagina 24
- Domein 4: fictie - pagina 54


Kleurcodering:
- Oranje = Ik kreeg hier een vraag over tijdens mijn toets (disclaimer: elke toets is
natuurlijk anders).
- Blauw = Literatuur/video's die je kunnen helpen om je te verdiepen in het onderwerp.
- Groen = Oefenvraag




1

,Domein 1: Vakdidactiek
1.1 Professionele context
1.2 Taalontwikkelend lesgeven
1.3 Taal en zorg

ABCD-model (NT2) =
Fase A: De oefeningen in deze fase zijn vooral gericht op receptieve taalvaardigheden. In
deze fase staat het aanbieden van de taalmiddelen centraal. Dit wil zeggen dat de nadruk
ligt op het begrijpen van teksten (zowel in gesproken als geschreven vorm). De
vaardigheden zijn daarom met name luisteren en kijken.
Fase B: In de B-fase worden de taalmiddelen ingeslepen. We noemen deze fase dan ook de
consolideringsfase. Concreet gezegd wordt hier de taal (woorden, zinnetjes, grammaticale
structuren) aangeboden en geoefend die nodig is om te kunnen communiceren in de
doeltaal. De oefeningen zijn vaak sterk gestructureerd. Zelf spreken en schrijven komen
voor het eerst aan bod. (reproductie)
Fase C: De volgende fase biedt de deelnemers de ruimte om de taal die in de vorige twee
fasen opgestoken is te gaan produceren en zo uitdrukking te geven aan eigen ideeën. De
taalproductie in deze fase is nog gestuurd.
Fase D: In deze laatste fase komen de deelnemers tot vrije productie van de taal, waarbij ze
slechts weinig of zelfs geen hulpmiddelen meer aangeboden krijgen. Het doel is hier om
echte communicatie tot stand te brengen (productie).
Tijdens de les heeft de docent een werkvorm bedacht waarbij de leerlingen de betekenis van
moeilijke woorden uit een tekst moeten opzoeken. Bij welke fase van het ABCD-model past
deze werkvorm?
A) Consolideringsfase
B) Gestuurde productie
C) Vrije taalproductie
D) Aanbieden van taalmiddelen

academische taalvaardigheid (CAT) = Als kinderen ouder worden en meer taal leren, is
het belangrijk dat de stap naar de Cognitieve Academische Taalvaardigheid (CAT) wordt
gemaakt. Deze overgang is een geleidelijk proces, waarin er een overgang plaatsvindt van
concreet naar abstract taalgebruik. Er worden nu ook complexe verbanden gelegd. En de
taal wordt steeds nauwkeuriger en specifieker. Een voorbeeld is: Het wordt warmer (DAT) >
De temperatuur stijgt (CAT). Omdat de ontwikkeling van CAT meestal op school plaatsvindt,
wordt CAT ook wel schooltaal genoemd.
alledaagse taal (DAT) = Dagelijkse Algemene Taalvaardigheid.

analfabeet (functioneel) = Iemand is functioneel analfabeet wanneer zijn leesniveau zo
laag is dat hij zich niet kan redden in een geletterde maatschappij.

attitude (socio-affectieve factoren) = de basishouding die iemand heeft tegenover het
leren van een nieuwe taal (bijvoorbeeld positief).

Vier benaderingen NT2 = Grammaticaal-vertaalbenadering, audio-linguale benadering,
communicatieve benadering en receptieve benadering.




2

,grammaticaal-vertaalbenadering = Met deze methode leren studenten grammaticale regels
en passen ze deze toe door zinnen te vertalen tussen de doeltaal en hun moedertaal.
Luisteren en praten worden niet behandeld. https://www.youtube.com/watch?
v=RCLM7ZXp2nc
audio-linguale benadering = In audio-oraal is er geen uitleg over de grammatica - alles wordt
gewoon onthouden zoals het is. Het idee is om de leerlingen naar een bepaalde constructie
te laten verwijzen om spontaan gebruik te bereiken. De lessen zijn daarom opgebouwd rond
continue herhalingsoefeningen, waardoor studenten weinig of geen controle hebben over
hun resultaten. De docent vraagt om een precies antwoord en laat geen fouten aan de kant
van de studenten voorbijgaan. Dit type activiteit bij het leren van talen staat lijnrecht
tegenover communicatief taalonderwijs. https://www.youtube.com/watch?v=QjbewExPM_Q
communicatieve benadering = Taal wordt beschouwd als middel om een boodschap over te
brengen. (NT2) Vaak wordt hiervoor het ABCD-model voor gebruikt. Doel: taalroutines en
taalhandelingen. https://www.youtube.com/watch?v=xlOjvHWKun8
receptieve benadering = Eerst luisteren, eerst begrip (woordenschat) van T2 vergroten en
daarna pas produceren. Het begrijpen van T2 is belangrijk bij deze benadering.
“Grammatica hoeft niet uitgelegd te worden, alles wordt gewoon onthouden zoals het is. Als
je leerlingen verwijst naar een bepaalde constructie, zorg je ervoor dat ze spontaan gebruik
bereieken.” Bij welke benadering past deze uitspraak?
A) Grammaticaal-vertaalbenadering
B) Audio-linguale benadering
C) Communicatieve benadering
D) Receptieve benadering

Meer weten? Handboek Nederlands als tweede taal - pagina 60


auditieve discriminatie = Een gesproken woord in klanken kunnen opdelen.

automatisering (lezen) = Het in een oogopslag herkennen van gelezen woorden.

beoordelaarseffecten (toetsing) = 100% betrouwbaarheid krijgen we nooit, maar door als
beoordelaar alert te zijn op een aantal belangrijke beoordelingsfouten, kun je de
betrouwbaarheid van de toets optimaliseren.

Eerste indruk: Neiging tot snel oordelen

Halo-effect: Een gunstige indruk op een aantal criteria wordt doorgezet in een gunstige
beoordeling op andere criteria
https://www.youtube.com/watch?v=T_SN4FouFn8

Horn-effect: Een ongunstige indruk op een aantal criteria wordt doorgezet in een ongunstige
beoordeling op andere criteria

Contaminatie-effect: De beoordelaar kent aan de beoordeling van het werk nog andere dan
de bedoelde functie(s) toe. Het beïnvloedt de objectiviteit. Contaminatie betekent letterlijk
besmetting.



3

, Projectie: Het toeschrijven van eigen (positieve of negatieve) eigenschappen aan de student

Stereotype: Een student eigenschappen toekennen op basis van een groep waartoe hij
behoort

Centrale tendentie: De neiging om steeds in het midden te beoordelen

Sequentie of volgorde effect: De nawerking van voorafgaande beoordelingen van het werk
van andere studenten bij het beoordelen van een studentprestatie.

Signifisch of opvattingseffect: De effecten die optreden indien de beoordelingstaak
verschillend wordt opgevat door twee of meer beoordelaars.

Normverschuiving: De neiging van een beoordelaar zich in de strengheid van zijn
beoordelingen aan te passen aan het gemiddelde prestatieniveau van een groep
kandidaten.

betekenisaspecten = Kenmerken die aan woorden toegekend worden. (appel = groen, fruit,
eten).

betekenisonderhandeling = Bij betekenisonderhandeling gaat het erom samen actief te
bedenken en te verwoorden wat een bepaald vakbegrip nu precies inhoudt, hoe je het kunt
waarnemen, hoe het tot stand komt etc.

betrouwbaarheid (toetsen) = De mate waarin de scores op een toets consistent,
nauwkeurig en reproduceerbaar zijn.

bruikbaarheid (toetsinstrumenten) = De toets is:

* uitvoerbaar en efficiënt

* binnen de beschikbare tijd te maken door studenten.

* in de beschikbare tijd door docenten na te kijken.

* De nakijkprocedures zijn zodanig dat alle studenten een goede en even grote kans hebben
om hun kunnen te demonstreren.

* heeft een goede opbouw; is zodanig dat deze de student stimuleert en steunt bij het
leveren van een goede toetsprestatie.

Meer weten? Handboek Nederlands als tweede taal - pagina 370

cesuur (toetsinstrumenten) = De cesuur is de zak/slaaggrens bij de beoordeling van een
toets. Daarbij stel je jezelf dus de vraag welke score een student tenminste moet behalen
om een voldoende te halen of om te slagen. Het aantal punten wat voldoende is voor een
voldoende wordt norm genoemd.



4

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper drijfhoutdaniellee. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €13,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 75632 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€13,99  33x  verkocht
  • (4)
  Kopen