100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten
logo-home
Uitgebreide samenvatting: 'MT02 Tekst & Taal' €4,48
In winkelwagen

Samenvatting

Uitgebreide samenvatting: 'MT02 Tekst & Taal'

6 beoordelingen
 18 keer verkocht

In dit document vind je een uitgebreide samenvatting van het vak 'MT02: Tekst & Taal'. Dit vak wordt gegeven in jaar twee van MIC, in de specialisatie tekstschrijven. Je krijgt uitleg over interpunctie, ontleden, valkuilen en tekststructuur - verduidelijkt met voorbeelden. Ook zit er een oefentoets...

[Meer zien]

Voorbeeld 3 van de 22  pagina's

  • 24 maart 2018
  • 22
  • 2017/2018
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (2)

6  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: cedricvancoblijn • 1 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: clairedecourt • 4 jaar geleden

goede samenvatting, alles staat erin!

review-writer-avatar

Door: umavanhinte • 4 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: stevenwajer8 • 5 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: melissatiggeman • 6 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: quintenbrouwer • 6 jaar geleden

avatar-seller
Esmeeguusje
TEKST & TAAL
Samenvatting




Esmee Bakker


,Inhoud

1 Ontleden............................................................................................................................................. 2
1.1 De persoonsvorm............................................................................................................................. 2
1.2 Het onderwerp.................................................................................................................................. 2
1.3 Het gezegde (werkwoordelijk en naamwoordelijk)............................................................................2
1.4 Het lijdend voorwerp......................................................................................................................... 3
1.5 Het meewerkend voorwerp............................................................................................................... 3
1.6 De bijvoeglijke bepaling.................................................................................................................... 4
1.7 De bijwoordelijke bepaling................................................................................................................ 4
1.8 De hoofdzin, rompzin en bijzin.......................................................................................................... 4
1.9 Mini-toets ontleden........................................................................................................................... 5

2 Interpunctie........................................................................................................................................ 7
2.1 De punt............................................................................................................................................. 7
2.2 De komma........................................................................................................................................ 7
2.3 Beletselteken.................................................................................................................................... 7
2.4 Het vraagteken................................................................................................................................. 7
2.5 Het uitroepteken............................................................................................................................... 7
2.6 De puntkomma................................................................................................................................. 7
2.7 De dubbele punt............................................................................................................................... 7
2.8 De aanhalingstekens........................................................................................................................ 7
2.9 Het aandachtsstreepje...................................................................................................................... 8

3 Struikelblokken.................................................................................................................................. 9
3.1 Hen/hun............................................................................................................................................ 9
3.2 Dat/wat............................................................................................................................................. 9
3.3 Als/dan.............................................................................................................................................. 9
3.4 Sommige(n), andere(n), enkele(n), etc.............................................................................................9
3.5 Heel/hele......................................................................................................................................... 10
3.6 Waarmee/met wie........................................................................................................................... 10

4 Stijlfiguren (en stijlfouten).............................................................................................................. 11
4.1 Pleonasme...................................................................................................................................... 11
4.2 Tautologie....................................................................................................................................... 11
4.3 Contaminatie................................................................................................................................... 11
4.4 Foutieve samentrekking.................................................................................................................. 12
4.5 De foutieve beknopte bijzin............................................................................................................. 12
4.6 Kettingzinnen.................................................................................................................................. 12
4.7 Lange aanloop................................................................................................................................ 12
4.8 De tangconstructie.......................................................................................................................... 12
4.9 Lijdend schrijven............................................................................................................................. 13
4.10 Naamwoordstijl............................................................................................................................. 13
4.11 Inversie......................................................................................................................................... 13

5 Structuur.......................................................................................................................................... 15

6 Spreekwoorden en gezegden......................................................................................................... 16

, 1 Ontleden

1.1 De persoonsvorm
Regel: je kunt op drie manieren de persoonsvorm vinden:
1. Maak de zin vragend, het woord dat vooraan komt te staan is de persoonsvorm;
2. Verander de tijd van de zin, het woord dat mee verandert is de persoonsvorm;
3. Verander het aantal van de zin (meervoud/enkelvoud), het woord dat mee verandert is de
persoonsvorm;

Voorbeeldzin: Wij zaten op school.
Antwoord:
1. Zaten wij op school?
2. Wij zitten op school.
3. Ik zat op school.



1.2 Het onderwerp
Regel: je vindt het onderwerp door de vraag te stellen: wie/wat + gezegde? Het antwoord op deze
vraag is het onderwerp; dit kan één woord zijn, maar ook meerdere woorden of zelfs een complete zin.

Voorbeeldzin: Ik moet een artikel schrijven.
Antwoord: het gezegde in deze zin is moet schrijven. Je stelt dus de vraag ‘wie of wat moet (een
artikel) schrijven?’ het antwoord is ‘ik’, dus ‘ik’ is het onderwerp.

Voorbeeldzin: Dat oude huis moet gesloopt worden.
Antwoord: wie of wat moet gesloopt worden? Dat oude huis.

Voorbeeldzin: Dat je mij hebt voorgetrokken, heeft nare gevolgen.
Antwoord: wie of wat heeft nare gevolgen? Dat je mij hebt voorgetrokken.



1.3 Het gezegde (werkwoordelijk en naamwoordelijk)
Het gezegde zegt iets over het onderwerp. Het geeft aan wat het onderwerp doet of is. Het gezegde
bestaat uit de persoonsvorm en eventuele aanvullingen.

Bij het gezegde doen zich drie mogelijkheden voor:
1. Persoonsvorm zonder aanvullingen
Voorbeeldzin: Coen koopt een boek.
Antwoord: Koopt is hier de persoonsvorm én het gezegde.
2. Persoonsvorm + één of meer werkwoorden
Voorbeeldzin: We hebben een artikel geschreven.
Antwoord: Hebben is hier de persoonsvorm en hebben geschreven is het gezegde.
3. Persoonsvorm + één of meer (naam)woorden
Voorbeeldzin: Mieke is blij.
Antwoord: Is is persoonsvorm, is blij is gezegde

Dit zijn jouw voordelen als je samenvattingen koopt bij Stuvia:

Bewezen kwaliteit door reviews

Bewezen kwaliteit door reviews

Studenten hebben al meer dan 850.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet jij zeker dat je de beste keuze maakt!

In een paar klikken geregeld

In een paar klikken geregeld

Geen gedoe — betaal gewoon eenmalig met iDeal, creditcard of je Stuvia-tegoed en je bent klaar. Geen abonnement nodig.

Direct to-the-point

Direct to-the-point

Studenten maken samenvattingen voor studenten. Dat betekent: actuele inhoud waar jij écht wat aan hebt. Geen overbodige details!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Esmeeguusje. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,48. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 67479 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Begin nu gratis
€4,48  18x  verkocht
  • (6)
In winkelwagen
Toegevoegd