DIËTISTISCH HANDELEN
TENTAMEN II
Tentamenstof: week 1 t/m 16
Week 17: vrijdag 14 januari
11:30 – 13:30
, Tentamenstof
Week Onderwerp
1 DTD en kwaliteitszorg
2, 3 & 6 Obstipatie en diarree
2, 4 & 6 IBS en divertikelziekten
2, 5 & 6 IBD
8&9 Pre- en probiotica
8, 11, & 12 Maag en pancreas
8 & 12 Gal en lever aanvulling
13, 14 & 16 Allergieën
13, 15 & 16 Voedselovergevoeligheid
Week 1: DTD en
13 & 16 Coeliakie
kwaliteitszorg
Je kunt benoemen waarom er aandacht voor kwaliteitszorg moet zijn
en je bent bekend met het Kwaliteitsregister Paramedici
Week 2, 5 & 6: IBD
Je kunt de meest voorkomende operaties aan het
spijsverteringskanaal toelichten en de gevolgen daarvan benoemen.
Week 8 & 9: pre- en probiotica
Je kunt de werking van pro- en prebiotica uitleggen aan een cliënt
met maag- of darmaandoeningen en deze indien wenselijk inzetten
in je behandeling
Week 13, 14 & 16: allergieën
Je kunt omschrijven wat er verstaan wordt onder
voedselovergevoeligheid, voedselallergie, voedselintolerantie en van
voedselaversie.
Week 13, 15 & 16: voedselovergevoeligheid
Je kunt omschrijven wat er verstaan wordt onder
voedselovergevoeligheid, voedselallergie, voedselintolerantie en van
voedselaversie.
, Leverinsufficiëntie
Functies van een gezonde lever
1. Via de vena porta en de aerteria hepatica komt bloed de
lever binnen. De vetten, koolhydraten en eiwitten die uit de
darmen komen, komen hier om verwerkt te worden en ATP te
maken.
2. Detoxicatie: er worden giftige stoffen uit het bloed gehaald en
stoffen die we niet meer nodig hebben afgevoerd.
3. Het opslaan van verschillende stoffen: ferritine, vitamines.
4. Het produceren van plasmaeiwitten, zoals albumine.
5. Het maken van stollingsfactoren die ervoor zorgen dat we niet
doodbloeden
6. Het produceren van gal. Hierin kunnen we onze afvalstoffen
kwijt, zoals bilirubine, cholesterol en galzouten.
Wat is leverinsufficiëntie?
Het volgt een route van een gezonde
lever naar een vervette lever, naar een
leverontsteking en uiteindelijk naar
cirrose. Alle stadia zijn reversibel,
behalve de laatste. In Nederland is de
grootste oorzaak alcoholmisbruik en in Azië en Afrika zijn infecties
met Hepatitis B en C de grootste oorzaak.
Levercirrose
Bij levercirrose verandert de lever langzaam in een groot litteken.
Hierdoor ontstaat functieverlies, wat zorgt voor klachten:
Portale hypertensie
De bloedstroom kan de lever niet meer goed bereiken door de
littekenvorming. Hierdoor zal de bloeddruk verhogen, waardoor de
volgende complicaties kunnen optreden:
Nierinsufficiëntie (= een verminderde nierfunctie)
Oesofagusvarices (= kwetsbare vaten in de slokdarm)
Ascites (= water wordt uit de bloedvaten gedrukt, doordat
het niet kan worden afgevoerd en komt in de buikholte terecht)
Verminderde galaanmaak
Dit zorgt voor een opstapeling van bilirubine (= een afvalstof die
vrijkomt bij de afbraak van oude rode bloedcellen. Het is giftig voor
het lichaam en wordt door de lever uit het bloed gehaald en aan de
galvloeistof toegevoegd). In dit geval is de lever niet in staat om dit
te doen, waardoor een ophoping van bilirubine ontstaat en
complicaties veroorzaakt zoals:
, Icterus (= geelzucht). Hierbij is de huid en het oogwit geel
gekleurd, de urine donker en de ontlasting licht.
Een hoger cholesterolgehalte. Hierbij ontstaan vetknobbels op
de huid (= xanthelasmata)
Een hoog galzoutengehalte in het bloed (hierbij ontstaat
heftige jeuk)
Gebrek aan plasmaeiwitten
Plasmaeiwitten zijn eiwitten in het bloed. De belangrijkste zijn
albumine, fibrinogeen en globuline. Ze beschermen het lichaam
tegen infecties. Ze worden in de lever geproduceerd, dus bij
levercirrose ontstaat er een gebrek aan plasmaeiwitten. Dit
veroorzaakt ascites.
Gebrek aan stollingsfactoren
Een stollingsfactor is een eiwit dat in het bloedplasma voorkomt en
noodzakelijk is voor bloedstolling. Bloedstolling is het proces waarbij
bloed, dat aan de lucht wordt blootgesteld, klontert en hard wordt.
Het beperkt bloedverlies. Een aantal stollingsfactoren worden in de
lever geproduceerd, dus bij levercirrose ontstaat er een gebrek aan
stollingsfactoren. Dit veroorzaakt bloedingen.
Het uitvallen van de detoxfunctie
De lever filtert afvalstoffen uit het bloed die door andere delen van
het lichaam zijn geproduceerd. De lever kan afvalstoffen omzetten
tot niet-schadelijke stoffen of stoffen die in het lichaam kunnen
worden hergebruikt. Ook kunnen via de lever en de gal afvalstoffen
direct naar de darm worden afgevoerd en uitgescheiden. Een
voorbeeld hiervan is cholesterol. Bij ernstige leverziekten kunnen
afvalstoffen zich ophopen in het lichaam. Ook ammoniak kan zich in
het lichaam gaan opstapelen. Dit zorgt voor hepatische
encefalitis (= een ernstige hersenaandoening door de gifstoffen in
ons bloed, wat kan zorgen voor verwardheid,
persoonlijkheidsveranderingen, coma en overlijden)
Behandeling levercirrose
De behandeling van levercirrose is een levertransplantatie.
Behandeling bij de voorgaande stadia:
Stoppen met roken
Stoppen met alcohol drinken
Aanpassen medicatie (diuretica, lactulose en klysma’s)
Zoutbeperking (om ascites te verminderen)
Eiwitbeperking (waardoor minder ammoniak ontstaat om
hepatische encefalitis te voorkomen