Samenvatting
Vrouwenziektes en verloskunde
,Week 1
Inleiding
HARM: Opnames door geneesmiddelen zijn ongeveer 5,6% van de acute opnames.
46% hiervan is vermijdbaar. (= 19.000 per jaar)
Door: verkeerde indicatie, therapie ontrouwheid, onvoldoende monitoring, interactie,
onderbehandeling, contra indicatie, gebruikswijze verkeerd
Medication review: farmaceutische anamnese door apotheker controle labwaarden en juistheid
indicatie. Farmaceuten hebben sinds kort ook een officiële behandelrelatie met de patiënt.
Optimaliseren behandeling in samenwerking met arts.
Kosten per quali: kosten voor een geneesmiddel per gewonnen levensjaar voor kwaliteit
gecorrigeerd.
Geneesmiddelenaanbod groeit continue in NL. Het aanbod stijgt een de prijzen worden extreem
(hoog en laag). De behandeling wordt steeds individueler en de rol van de zorgverzekeraar groeit.
Je moet geholpen door richtlijnen en standaarden de beste keuzecriteria voor de patiënt uitzoeken.
Criteria als: kosten, effectiviteit, gebruiksgemak, bijwerkingen, contra-indicaties, dosering,
interacties, wensen, ervaringen. Je hebt daarnaast goede kennis nodig van werkingsmechanismen
voor het kiezen van het juiste middel in de juiste situatie. Gebruik daarbij ook de juiste
informatiebronnen.
Hypertensie
Hypertensie algemeen:
Hypertensie is zelf eigenlijk geen indicatie om te
behandelen je behandelt om cardiovasculair lijden
te voorkomen.
Eigenlijk geen echte ziekte maar een risicofactor voor
CVA minder voor hart. (hoog cholesterol is andersom)
er is geen duidelijke grenswaarde voor het risico.
Lange termijn complicaties: netvlies, nierfalen,
hartziekten, atherosclerose.
Multifactoriële oorzaak:
- Renale excretie Natrium (water) ECV daalt, arteriële RR daalt.
o Diuretica
Lisdiuretica, thiazidediuretca, aldosteron antagonisten, K+sparende diuretica. Let op,
door volumedaling wordt RAAS geactiveerd aldosteron zorgt voor Na retentie en
K excretie. Cave: hypokaliëmie (ritmestoornissen)
- Sympathisch zenuwstelsel (zorgt voor handhaving RR) remmen perifere blokkers en
centrale stimulatie
o A blokkers
Obsoleet voor hypertensie
o B blokkers
, B blokkers zijn in te delen op selectiviteit: B1
= selectief voor vaten, B2 = niet selectief
werkt ook op de long. Ook in te delen op
lipofiliteit. Effect: hartminuutvolume (en
renine) verlaagt
o Dopamine agonisten
Normaal gesproken ook obsoleet voor
hypertensie maar tijdens zwangerschap
niet.
- RAAS (Renine angiotensine) RR daalt, renine
stijgt, angiotensine 1 stijgt en wordt door ACE
omgezet in Angiotensine 2. Angiotensine 2 is zelf
vassoconstrictief en laat aldosteron stijgen. Aldosteron zorgt voor natrium en wateretentie
o ACE remmers
Doorbreken RAAS. Kan dus zorgen voor hyperkaliemiemgeef niet met diuretica,
kaliumsparende diuratica en NSAIDS. Prikkelhoest door ophoping bradykinine.
o AT1 en 2 antagonisten
AT1 receptoren op hartspierweefsel en vaatwand: vasoconstrictie en zorgen voor
aldosteronsecretie. effectieve RAAS blokkade, wel verhoogd AT2
(terugkoppeling). AT2 receptoren op nier, hersenen bijnier, uterus: vasoconstrictie.
o Renineremmers
Geen vorming AT1 en 2, geen BK.
- Tonus vasculair spierweefsel vaatdiameter doen dalen
o Ca antagonisten
Meer gebruikt bij AF dan bij hypertensie. Bijwerkingen: flushes, oedeem,
hartkrachtdaling, duizelig, palpitaties.
Bij te weinig werking therapie gebruik dan combinatietherapie uit verschillende groepen. Geef geen
dubbele RAAS blokkade: onveilig met name door bijwerkingen, hyperK+, hypotensie, nierfalen. Geef
Raas blokkade samen met een ca-antagonist of diureticum.
Hypertensie is nooit geïsoleerd. Neem altijd andere risicofactoren er bij! Gebruik risicotabel voor het
inschatten van het risico op 10-jaars ziekte of sterfte. Dit is alleen te gebruiken bij primaire preventie,
als er dus nog geen ziekte is. DM en RA kunnen de tabel wel gebruiken maar moeten 15 jaar op hun
leeftijd doen. risico onder de 10& = niet medicamenteus behandelenn, 10-20% = alleen bij
risicoverhogende factoren (eerstegraads familielid met premature HVZ, lichamelijke inactiviteit, Hoog
BMI en slechte nierfunctie eGFR <65 30-60, of <30), >20%= behandelen.
, Zwangerschap
- Pre-existente hypertensie (verhoogd RR voor 20e week gemeten)
o Vóór zwangerschap ACEremmer, AT1 antagonist of Atenolol labetolol
o ACE remmers en AT1 antagonisten zijn bij zwangerschap gecontraïndiceerd vanwege
hogere mortaliteit en morbiditeit foetus.
o Over ca antagonisten is aar weinig bekend dus voorzichtigheid geboden.
o B blokkers ontraden vanwege gedaalde hartminuutvolume kan de
placentadoorbloeding dalen.
o Diuretica zorgen hier ook voor door dalen van het totale circulerende volume.
o B blokkers en diuretica niet volledig gecontraindiceed maar altijd enkele weken voor
partus staken ivm. Beter op gang komen weeën.
o Streven: diastolisch 90-110 (normotensie is niet haalbaar)
- Zwangerschapshypertensie (Hypertensie ontstaan na 20e week)
o >95 mmHg diastolisch doorverwijzen naar obstetrisch specialist
o 100-110 ter bewaking opnemen
o Kans op eclampsie vermindert bij behandelen pre-existente en
zwangerschapshypertensie
o Risico hersenoedeem en insulten moeder. Boven 110 indicatie antihypertensiva
o Zoutbeperking niet effectief
- Pre-eclampsie (naast hypertensie ook proteïnurie >0,3 g/24h)
o Belangrijkste oorzaak moedersterfte (mn hersenbloeding)
o (eclampsie = pre-eclampsie met insulten)
o Labetolol, methyldopa of ketanserine
o Magnesiumsulfaat tegen insulten
Methylopa centrale sympaticusstimulatie
- Jarenlange ervaring mee dus eerst keus
Labetolol A en B blokker
- Verandert het hartminuutvolume niet of nauwelijks
- Als enige B blokker geregistreerd
- Bij pre-eclampsie net IV geven
Ketanserine (iv)
- Klinische toepassing bij HELLP syndroom of pre-eclampsie
- Oraal alleen preventief effect als aanvulling op ASA
Dihydralazine
- In acute situaties bewerkstelligt snelle bloeddrukddaling
Nifedpine Ca antagonist
- Laatste trimester
Anticonceptie
Bij keuze anticonceptie rekening houden met:
- SOA: met koperspiraal verhoogde kans PID