Week 1: literatuur
Taekema: Sleutelen aan de rechtsstaatgedachte: Het nut van samenwerking tussen rechtsfilosofie,
rechtssociologie en rechtswetenschap
Er bestaat geen duidelijke betekenis voor de rule of law, een veelgebruikte term in de Engelstalige
rechtsfilosofie. Enerzijds zegt men dat het rechtsstatelijk gehalte van een rechtssysteem wordt
bepaald door vereisten voor het opstellen van werkende rechtsregels, anderzijds zegt men dat een
rechtsstaat de rechten van burgers moet beschermen of een zeker moreel gehalte dient te hebben.
Essentially contested concept: het meningsverschil beperkt zich niet tot de uitwerking van wat er wel
of niet onder moet vallen, maar het betwist wat de kern van het begrip uitmaakt.
Conceptions: verschillende voorstellen voor invulling van zo’n concept.
Brian Tamanaha categoriseerde zijn rechtsstaatstheorieën op twee schalen: formele vs inhoudelijke
concepties, en ‘dunne’ vs ‘dikke’ concepties. De Nederlandse rechtsstaat is dik en inhoudelijk.
Waldron voegde nog een derde aspect toe aan de rechtsstaatgedachte: inhoud, vorm, procedures.
Hiermee deelt hij de formele concepties van Tamanaha door tweeën; enerzijds de vereisten die
zorgen voor de juiste vorm en wijze van totstandkoming van regels, anderzijds de vereisten die
gesteld worden aan de procedures waarmee de rechtsnormen geëffectueerd worden.
Een kernmerk van de rechtsfilosofie is dat het moeite heeft om substantieel te vernieuwen.
Theorieën zijn allemaal op elkaar gebaseerd, dus veel nieuwe informatie komt niet tot stand.
Kenmerkend voor de rechtssociologie is de bottom-up, inductieve benadering van (de opvattingen en
het gebruik) van het recht. Hertogh onderscheidde vier typen houdingen ten opzichte van het recht:
juridisch actief, gezagsgetrouw, cynisch of een buitenstaander.
Rule of law reform: hoe kan ervoor gezorgd worden dat staten na een conflict, burgeroorlog of
omwenteling zich met behulp van het recht tot een fatsoenlijk functionerende staat ontwikkelen?
Het gaat hierbij vooral om de export van het rechtsstatelijke gedachtegoed naar gebieden waar dat
nog onvoldoende aanwezig is.
Rechtssociologie:
+ De kracht van de sociologie is de contextuele beschrijving van de maatschappelijke praktijk.
+ Rechtssociologisch onderzoek levert een noodzakelijke empirische basis voor de
rechtsstaatgedachte door deze te koppelen aan de normatieve verwachtingen van burgers.
- Onderzoek naar bestaande opvattingen is alleen relevant als empirische argumenten worden
erkend als valide argument binnen normatieve theorievorming. Dit is niet mogelijk als feitelijke
uitspraken en normatieve uitspraken als ongelijksoortige categorieën worden beschouwd die niet
vermengd kunnen worden.
- Empirische sociologie zonder stevig fundament kan blijven hangen in een betekenisloze
beschrijving.
Rechtsfilosofie:
+ De kracht van de filosofie is de conceptuele argumentatie en de verbinding met morele waarden.
- Het is problematisch dat feitenonderzoek en waardegeladen normatieve theorieën wederzijds
afhankelijk en verweven zijn (essentially contested concept).
1
,- Filosofische theorievorming zonder inbreng van juridische en sociologische analyse kan verzanden
in een herhaling van zetten.
Rechtsgeleerdheid:
+ De kracht van de rechtswetenschap is de kritische analyse van instituties.
- Juridische analyse zonder theorievorming en empirische voeding kan leiden tot ongefundeerde
normatieve uitspraken.
Integratie van de drie disciplines is alleen mogelijk als de wederzijds afhankelijkheid van
rechtsstatelijke normen, achterliggende waarden en de feitelijke stand van zaken wordt
aangenomen. De gedachte van een combinatie van disciplines als ‘interdisciplinaire triangulatie’ is
dat bepaalde vragen alleen vanuit de invalshoek van een specifieke discipline goed te beantwoorden
zijn, maar dat tegelijkertijd een antwoord op verschillende vragen nodig is om tot een goed resultaat
te komen.
Weyers: Verdergaan met de sociale-werkingsbenadering
In de ogen van Griffiths is theorieontwikkeling de belangrijkste taak van een academisch
rechtssocioloog. Hij stelde een theorie op over de sociale werking van wetgeving (de sociale-
werkingsbenadering). Hierbij onderscheidde hij directe en indirecte effecten van een wet. Het directe
effect is het gedrag dat door de regel wordt geleid. De gevolgen van deze directe effecten, zijn de
indirecte effecten. De indirecte effecten zijn meestal de beoogde effecten van de wetgever (vaak
veiligheid en gezondheid). Ook schrijft hij over de mobilisering van het recht, waarbij hij het heeft
over zowel het naleven van een regel, als het verklaren van gedrag met behulp van een regel. Primair
mobiliseren is een persoon die zelf gebruikmaakt van het recht, secundair mobiliseren is wanneer
anderen het recht gebruiken om bijvoorbeeld een gedragsverandering bij iemand te bewerkstelligen.
Moore introduceerde het begrip semiautonome sociale velden (SASV’s). Een SASV is de plaats waar
van een regel gezegd kan worden dat deze bestaat. Verder worden SASV’s gedefinieerd met behulp
van twee functionele kenmerken: regels voortbrengen en handhaven. Griffith stelt dat hoe meer een
SASV op een primaire groep lijkt, des te groter de sociale gelijkheid is en hoe afhankelijker de leden
van elkaar zijn, des te effectiever is de interne sociale controle. Dit wordt ook wel de taaiheid van de
SASV genoemd. Weinig taaie (vormeloze) SASV’s leiden tot een hoge mate van direct effect.
Hertogh & Weyers: Hoofdstuk 1: Recht van onderop: het perspectief van de rechtssociologie
Rechtssociologie bestudeert de wisselwerking tussen recht en maatschappij. Terwijl juristen zich
bezig houden met het geldende recht (law in the books), zijn rechtssociologen gericht op de
maatschappelijke betekenis van dit recht (law in action).
Het perspectief van de rechtssociologie kan het beste worden gekarakteriseerd met het begrip ‘recht
van onderop’, dat op twee verschillende manieren kan worden ingevuld:
- Recht ‘van onderop’: rechtssociologen kijken niet vanuit het recht naar de maatschappij,
maar juist vanuit de maatschappij naar het recht. De aandacht gaat vooral naar de betekenis
van wetgeving of rechtspraak in het dagelijks leven van de burgers. Terwijl binnen een
juridische benadering de nadruk ligt op de bestudering van juridische normen in hun
onderlinge relatie tot elkaar, ligt in een rechtssociologische benadering de nadruk op de
bestudering van deze normen in hun relatie met alle mogelijke andere sociale verschijnselen.
- ‘Recht’ van onderop: rechtssociologen maken gebruik van een ruimer rechtsbegrip dan dat in
bijvoorbeeld het strafrecht gebruikelijk is. Naast alle vormen van officieel recht is de
2
, rechtssociologie ook geïnteresseerd in verschillende vormen van niet-officieel (niet-statelijk)
recht. Het gaat hierbij om regels die groepen mensen zelf belangrijk vinden en waar zij in de
praktijk naar handelen (levend recht).
De meerwaarde van de rechtssociologie is dat het, op basis van theoretisch en empirisch onderzoek,
inzicht biedt in de maatschappelijke context van het recht. Deze context is samen te vatten in drie
stellingen:
1. Recht is mensenwerk: rechtssociologie toont het sociale karakter van het recht. Het recht
staat niet buiten de maatschappij, maar maakt daar onderdeel van uit.
2. Recht en staat zijn niet onlosmakelijk met elkaar verbonden : rechtssociologie toont het
pluralistisch karakter van het recht. Op veel maatschappelijke terreinen (bedrijven,
organisaties, culturele gemeenschappen) moet het officiële recht concurreren met andere
normen en regels.
3. De invloed van het recht staat der discussie : zowel het sociale als het pluralistische karakter
van het recht betekenen dat wetten niet altijd de bedoelde effecten hebben. De mate waarin
een wettelijk voorschrift in de praktijk wordt nageleefd, wordt bepaald door de mate waarin
het recht aansluit bij de eigen normen en regels van de sociale verbanden die het probeert
te beïnvloeden.
Dekker: De strafbaarstelling van straatintimidatie en het risico van etnisch profileren
De ‘sociologie van kritiek’ is van toegevoegde waarde voor de rechtssociologie, doordat zij inzicht
geeft in hoe actoren in verschillende contexten reflexiviteit ontwikkelen over de risico’s van bepaalde
regelgeving. De ‘sociologie van kritiek’ draagt bij aan de literatuur over nationale integratiemodellen
door te laten zien hoe nationale vocabulaires ontstaan in debatten over culturele diversiteit. Deze
vocabulaire leidt tot framing. De vocabulaire verschilt groots tussen landen en dit heeft als gevolg
dat landen verschillende wetten hebben.
Sociale genese: met welke reden het recht tot stand is gekomen.
Framing: blik op een bepaalde kwestie
Week 1: Hoorcollege
Belangrijke begrippen
Legal Consciousness (rechtsbewustzijn): het daadwerkelijk ervaren van (juridische) normen en
waarden
Functies van het recht
Het recht heeft vier functies binnen de samenleving, en aan deze functies liggen aannames ten
grondslag over de waardering, de werking en de toegang tot het recht:
1. Ordenende functie mensen zullen hun gedrag aanpassen aan de regels en gedrag van
anderen zal meer voorspelbaar worden door de regels. Sociale controle speelt hier een grote
rol bij, maar we moeten ons afvragen of dit positief of negatief is.
2. Instrumentele functie het recht wordt gebruikt om bepaalde doelen te gebruiken, zoals
bijvoorbeeld bepaalde regeringsdoelen bereiken. Het recht is het instrument van het beleid.
3. Geschillenbeslechtigingsfunctie het recht geeft procedures die zien op het vreedzaam
oplossen van conflicten.
3
, 4. Normatieve/expressieve functie het recht geeft uitdrukking aan rechtsstatelijke normen
en waarden die belangrijk worden gevonden in de samenleving. Het type recht hangt af van
de ‘kleur’ van de overheid.
Rechtssociologie
Rechtssociologie is het op een andere manier kijken naar wat recht is, hoe het tot stand komt
(sociale genese) en wat het doet (sociale werking). Het gaat hier om een extern perspectief op het
recht, in plaats van alleen een intern (juridisch) perspectief. Er wordt gebruik gemaakt van een
ruimere opvatting van recht en regels (recht van onderop). De rechtssociologie heeft een bottom-up
principe op macro- (systemen), meso- (instituties), en microniveau (individuen). Hierbij is interactie
tussen deze niveaus ook belangrijk.
Artikel Taekema (perspectieven op het recht)
Taekema benadrukt het belang van een combinatie van de disciplinaire perspectieven om de
complexiteit van (de totstandkoming en werking) van het recht en juridische processen te begrijpen
en te duiden. Ze wijst hierbij in het bijzonder op de combinatie van rechtsfilosofie, rechtssociologie,
en rechtswetenschap. Daarnaast kaart zij de empirische en methodologische meerwaarde van de
rechtssociologie aan, gecombineerd met een meer bottom-up benadering dan binnen de
rechtsfilosofie en de rechtswetenschap. Ze introduceert het begrip legal consciousness. Ze pleit voor
erkenning van een meer pluralistisch (klassiek én modern) rechtsbegrip om realistisch te kunnen
reflecteren op de rechtsstaat.
Rechtssociologie vs criminologie
Criminologie Rechtssociologie
Juridische focus Primair strafrecht Alle rechtsgebieden
Benadering Meer a-politiek Meer normatief
Functie recht Sociale controle Sociale gerechtigheid
Focus onderzoek Burgers en politie Alle actoren in maatschappij
Artikel Dekker (sociale genese)
Dekker introduceert de sociale genese van het recht. Hij stelt dat het recht ontstaat door politieke,
economische, en technologische ontwikkelingen, in combinatie met juridische professionals en
rechtsopvattingen van burgers (de daadwerkelijke rechtscultuur). Hij schrijft dat de ‘sociologie van
kritiek’ beter inzicht geeft op de processen en actoren, en hun rol binnen of op het proces van het
maken van wet- en regelgeving.
Artikel Weyers (sociale werking van het recht)
De centrale vraag is of de burger het recht wel kent en waarom zij dit zouden gehoorzamen. Er is
sprake van een gefilterd rechtsbegrip door de kracht van sociale verbanden. Hierbij heeft niet
iedereen gelijke kansen op adequate toegang tot het recht, wat invloed heeft op de sociale werking
van het recht. Weyers schrijft over directe en indirecte effecten van wetgeving en de mobilisering van
het recht. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen directe mobilisering (café-eigenaar haalt
asbakken weg) en indirecte mobilisering (doordat één café-eigenaar asbakken weghaalt, zullen er
meer volgen). Ze schrijft dat directe werking van het recht samenhangt met kennis van de wet en de
aanwezigheid, werking, en taaiheid van semiautonomie sociale velden (SASV). Semiautonome sociale
velden zijn in simpele woorden sociale verbanden/groepen. Binnen deze groepen is een bepaalde
mate van hechtheid (taaiheid) en zijn er bepaalde (on)geschreven regels van kracht waar de mensen
zich elkaar op aanspreken als hier niet aan wordt gehouden. Wanneer er sprake is van een taai
4