Samenvatting van het gehele boek 'De financiële functie Beslissingen en Planning' vierde druk. Deze samenvatting is inclusief veel voorbeeldopgaven met uitwerkingen. Te gebruiken voor het vak financiering 2.
Hoofdstukken:
1. Investeringsbeslissingen
2. Investeringsselectie en onzekerheid
3. Besl...
Samenvatting De financiële functie Beslissingen en planning
1. Investeringsbeslissingen
1.1 De investerings- en financieringsbeslissing
Investeringsproces: Het ontwikkelen, beoordelen, selecteren en evalueren van
investeringsprojecten.
Investeren: Het aanschaffen van vaste of vlottende activa door ondernemingen
Partiële financiering: Er is een directe koppeling tussen de investeringsbeslissing en de
financiering van de investering. Bijvoorbeeld: Het kopen van voorraden met behulp van
leverancierskrediet, het kopen van onroerend goed dat met een hypothecaire lening wordt
gefinancierd en financial lease.
Totale financiering: De totale vermogensbehoefte die voortvloeit uit de activa van de
onderneming, voor zover die niet gedekt zijn door vormen van partiële financiering. Voor
deze totale vermogensbehoefte zoekt de onderneming een financiering. Hierbij wordt gelet
op de financieringskosten en op de omvang van het eigen en vreemd vermogen.
Bij het beoordelen van financieringsprojecten gaan we, tenzij anders vermeld, uit van totale
financiering. De investeringsbeslissing en de financieringsbeslissing worden gescheiden.
Primaire geldstromen: Geldstromen,
die rechtstreeks verband houden met
het primaire proces (alle geldstromen
met uitzondering van de geldstromen
van en naar de vermogensmarkt)
(geldstromen die het gevolg zijn van de
investering) Bijvoorbeeld:
geldontvangsten in verband met de
verkochte producten.
Secundaire geldstromen:
Geldstromen naar de vermogensmarkt.
(geldstromen die met de financiering
van de investering te maken hebben).
Resultatenrekening
1
,De beoordeling van investeringsvoorstellen wordt gebaseerd op geldstromen in de toekomst
en dus op verwachte geldstromen. Bij het beoordelen van investeringsalternatieven speelt
onzekerheid (risico) een belangrijke rol.
1.2 Soorten investeringen
1. Verplichte investeringen (bijvoorbeeld investering i.v.m. milieuvoorschriften)
2. Investeringen voor onderhoud, revisie of vervanging van bedrijfsmiddelen
3. Investeringen voor uitbreiding van de capaciteit van de huidige bedrijfsactiviteiten. Bij
dit soort beslissingen is het nodig voorspellingen te doen over de toekomstige vraag
naar het product en mogelijke reacties van concurrenten
4. Investeringen voor het ontwikkelen, in productie nemen en op de markt brengen van
nieuwe producten.
1.3 Het proces van investeringsselectie
Het proces van investeringsselectie kan in een aantal stappen worden opgesplitst:
Het ontwikkelen van ideeën voor investeringsprojecten
De voorbereiding van de investeringsvoorstellen
Het herzien van bestaande investeringsprojecten
De beoordeling van de investeringsvoorstellen en het opstellen van de
investeringsbegroting
De uitvoering van de geselecteerde investeringsprojecten
Het bewaken van de uitgevoerde investeringen en de evaluatie na beeindiging van
het investeringsproject
Top down-proces: van bovenaf worden richtlijnen gegeven aan medewerkers lager in de
organisatie.
Bottum up-proces: investeringsvoorstellen kunnen van alle niveaus binnen een organisatie
afkomstig zijn.
Het top down-proces vult het bottum up-proces aan. Het eerste proces levert richtlijnen op
die een globaal en strategisch karakter hebben, het laatste proces leidt tot meer concrete
investeringsvoorstellen.
Toelichting figuur 1.2
De hoogte van de vereiste vermogenskostenvoet hangt mede af van het risico dat aan een
project verbonden is.
Alleen bij investeringen met grote bedragen moet een grondige analyse worden gemaakt. Dit
kan bij veranderingen in vlottende of vaste activa.
1.4 Investeringsprojecten
Investeringsproject: het totaal van investeringen in vaste en vlottende activa, dat nodig is
om een bepaalde investeringsbeslissing uit te voeren.
Gevolg van het investeringsproject = (Verwachte) differentiële primaire geldstromen:
de verschillen tussen de verwachte primaire geldstromen van de onderneming na uitvoering
van het investeringsproject en de verwachte primaire geldstromen van de onderneming voor
uitvoering van het investeringsproject.
Schema:
Onderneming met project Onderneming zonder project Door het project
Ingaande primaire Ingaande primaire Differentiële ingaande
geldstromen geldstromen primaire geldstromen
Bij het berekenen van de differentiële geldstroom wordt er uitgegaan van primaire
geldstromen na aftrek van de vennootschapsbelasting. Secundaire geldstromen worden
buiten beschouwing gelaten.
Voorbeeld 1
Gegevens
Investering (op t = 0) € 610.000
Economische levensduur 4 jaar
Bedrijfseconomische restwaarde € 40.000
Fiscale restwaarde € 10.000
Vereiste vermogenskostenvoet 8%
Aangetrokken vreemd vermogen € 400.000 (tegen 5%)
Resultatenberekening
Jaar 1 tot en met jaar 4
Omzet € 1.000.000
Kosten met uitzondering van afschrijvingskosten
en interestkosten € 550.000 -
EBITDA € 450.000
Afschrijvingen ((610.000 - 40.000)/4) € 142.000 -
EBIT = Bedrijfsresultaat € 307.500
Interestkosten € 20.000 -
Resultaat voor belastingen € 287.500
Vennootschapsbelasting (30%) € 86.250 -
Bedrijfseconomisch resultaat na belastingen € 201.250
Veronderstellingen
- Afschrijving = gelijke bedragen per jaar
- Opbrengsten/kosten ontstaan aan einde jaar
- Vpb = 30%
- De (bedrijfseconomische) restwaarde wordt aan het einde van jaar 4
ontvangen. Deze restwaarde is niet verwerkt in tabel 1
- Omzet leidt direct tot geldontvangsten, kosten (met uitzondering
afschrijvingen) leiden direct tot uitgaven
Gevraagd
1. Bereken ten behoeve van de investeringsbeoordeling van project Aero de primaire
geldstromen aan het einde van jaar 1 tot en met jaar 3 (1 berekening ieder jaar is
hetzelfde).
2. Bereken ten behoeve van de investeringsbeoordeling van project Aero de primaire
geldstromen aan het einde van jaar 4. Hierbij moet, naast de geldstromen van vraag
a, ook rekening worden gehouden met de geldontvangsten in verband met de
restwaarde van het project.
3. Geef een verklaring voor het feit dat de vereiste rentabiliteit voor dit project hoger is
dan de interest over het extra aan te trekken vreemd vermogen
4. Geef het verband aan tussen het verloop van de fiscale Ebit na
vennootschapsbelasting en het verloop van de differentiële primaire geldstromen.
2.
Bedrijfseconomische restwaarde € 40.000
Fiscale restwaarde € 10.000 -
Boekwinst € 30.000
Te betalen Vpb over boekwinst (30%) € 9.000 -
Boekwinst na aftrek Vpb € 21.000
Jaarlijkse primaire geldstroom (zie a) € 360.000
Ontvangst (bedrijfseconomische) restwaarde € 40.000 +
€ 400.000
Te betalen belasting over boekwinst € 9.000 -
Differentiële primaire geldstroom eind jaar 4 € 391.000 +
3. Naast het vreemd vermogen moet er ook nog eigen vermogen worden aangetrokken
voor de financiering van het investeringsproject. De verschaffers van het eigen vermogen
vragen blijkbaar een hogere vergoeding dan 5%, waardoor de vermogenskosten
(=kosten van het eigen en vreemd vermogen) op 8% uitkomen.
4. De som van de differentiële primaire geldstromen over de hele projectduur gemeten komt
overeen met de som van de fiscale Ebit's na vennootschapsbelasting van het project.
Als er geen transacties met de vermogensmarkt plaatsvinden, dan is de som van de primaire
geldstromen bovendien gelijk aan de mutatie liquide middelen (en dus ook aan ebit na vpb).
1.5 Methoden om investeringsvoorstellen te beoordelen
De methoden die gebruikt worden om de financiële aantrekkelijkheid van investeringen te
beoordelen, kun je in 2 globale groepen verdelen:
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper accountancy2019. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.