Handige stamplijst met de belangrijkste termen + oefenvragen + belangrijke markeringen voor het tentamen. Hiermee heb ik een 8,1 weten te halen. Een onnodig langdradige samenvatting is niet nodig. Je moet slechts de kern weten. Dit gaat je hiermee lukken!
HC1: Introductie
Behaviorisme Gedragsleer; John Watson. Stelt dat de meeste menselijke gedragingen aangeleerd
zijn en niet aangeboren. Ziet de mens als een tabula rasa = onbeschreven blad.
Behavior Elke meetbare/observeerbare spier, klier of elektrische activiteit van een organisme.
Dus eigenlijk: alles wat een persoon zegt of doet.
Gedrag is soms observeerbaar (overt) maar soms ook niet-observeerbaar (covert)
Overt en Covert behavior Overt behavior = Openlijk gedrag (kun je zien) bv. spelen
Covert (cognitive) behavior = Niet-openlijk gedrag (kun je niet zien) bv. piekeren
Behavior modification Gedragsmodificatie, veranderen van het gedrag.
Ook wel: Applied Pear & Martin (2012): De term gedragsmodificatie omvat gedragstherapie, cognitieve
Behavior Analysis (ABA) gedragtherapie en toegepaste gedragsanalyse
HC: Het toepassen van leerprincipes en technieken om gedrag te meten, beoordelen
en verbeteren zodat het welzijn verhoogt.
7 hoofdeigenschappen:
1. Problemen definiëren in termen van gedrag die we kunnen meten.
➢ Veranderingen in gedrag is de beste indicator voor oplossingen
2. Iemands omgeving aanpassen (stimuli) om mensen beter te laten gedijen.
3. Methodes/rationale wordt precies beschreven zodat ze gerepliceerd kunnen
worden.
4. Technieken worden toegepast door mensen in het dagelijks leven van een person,
bv. ouders, leerkrachten en anderen
5. Oorsprong in onderzoek uit de leerwetenschap.
6. Wordt aantoonbaar gemaakt dat interventie de oorzaak is voor gedragsverandering.
7. Grote verantwoordingsplicht (accountability) van de betrokkenen bij interventies
(bv. client, medewerkers)
Stimuli (antescedent) Mensen/objecten/gebeurtenissen die van invloed zijn op iemands gedrag.
Oefenen Welke van de onderstaande beschrijvingen wordt NIET beschouwd als gedrag in de
context van gedragsveranderingen?
A. Oefenen met pianospelen
B. Een 10 halen voor Behandeling: interventies binnen de orthopedagogiek
C. Iemand zoenen
D. Opruimen
Tijdlijn Pavlov (1900) → klassieke/respondent conditionering (hond/pairing)
gedragsmodificatie ➢ Stimuli (bel) verbinden aan een reflex (kwijlen) = pairing
➢ Voorloper behaviorisme (= gedrag is aangeleerd door de omgeving)
Baer, Wolf en Risley (1968) → toegepaste gedragsanalyse
Thorndike (1874-1949) → operant conditioneren (puzzle box: kat, puzzel, reinforcer)
➢ Law of effect
➢ geen behaviorist
Skinner (1938) → operante conditionering (skinner box: muis, hendel reinforcer)
➢ Goed/slecht gedrag (hendel) verbinden aan beloning/straf (eten/schok)
➢ Eten = reinforcer
➢ Geen eten = geen positieve bekrachtiger = extinctie (uitdoving) gedrag
➢ Ziet de mens gedeeltelijk als tabula rasa (mens wordt geboren als
onbeschreven blad, alles is aangeleerd) met nadruk op leren en omgeving,
maar erkent dat sommige eigenschappen wél aangeboren zijn (radical
behaviorism)
Bandura (1963-1977) → sociale leertheorie
, ➢ Benadrukt dat gedrag niet alleen ontstaat door klassiek en operant
conditioneren, maar ook door sociaal leren (imitatieleren)
Ellis en Beck (1960-1980) → cognitieve gedragstherapie
➢ Je gedachten veroorzaken je emoties
Doelgedrag Het gedrag dat aangepakt moet worden
(target beahvior) Soms wil je doelgedrag verminderen
➢ omdat er sprake is van een behavioral excess = teveel van bepaald gedrag
Soms wil je doelgedrag vermeerderen
➢ omdat er sprake is van een behavioral deficit = te weinig van bepaald gedrag
Behavioral assessment doelgedrag identificeren en omschrijven
Triple P Programma (TPP) 'Triple P' staat voor 'Positive Parenting Program'.
➢ Methode voor ouders
➢ Om emotionele- en gedragsproblemen bij kinderen te voorkomen
➢ Door het aanleren van opvoedvaardigheden
Aanwijzingen:
▪ Consistentie in het negeren van ongewenst gedrag (waardoor het uitdooft)
▪ Duidelijke regels en procedures invoeren
▪ Adviezen over reinforcement (bv. geef kind compliment als het lief zelf speelt)
▪ Adviezen over de omgeving veilig en positief inrichten
Voorkomt bootleg-reinforcement = ongewenste uitkomst van reinforcement
Family Transition Triple P Uitbreiding van het kernprogramma Triple P, bedoeld voor ouders die zijn gescheiden
Programma (FTPP) en problemen ondervinden door de scheiding.
Ongeconditoneerd en Ongeconditioneerd = niet aangeleerd (geen conditionering)
geconditoneerd gedrag Geconditioneerd = wel aangeleerd (wel conditionering)
➢ heeft altijd een backup reinforcer
Behavioral momentum Theorie die niet ondersteund wordt door bewijs
HC2: Klassiek/respondent conditioneren (Pavlov/stimuli-reflex/hond)
Betekenisanalyse Een neutrale stimulus krijgt een nare/positieve betekenis
Little Albert experiment Voorbeeld betekenisanalyse waarin een neutrale stimulus (rat) een nare betekenis
(Watson) (hard geluid) kreeg → conclusie van Watson: gedrag is aangeleerd.
Er werd een angst voor witte ratten geconditioneerd bij een klein jongentje, Albert,
door klassieke conditionering. Wanneer Albert de witte rat wilde aaien, maakte de
onderzoekers een hard vervelend geluid met een hamer waar Albert van schrok. Na
dit 6x gedaan te hebben was Albert geconditioneerd: hij zou van nu af aan bang zijn
om een rat te zien, of er nu een hard geluid was of niet.
Unconditioned reflex Stimulus-respons relatie waar geen leren/conditioneren aan vooraf is gegaan
(UR) (bv. eten maakt hond aan het kwijlen → natuurlijk proces zonder leren)
Unconditioned stimulus Stimulus waar geen leren/conditioneren aan vooraf is gegaan
(US) (bv. eten)
Unconditioned respons Respons waar geen leren/conditioneren aan vooraf is gegaan
(UR) (bv. kwijlen door eten)
Conditioned reflex (CR) Stimulus-respons relatie waar wel leren/conditioneren aan vooraf is gegaan
(bv. bel maakt hond aan het kwijlen)
➢ Je gaat twee dingen verbinden! (pairing) Je verbindt bv. bel + eten =
klassieke conditonering
Conditioned stimulus (CS) Stimulus waar wel leren/conditioneren aan vooraf is gegaan
(bv. bel)
, Conditioned respons (CR) Respons waar wel leren/conditioneren aan vooraf is gegaan
(bv. kwijlen door bel)
Respondent extinction Door het afzwakken van de conditioned respons dooft het gedrag uit
Stel we leren ene hond kwijlen bij een bel. Als wij herhaald dat belletje blijven
aanbieden zonder voedsel te geven zal het kwijlen afnemen
Oefenen Sinds Kelly is gebeten door een hond (conditionering), is zij bang voor honden.
Hond = van US naar CS (want de hond krijgt een nieuwe lading)
Bijten = US (want bijten is van nature al iets naars)
Angst = CR (want ze krreeg de angst na conditionering)
Peter is bang voor het onweer buiten (universele angst)
Onweer = US
Bang = UR (want hij werd bang zonder conditionering)
Als Nancy pizza eet, draait haar moeder altijd jazz muziek (conditionering), na een
tijdje kreeg Nancy een hongergevoel als zij zomaar ergens jazz muziek hoorde
Jazz muziek = van US naar CS (want de jazz krijgt een nieuwe aangeleerde lading)
Pizza = US
Hongergevoel = CR (want ze kreeg hongergevoel na conditionering)
Stimulus generalisatie Een soortgelijke stimulus (bv. wollig konijn en wollige cavia) zorgt voor een soortgelijke
respons (bv. bang zijn voor zowel konijn als cavia)
Stimulus discriminatie Een soortgelijke stimulus (beltoon en pieptoon) zorgt voor een andere respons (hond
reageert alleen op de beltoon)
Higher order conditioning Stimulus wordt een geconditioneerde stimulus door gepaired te worden met een
andere geconditioneerde stimulus. (bv. je paired Beethoven muziek met voedsel.
Daarna pair je beethoven muziek met geel licht. De hond zal ook door het gele licht
gaan kwijlen)
Interventies klassiek Nieuw gedrag aanleren:
(respondent) 1. Plaswekker = manier om zindelijk te worden. Een broekje dat in verbinding staat
conditoneren met een wekker. Als het broekje nat wordt gaat het alarm af. Zo leert het kind wakker
te worden als zijn blaas vol zit. (bel wordt een CS, het toilet wordt een CR)
Oud gedrag afleren:
1. Gedragsexperiment
Je gaat je ‘nieuwe gedachten’ in de praktijk uitproberen (als…dan...)
2. Exposure
Je stelt jezelf bloot aan de angst
Imaginaire exposure: je stelt jezelf er in gedachten aan bloot
Exposure in vivo: je stelt jezelf er in het werkelijke leven aan bloot
Exposure met responspreventie: exposure + het stoppen van de respons (bv.: iemand
met smetvrees zijn handen vies laten worden (exposure) en hem daarna niet zijn
handen laten wassen (responspreventie)
3. Flooding (vliegtuig)
= vaak voor angsten. een persoon voor een langere tijd blootstellen aan de gevreesde
stimulus. Je stelt iemand direct bloot aan de gevreese stimulus. (bv. iemand met
vliegangst een vliegreis naar Parijs laten maken of iemand met hoogtevrees eerst uit
raam op 1e verdieping kijken, dan uit raam op 5e verdieping dan uit raam op 10e
verdieping)
4. Modeling (moeder)
Het goede voorbeeld geven, zodat de ander het gaat overnemen (bv. moeder doet
voor aan haar dochter hoe je de hond wast)
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Tessadana. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.