2: Welke ontwikkelingen in de Europese geschiedenis rond 1800 hebben het ontstaan van het
historisch denken bevorderd? Betrek ook de theorie van Koselleck in het antwoord.
Veel veranderde en daardoor veel meer verschillen met het verleden waardoor je het wilt
onderzoeken.
4: Leg uit dat er samenhang bestaat tussen periodiseren en gevoel voor anachronisme.
Er moet eerst worden geperiodiseerd, voordat besef komt van anachronisme (kennis van periode).
1,3:
2: Leg aan de hand van het voorbeeld van gouverneur Faubus en het voorbeeld van de
onderontwikkeling van Afrika uit welk verband er kan bestaan tussen verklaren en beeldvormen.
Met een verklaring creëer je automatsch een beeld (Beeldvormen dus..)
3: Wat zou in de analyses van een historicus eerst moeten gebeuren. Het geven van een verklaring of
het geven van een interpretatef beeld? Waarom?
Eerst verklaren, daaruit ontstaat interpretatef beeld, daaruit beeldvormen.
1,4:
2: Wat wordt bedoeld met pragmatsche opvatng van het verleden? Welk efect heef historisch
denken hierop?
Lessen leren uit het verleden om je zin te hebben Anders komen ongeldigheden met andere
tjden die niet te vergelijken zijn. aaarmee nuanceer je zulke denkbeelden (OC-ementaliteit)
4: Waarom kan historisch denken mensen minder vatbaar maken voor ideologische en totalitaire
boodschappen?
Historisch misbruik maken om rechtvaardiging te krijgen om iets te kunnen doen. Door historisch te
denken kan je die claims nuanceren.
6: De historicus Emmer sluit zich tot op zekere hoogte aan bij de opvatngen over geschiedenis en de
toekomst zoals ze in deze paragraaf worden besproken. Leg uit.
Contngente speelt een rol. e e kan niet te toekomst voorspellen. Alleen proberen het heden te
begrijpen en verklaren waarom dingen zijn zoals ze nu zijn.
Werkmateriaal
1
2: Oolgens -arr kunnen feiten niet onafankelijk van de historicus bestaan, maar Tuchmann is het
daarmee fundamenteel oneens. Wie heef er het meest gelijk?
-arr, want zonder bronnen en werkwijze historici is er geen geschiedenis, maar alleen verleden.
Feiten zijn dingen die vast te stellen zijn met waarneming en wordt gecreëerd met het schrijven
van geschiedenis. Feiten zijn altjd tjdelijk.
, 2
2: In paragraaf 1,4 wordt het praktsch nut van geschiedenis niet gezocht in mogelijkheden om de
toekomst te voorspellen. Morris denkt daar kennelijk anders over. Weeg beide redeneringen tegen
elkaar af. Aan welke argumentate geef je de voorkeur en waarom?
Morris heef het over patronen op lange termijn met grote groepen. Nooit complete voorspelling.
Mensen verschillen van tjden en ideeën. Verder contngente en je kan de wereld aanpassen zoals je
wilt. We hebben andere normen en waarden, ideeën enzovoort… Tijden verschillen van elkaar.
3: Morris lijkt van mening te zijn dat individuele beslissingen van mensen (zoals dei van de Chinese
keizer om zijn vloot te ontmantelen) geen doorslaggevende rol spelen in de geschiedenis. Welk
belang hecht hij dus aan de rol van contngente in de geschiedenis? Raadpleeg eventueel paragraaf
1,2.
Morris geef individuele beslissingen van de mensen niet zijn eer en negeert het belang van
contngente. e uist die beslissingen leiden tot contngente.
4
2: Wat zegt van Deursen over de wijze waarop geschiedschrijving is gekoppeld aan
vooruitgangsgeloof? Leg een verbinding met wat in paragraaf 1,2 is opgemerkt aan contngente.
Aspecten die we moeten veranderen. Het moet beter dan hoe we het in het verleden deden.
Negateve kijk op het verleden heb je dan.
3: Waarom zijn we volgens van Deursen verplicht om de waarheid over het verleden aan het licht te
brengen? Ben je het met hem eens dat dat een belangrijk argument is?
e e moet de mensen recht doen. Interesse in elkaar wordt je ook beter van. Ook interesse in dode
mensen…
4: Wat wil van Deursen duidelijk maken met het verhaal van e asperina de e ong?
Ze maakt geen onderscheid van de tjden. Ze doet Anachronisme en plaatst kenmerken in de
verkeerde tjd.
Feit = Tijdelijke waarheid.
Opdracht:
Er moet met een nieuwe manier naar Geschiedenis gekeken worden. Men moet oude begrippen
loslaten, zodat men met Geschiedenis met een open blik ernaar kan kijken. Hierdoor komen er
nieuwe aspecten aan het licht met nieuwe termen.
VB: Verzuiling Zware en lichte gemeenschappen
Dit is het netje van Carr (Historicus maakt de waarheid). Het netje is afankelijk van wat voor
resultaten je ophaalt. Bij geen resultaat of teveel resultaat heb je er niets aan. Begrippen moet je
goed afstemmen met je resultaten die je ophaalt.
Samenvatend moet je bij het “netje van Carr” eerst oude begrippen loslaten en dan verzamelen en
nieuw begrip aan koppelen. Bij meerdere begrippen geef het een beter en genuanceerder beeld
over de geschiedenis.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper matthijsniemeijer5. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.