Deze samenvatting gaat over scheikunde hoofdstuk 4.
In deze samenvatting staan duidelijke aantekeningen en belangrijke begrippen die zeker nodig zijn voordat je de toetsweek in gaat! Ik haal gemiddeld een 7,5 /8 met mijn samenvattingen door bijvoorbeeld de belangrijkste hoofdvragen te markeren...
,H4.1 - samenvatting
− Als een atoom een elektron afstaat, krijgt hij een lading +.
− Als een atoom een elektron opneemt/krijgt, krijgt hij een lading -.
− Na+ en Cl-. Natrium geeft een elektron aan chloor.
De positieve natriumionen en de negatieve chlooratomen trekken elkaar aan door hun
tegengestelde lading. Omdat het hier om sterke krachten gaat (aantrekkingskracht),
ontstaat er tussen de ionen een sterke ionbinding. Er wordt een ionrooster gevormd, waarin
de positieve en negatieve ionen regelmatig zijn gerangschikt.
De ionbinding is een sterkere binding dan de vanderwaalsbinding en de waterstofbruggen.
Hierdoor is het smelt- en kookpunt van zouten hoger dan die van moleculaire stoffen.
Zouten hebben onderling ook verschillende smelt- en kookpunten, dat betekent dat de
sterkte van de ionbinding afhankelijk is van de soort ionen die in het zout voorkomt.
Elektrovalentie: het aantal elektronen dat een atoom verliest of wint om een ionische
binding te vormen.
De naam van het metaalion ontstaat door achter de naam van het metaal het woord ion te
plaatsen.
Enkelvoudige ionen: ionen die uit 1 atoomsoort bestaan
Binas tabel 40A: elementen + electronegativiteit
De naam van het niet-metaalion ontstaat door achter het niet-metaal ide te plaatsen.
Samengesteld ion: als in 1 ion 2 of meer verschillende atoomsoorten voorkomen
Er bestaan zowel positieve als negatieve samengestelde ionen.
De atomen waaruit een samengesteld ion is opgebouwd zijn via atoombindingen aan elkaar
gekoppeld. Het samengesteld ion heeft 1 of meer elektronen afgestaan of opgenomen en is
daarom niet neutraal, maar geladen.
Alles staat in binas tabel 66C, behalve hydroxide-ion (OH?)
Binas tabel 66B: samengestelde ionen
Systematische naam: bij zouten staat de naam van het positieve ion voorop, gevolgd door
de naam van het negatieve ion
, De formule van een zout geeft de verhouding aan waarin de ionen in het zout aanwezig zijn.
Verhoudingsformule: zoutformule
Als je weet uit welke ionen een bepaald zout bestaat, kun je de verhoudingsformule van de
desbetreffende stof opstellen.
Voorbeelden:
Triviale naam: namen van een aantal zouten die in de dagelijkse praktijk worden gebruikt
Binas tabel 66A: een overzicht van triviale namen met de bijbehorende systematische naam
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper nisaince. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.