Goede samenvatting van de leerdoelen van het vak sociaalzekerheidsrecht in de K7. In deze samenvatting zijn alle leerdoelen uitgewerkt en zijn de hoorcolleges, de werkcolleges en de literatuur verwerkt.
Leerdoelen Sociaalzekerheidsrecht K7 uitgewerkt
Week 1:
Geschiedenis sociaalzekerheidsrecht:
- 1854: Armenwet
- 1901: Ongevallenwet
- 1913: Invaliditeitswet
- 1913: Ziektewet
- WO II: Commissie van Rhijn
Trends na 1975:
- Forse ingrepen in het stelsel
o Vanwege economische omstandigheden
o Volumebeperking (hoogte en duur)
- Strengere toegang aan de poort
o Wet Poortwachter
o Aanscherping keuringseisen
o Wet huisbezoeken
Latere tendensen:
- Meer accent op actvering (WWWB, WIA en Partcipatewet)
- Terugtrekkende overheid: privatsering en marktwerking
o Doorbetaling loon bij ziekte voor 104 weken
o Privatsering derde WW-jaar
o Zorgverzekeringswet
o Aanvullende pensioenen
- Eigen verantwoordelijkheid
o Zelf aanmelden voor zorgverzekering
o Partcipatesamenleving
- Strengere regels: aanscherping sanctes bij overtreding verplichtngen
Organisatestructuur socialezekerheidsstelsel: werk staat boven inkomen. Vanaf het eerste moment
staan de mogelijkheden om weer werk te krijgen voorop.
- Taken die zich niet lenen voor concurrente worden publiek uitgevoerd en taken die zich daar
wel voor lenen worden privaat uitgevoerd.
- Inkomensfuncte: regels die beogen mensen die niet meer in hun levensonderhoud kunnen
voorzienB, middelen van bestaan geven.
- Re-integrate: gericht op bevordering en instandhouding van deelname aan het
arbeidsproces.
Onderscheid sociale zekerheid:
- Werknemersverzekeringen
- Volksverzekeringen
- Sociale voorzieningen
Werknemersverzekeringen: WWB, WAOB, Wet WIA en ZW.
- Verzekerden: werknemersB, in beginsel op basis van een arbeidsovereenkomst
- Financiering: premiebetaling door werknemers en/of werkgevers gebaseerd op het loon van
de werknemer
- Uitvoering: door het UWV
- Voorwaarden:
o De hoogte is afgeleid van het dagloon. Het dagloon is meestal het in het afgelopen
jaar gemiddeld per dag verdiende salaris tot het maximumdagloon.
o Kennen geen partnerinkomenstoets of vermogenstoets.
o De duur is beperkt en meestal afankelijk van het arbeidsverleden.
Volksverzekeringen: AOWB, WlzB, Anw en Zvw.
- Verzekerden: alle ingezetenen van Nederland
, - Financiering: inkomstenbelastng
- Uitvoering: de Sociale VerzekeringsbankB, de zorgkantoren en de zorgverzekeraars
- Voorwaarden:
o De hoogte is gerelateerd aan het minimumloon.
o Kennen geen partnerinkomenstoets of vermogenstoetsB, tenzij er sprake is van een
uitzondering.
o De duur is niet afankelijk van het arbeidsverleden.
Sociale voorzieningen: PartcipatewetB, AKW.
- Rechthebbenden: iedere Nederland en de niet-Nederlander die hier rechtmatg verblijj.
- Financiering: algemene middelen
- Uitvoering: meestal de gemeentenB, maar de TW en de Wajong door het UWV en de AKW
door de SVW
- Voorwaarden:
o De hoogte is meestal gerelateerd aan het minimumloon en afankelijk van de
gezinssituate.
o Er mag geen recht op een uitkering bestaan ogv een verzekering. De uitkering ogv
een verzekering gaat voor.
o De duur is beperkt; zolang het inkomen onder het sociale minimum ligt of behoeje
bestaat aan een voorziening.
Wezwaar en beroep tegen besluiten sociale zekerheid:
- Wezwaar bij de instante die het besluit heej genomen
o Voordat men zich tot een rechter kan wendenB, moet men eerst een
bezwaarschrijprocedure doorlopenB, art. 6:13 Awb.
- Tegen de beslissing op bezwaar staat beroep open bij de bestuursrechter
- Hoger beroep bij de Centrale Raad van WeroepB, art. 6:24 en 6:7 Awb en art. 9 Wijlage 2 Awb
- Heel soms cassate bij de Hoge Raad
Let op!: de termijnen wijken soms af van de termijnen uit de Awb.
Week 2:
AOW-hoofdlijnen:
- VerzekerdB, art. 6 AOW
- Opbouw recht:
o 2% per jaar vanaf de aanvangsleejijdB, art. 7a AOW
o Maximaal 50 jaar opbouw
- Uitbetaling recht: vanaf de pensioengerechtgde leejijdB, art. 7a AOW
- Hoogte rechtB, art. 9 AOW:
o Vast bedrag ongeacht ander inkomen/vermogen
o Afankelijk van de leefvorm
Hoogte AOWB, art. 9 AOW:
- Alleenstaande: 70% van het neto-minimumloon
- Gehuwden: 50% van het neto-minimumloon per persoon
- KortngB, art. 13 AOW: 2% voor ieder onverzekerd jaar
- Toeslag voor de gehuwde partnerB, art. 8 jo. 9 lid 6 AOW: de pensioengerechtgde die voor 1-
1-2015 is gehuwd en recht heej op pensioen en van wie de echtgenoot jonger is dan de
pensioengerechtgde leejijdB, heej recht op een toeslagB, tenzij het inkomen van die
echtgenoot meer bedraagt dan de bruto-toeslag.
o Hoogte is 50% van het neto-minimumloonB, art. 9 lid 6 AOW
o Recht op toeslag is afankelijk van de aard en de hoogte van de inkomsten van de
partnerB, art. 10 en 11 AOW
Inkomen in verband met arbeid: volledig korten
Inkomen uit arbeid: gedeeltelijk korten
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper jelka24. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.