Het schoolkind kan de volgende denkoperaties uitvoeren:
- Tegenstellingsparen -> optellen hoort bij aftrekken
- Classificatie van objecten -> appels horen bij peren
- Wederkeringheid -> als jan naast pietje zit, zit pietje ook naast jan
- Generalisatievermogen -> het ene is ook van toepassing op het ander
Inzicht in de eigen leerstijl: noem je metacognities. Hoe ouder een kind word hoe beter het weet hoe
hij of zij het best kan leren.
2 belangrijke factoren die van invloed zijn op het leren:
1. Motivatie
2. Faalangst: heeft te maken met het toeschrijven van succes en falen aan factoren van jezelf of
van de omgeving. Je noemt dit attributiestijl. Bij een negatieve attributiestijl schrijf je het
succes toe aan de omstandigheden.
Motorische faalangst
Sociale faalangst .. om uitgelachen te worden
Cognitieve faalangst .. ik moet het weten, maar ..
Positieve faalangst …
Negatieve faalangst .. ik kan het niet ..
Omdat het kind steeds faalt, verwacht het dat dit de volgende keer ook gebeurt. Hierdoor spant het
zich minder in en faalt het inderdaad. Dit proces noem je selfdefeating prophecy.
Motivatie 4 soorten:
- Intrinsieke motivatie leren op zich leuk en nuttig vinden. De beloning zit in het leren zelf.
- Extrinsieke motivatie een kind wil uit zichzelf leren omdat hij daarmee iets kan bereiken.
- Extrinsieke motivatie in de vorm van doe-taken of gesloten taken: het kind word
gemotiveerd door de taak zelf, maar niet gericht op het leren.
- Motivatie door beloning en straf een kind wil iets leren omdat het gevolg leuk is.
Leerproblemen door stoornissen
- Primaire leerstoornis: moeiten met schoolse leertaken ondanks normale intelligentie
- Secundaire leerstoornis: moeite met schoolse leertaken bij een verstandelijke beperking
- ADHD: veel afleidende factoren, geen concentratie, zitten overal aan. Meestal zie je dat deze
kinderen hun problemen door hun drukke gedrag aan de omgeving kenbaar maken. Dit
noem je externaliseren. Soms gebeurt het tegenovergestelde, de problemen slaan naar
binnen. Dit noem je internaliseren.
Deze kinderen hebben vaak ook een slecht werkgeheugen of korttermijngeheugen.
- ADD: broertje van ADHD maar hier staat het aandacht tekort op de voorgrond.
Opvoedingsproblemen en gedragsproblemen ODD, Oppositional Defiant Disorder. Voorbeelden
van dit gedrag zijn liegen, schreeuwen en meelopen met andere kinderen.
Contactstoornissen PDD-NOS
, Reactieve stoornissen zijn stoornissen waarbij een persoon er niet in slaagt om sociale interacties aan
te gaan of erop te reageren.
Dyscalculie is het moeite hebben met rekenen, de verhoudingen, maten en hoeveelheden.
Speciaal onderwijs
Niet alle ouders willen hun kind van andere kinderen isoleren. Daarom is in Nederland het project
Weer Samen Naar School (WSNS) gestart. Dit is bedoeld om kinderen binnen het reguliere onderwijs
een plaats te geven met behulp van expertise uit het betreffende speciaal onderwijs.
Speciaal onderwijs is er in 4 categorieën (clusters):
- Cluster 1: visueel gehandicapte kinderen of meervoudig gehandicapte kinderen.
- Cluster 2: dove of slechthorende kinderen, kinderen met ernstige spraakmoeilijkheden.
- Cluster 3: lichamelijk gehandicapten kinderen, zeer moeilijk lerende kinderen, langdurige
zieke kinderen met een lichamelijke handicap.
- Cluster 4: zeer moeilijk opvoedbare kinderen.
Een andere groep kinderen, de hoogbegaafden. Een gevolg voor hun in het onderwijs is dat ze gaan
onderpresteren en hier zelf geen invloed op hebben externe locus of control.
Deze kinderen moeten:
- Niet afgezonderd worden van de klas maar gewoon met de andere kinderen moeten worden
betrokken.
- Hebben sturing nodig van de leerkracht en moeten gemotiveerd en uitgedaagd worden bij
het zelfstandig werken.
Reformpedagogen
Er zijn in Nederland verschillende alternatieve methoden ontworpen voor het basisonderwijs. De
pedagogen die scholen ontwerpen noem je reformpedagogen. Volgens deze mensen is het
onmogelijk om alle kinderen op hetzelfde moment aan dezelfde leerstof toe zijn. Maar rekening
houden met het tempo van iedere kind zou de ontwikkeling beter tot hun recht komen.
Reformpedagogen:
- Montessori: van de Montessoriescholen. Volledig individueel onderwijs.
- Parkhurst: van de Daltonscholen. Staat zelfstandig werken centraal.
- Freinet: van de Freinetscholen. Word uit de ervaring van de kinderen opgebouwd.
- Petersen: van de Jenaplanscholen. Leren samenwerken in groepen.
- Steiner: van de vrije school. Hele schooltijd 1 leerkracht krijgen.
Samenvattend kun je stellen dat de school voor het kind een bepalende rol speelt bij het socialiseren
en ingroeien van de cultuur.
De morele ontwikkeling
Word beschreven vanuit de cognitieve, psychoanalytische en behavioristische visies.
Cognitief zit ongeveer in het stadium van de conventionele moraliteit. Gevoelens gaan een rol
spelen.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lisebooyink. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,99. Je zit daarna nergens aan vast.