Een overzicht van de te kennen
procedures. Per diersoort.
Skillslab I
2e bachelor diergeneeskunde UAntwerpen
2023-2024
,C RITERIA
Tips
- Beschouw alle modellen als levende dieren
- Veilig werken is zeer belangrijk! → fixatie! = omgaan met …
- Examinator beschouwen als assistent/eigenaar, zonder enige kennis → alles voordien en
uitleggen
- Alles wat je doet, ziet, wilt doen, enz. vertellen en tonen. Tegelijkertijd uitvoeren
- Sluit de deur als dat moet!
- Als je iets bent vergeten om te vermelden, alsnog vermelden
- De rode onderdelen zijn belangrijk voor de go/no-go’s
Handige linkjes
Quizlet afkortingen: https://quizlet.com/be/866382868/afkortingen-skillslab-1-flash-
cards/?i=37et41&x=1jqt
Quizlet normaalwaardes: https://quizlet.com/be/866375516/normale-waardes-van-de-dieren-flash-
cards/?i=37et41&x=1qqt
Quizlet te palperen lymfeknopen: https://quizlet.com/be/866376522/palperen-lymfeknopen-flash-
cards/?i=37et41&x=1jqt
Quizlet bloedstaalbuisjes: https://quizlet.com/be/857572842/bloedstaalname-flash-
cards/?i=37et41&x=1jqt
,Hond
Procedure
Deur sluiten!
1. Signalement
GRHOKAD
- Geslacht: kijk en vraag na, gecastreerd/gesteriliseerd of niet
- Ras
- Hoogte: lengte, gewicht en schofthoogte
- Ouderdom
o Hartproblemen doorgaans klacht van oudere dieren
- Kleur
o Witte dieren vaak doof
- Aftekening
- Datum en handtekening: bij opstellen officieel signalement, steeds ondertekenen met datum
erbij → stempel
2. Anamnese
Belangrijk dat dit zeer grondig verloopt. Zoveel mogelijk open vragen stellen
1. Het iatotrope probleem
a. Wat is het probleem?
b. Hoe lang houdt het probleem al aan?
c. Wat heeft u zelf gezien, hebben anderen nog iets gezien?
d. Is het dier reeds behandeld en wat was het effect daarvan?
2. Algemeen functioneren: hoe verloopt het gedrag ter ondersteuning van de homeostase?
a. Eten, drinken, mesten, …
b. Gedrag (veel slapen, suf, bang, piepen, …)
c. Mens – dier interacties
3. Leefomstandigheden: polsen naar de zoötechnische aspecten
a. Huisvesting
b. Voeding
c. Ontworming
d. Blootstelling aan noxen
4. Voorgeschiedenis, geneesmiddelen, vaccinaties, erfelijke factoren
3. Algemene indruk
Afstand van dier houden. Kijk, luister en ruik. Huis- of bedrijfsbezoek: eerst naar omgeving kijken.
Dier op consultatie: dier eerst laten begaan, evalueren hoe dier zich gedraagt. Open geest houden.
Benoem normale en abnormale zaken die je ziet. VoorAbNoMaMi
1. Algemeen voorkomen van het dier (nog niet naar gedrag kijken)
Haarkleed, schoon/verzorgd, lengte klauwen, nagels, stand, voedingstoestand, alertheid, gang,
houding van de rug en abdomen, grootte voor leeftijd, consistentie mest, uitzicht urine, uitvloei
BCS: body condition score: Kijk naar
boven- en zijaanzicht. Let op ribben en
buik
, 2. Abnormaal gedrag
Gedrag eigen aan stress/verveling, overmatig krabben, agressie, pica, abnormale gang, angstig
gedrag
3. Normaal levensonderhoudend gedrag (normaal fysiologisch gedrag dat homeostase
ondersteund)
Eetlust, eten, kauwen, wassen, krabben, drinken, slapen, sociaal gedrag, interactie met omgeving,
interactie met huisgenoten, vocalisaties
4. Macro-omgeving (bij huis-/bedrijfsbezoek)
Ruime omgeving van het dier: ruimte in stal/kennel/huis, kwaliteit, netheid, verluchting, verlichting,
geuren, stof, andere dieren
5. Micro-omgeving (bij huis-/bedrijfsbezoek)
Directe omgeving van het dier: hygiënetoestand, ligbedkwaliteit, aantal/gezondheid/competitie
andere dieren, kwaliteit lucht, insecten, technische kwaliteit, voeding
4. Fixeren
1. In en uit kennel
Jezelf zo smal mogelijk maken zodat de hond weinig ontsnappingsruimte ziet. Niet over hond
heen hangen
a. Bange honden aanlijnen:
i. Zelf niet binnengaan maar leiband op juiste hoogte bij de opening hangen
zodat de hond erin loopt
ii. In kennel jezelf kleine maken en hond van achter of zijwaarts benaderen
Hond in kennel zetten: mee kennel in lopen en band losmaken zonder over hond heen te hangen
2. Optillen
a. < 15 kg
i. Borstgreep, tegen lichaam aan houden, gezicht wegdraaien, duim lateraal
1. Achterhand goed ondersteunen (tussen elleboog en heup)
ii. Eventueel kop vasthouden met andere hand
b. 15-25 kg
i. Meest stabiel: “voor-voor”. Tillen vanuit squat
ii. Abdomen ontzien: voor-achter
1. Hond kan wegkomen als je armen samenknijpt