1.2 De visie op het vreemdetalenonderwijs
Maximaal Frans spreken en laten spreken, instructies in het Frans, voordoen
(taalbadprincipe).
Boodschap beeldend brengen: gebaren, lichaamstaal, expressie, materiaal (moedertaalleren).
Taalreflectie primeert op vertalen, taalattitude primeert op cognitieve kennis (taalattitude).
Elke les begeleide spreekoefening als voorbereiding op dialoog (op mondelinge interactie).
Thema’s uit de leefwereld van de kinderen, met een rode draad doorheen de verschillende
lesfasen (herkenbaarheid, vertrouwdheid).
Muzisch werken om de taal op te pikken met alle zintuigen. (Gardner: beweegknap,
muziekknap, beeldknap, taalknap, samenknap, rekenknap, zelfknap,, natuurknap…).
,1.3 L’approche communicative
VOCABULAIRE
1) Un bain de langue ( een taalblad)
L’enseignant parle français, donne des consignes simples en français ( de lkr spreekt
en geeft instructie in het frans)
L’enseignant va stimuler les élèves à réagir en français, activités interactives ( de lkr
stimuleert de lln om in het frans te reageren) reforcer la confiance besion et
continuer à être patient
Mots connus, mots transparents, vocabulaire simple
Une question et de réponds je suis Sefanja et toi, ….
Les mots transparants: ambulance, …
2) Un contexte lié à l’univers des élèves ( context aansluitend bij de leefwereld van de lln)
Un texte semi-authentique: informatif ( bv. journal, e-mail), prescriptif ( expliquer
etappe par etappe bv. Une recette) , narratif ( des histoires bv. livres) ,
artistiques-littéraires ( qu’on crier bv. Theatre, chanson)
Un texte adapté à l’âge et au niveau linguistique des élèves
Un thème qui sert de fil rouge pour les activités interactives
Tekst aangepast aan leeftijd en aan taalniveau van de leerlingen. Mogen ook nie
geschreven worden zoals een 5/6 jarige want dat demotiveert.
3) Supports visuels et auditifs
Faciliter la compréhension: écouter et lire ( het begrip bevorderen van lezen en
luisteren) → Objets concrets, des gestes, des images, un bruitage, intonation
Stimuler la production: parler, interagir, écrire → répéter des structures en contexte
pour fixer les nouveaux mots (stimuleren van productie: spreken, interactie,
schrijven)
In een bepaalde groep doen: bijvoorbeeld kledingstukken bij elkaar
In welke context: shoppen, welk weer, bij een evenement,…
GRAMMAIRE
1) Un bain de langue ( een taalblad)
L’enseignant parle français, donne les consignes en français ( de lkr spreekt en geeft
instructie in het frans)
L’enseignant va stimuler les élèves à réagir en français (de lkr stimuleert de lln om in
het frans te reageren)
2) Un contexte lié à l’univers des élèves
Des textes qui servent de corpus d’observation: informatif ( bv. journal, e-mail),
prescriptif ( expliquer etappe par etappe bv. Une recette) , narratif ( des histoires
bv. livres) , artistiques-littéraires ( qu’on crier bv. Theatre, chanson
3) Des activités interactives simples
Parler: répéter / exercer les structures grammaticales
Appliquer les règles grammaticales en contexte
4) Des supports auditifs et visuels
Des objets concrets, des gestes, des images, des couleurs
Un texte rythmique ou une chanson qui aide à mémoriser la structure
, 1.4 Les objectifs d’appretissage
1) Objectifs terminaux ( eindtermen)
2) Objectifs définis par les trois réseaux [leerplandoelen
van de drie onderwijsnetten: Go! - OVSG - Kath ZILL]
3) Objectifs du cours ( lesdoelen)
Gedragscomponent: concreet waarneembaar gedrag
Inhoudscomponent: inhoud uit de eindtermen Frans lager onderwijs
Didactische component:
Minimumprestatie
Hulpmiddel / Taalstrategie
Voorwaarde
Examenvraag: Vaardigheden luisoplezen parler. Cirkeltechniek: eerst met ja nee en herhaal zin,
dan een wat is dit vraag en dan open vraag altijd zin antwoorde.
Als je op luisterdoel 3 focust moet je 1 en 2 niet noteren maar wel opnemen want er moet een
opbouw zijn. Hetzelfde bij lezen als je 8 gebruikt is 4,5, 6 en 7 niet nodig op te nemen maar wel
uitwerken.
Voor het examen:
- Neem nooit apart luisterdoel 4, dat kan niet.
- Leesdoel is 5,6,7 of 8.
Définir des objectifs pédagogiques grâce à la méthode SMART :
Spécifique : l’objectif doit être clair et précis en ce qui concerne le qui, quoi, où, quand
et comment de la tâche
Mesurable : on peut mesurer la progression des eleves
Accepté : l’objectif couvre un besoin adapté au contexte et au niveau de maitrise de
l’élève (doelstelling dekt een behoefte die past bij de context en het beheersingsniveau
van de lln)
Réaliste : on définit un objectif qui est motivant et stimulant
Terminé : l’enseignant fixe le temps pour accomplir la tâche.
1.5 Algemene informatie over Scénario pédagogique
Une consigne ( = la description d’un jeu ou d’une autre activité. )
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper sefanjapaulissen. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.