Introducing intercultural
communication
Hoofdstuk 2: Culture and people
Cultuur bestaat uit een groep of gemeenschap hun tradities, gewoontes, normen, overtuigingen,
waarden en gedachtepatronen, die zijn doorgegeven van generatie op generatie.
Cultuur kan op macro en microlevel worden gedefinieerd. Op beide levels zijn binnen een cultuur ook
subculturen aanwezig.
Cultuur heeft veel verschillende betekenissen door de jaren heen en is dus veelzijdig.
Dit hoofdstuk definieert cultuur als de specifieke manier van leven van een groep mensen en het
betekenis gevende proces waarmee mensen hun sociale wereld begrijpen. Cultuur omvat het depot
van kennis, ervaring, overtuigingen, waarden, tradities, religie, opvattingen over tijd, rollen,
ruimtelijke relaties, wereldbeelden, materiële objecten en geografisch gebied.
Cultuur is zowel een proces als een product van communicatie omdat cultuur wordt ontwikkeld,
gemanifesteerd, gedeeld en onderhouden door middel van communicatie.
De kern: bestaat uit geschiedenis, identiteit,
overtuigingen en waarden, en de wereldbeelden
van een culturele groep. Identiteit geeft ons een
plaats in de wereld en weerspiegelt de band
tussen ons en de samenleving. Overtuigingen zijn
de voorstellingen van een individu van de
werkelijkheid bekeken door een cultureel venster
(waardoor leden de werkelijkheid en andere
mensen waarnemen). Waarden vertellen de leden
van de culturele groep hoe goed of slecht, goed of
fout te beoordelen, en leggen vast wat het waard
is om voor te vechten, wat het waard is om
opgeofferd te worden, wat beschermd moet
worden en wat opgegeven moet worden.
Culturele waarden houden oordelen in en daarom
verschillen waarden van cultuur tot cultuur.
De tussenliggende cultuurlaag: bestaat uit activiteiten als uitingen van cultuur, zoals technologie,
materiele objecten, rollen, regels, rituelen, gewoontes, communicatiepatronen en artistieke uitingen.
De buitenste laag: instellingen vormen de geformaliseerde systemen, waaronder religie, de
economie, politiek, familie, gezondheidszorg en onderwijs. Deze systemen zijn het product van
cultuur. Religie verwijst naar elk denksysteem dat antwoorden geeft op de grote vragen van het leven,
de dood en het leven na de dood. Kennis van religieuze praktijken kan helpen om een bepaalde
cultuur te begrijpen en culturele fouten en vooroordelen te vermijden. In de buitenste laag worden
culturele invloeden weerspiegeld in de gezinsstructuur. Bovendien zijn politieke gezondheid en
onderwijssystemen ook elementen van cultuur, en ze verschillen van cultuur tot cultuur. Ook de
overtuigingen van mensen over gezondheid en geneeskunde worden gevormd door cultuur.
Cultuur is holistisch. Cultuur functioneert als een geïntegreerd en complex geheel.
Cultuur is aangeleerd. We leren culturele regels tijdens opgroeien van bronnen zoals familie,
vrienden, leraren etc. we leren dit via communicatie, bewust en onbewust.
Cultuur is dynamisch. Culturen kunnen veranderen door de tijd heen, wanneer verschillende culturen
in contact zijn, kunnen er culturele verschillen optreden. Deze verschillen kunnen in de verschillende
lagen op een verschillend tempo veranderen.
,Cultuur is etnocentrisch. Dit betekent dat je je eigen cultuur als superieur ziet ten opzichte van andere
culturen. Etnocentrisme creëert muren tussen culturen en dit creëert barrières voor interculturele
communicatie. Hoe wij een cultuur zien beïnvloed hoe wij communiceren met iemand uit deze
cultuur.
Culturen binnen culturen
Binnen elke dominante cultuur bestaan er culturen binnen de cultuur, die subculturen worden
genoemd. Subculturen kunnen worden gecategoriseerd aan de hand van een aantal indicatoren,
waaronder geslacht, etniciteit, religie, beroep, sociale klasse, organisatie en geografische regio. De
focus ligt op vier typen, gedefinieerd als etniciteit, sociale klasse, organisatie en geografische regio.
Subculturen geven hun leden identiteit en leden van een subculturele groep kunnen hun identiteit
markeren door rituelen, taal en ander gedrag.
Etnische cultuur: Etniciteit is frequent de basis van een subcultuur die mensen geven om immigranten
te categoriseren. Etnische groepen zijn identificeerbare groepen mensen met een gemeenschappelijk
erfgoed en een culturele traditie die van generatie op generatie wordt doorgegeven. Etnische
groepen worden vaak beschreven als minderheidsgroepen, ook al kunnen ze vaak numeriek de
meerderheid zijn. De term minderheid is soms geassocieerd met nadelen en een lagere sociale
status. Communicatie tussen mensen uit een etnische minderheid en mensen uit de etnische
meerderheid kan problematisch zijn vanwege taal- en cultuurbarrières en negatieve stereotypen.
Sociale klasse cultuur: Sociaaleconomische status kan de basis vormen voor een subcultuur. SES kan
worden afgeleid uit iemands inkomen, opleiding, beroep, woongebied en familieachtergrond.
Organisatiecultuur: Subculturen omvatten ook organisatieculturen. Elke organisatie heeft haar eigen
cultuur. Werknemers hebben overtuigingen, waarden en veronderstellingen om hun gedrag te
organiseren en hun ervaringen te interpreteren. Door communicatie ontwikkelen deze overtuigingen
en waarden zich tot een op de organisatie gebaseerd begrip en gedeelde interpretaties van de
organisatorische realiteit. Deze verwachtingen en betekenissen vormen het raamwerk van de
organisatiecultuur. Organisatiecultuur kan een sterke determinant zijn van attitudes ten opzichte van
organisatorische en culturele verandering.
Regionale cultuur: Geografische regio is ook een basis voor het indelen van mensen in verschillende
culturele groepen. Regionale verschillen impliceren vaak verschillen in sociale attitudes, levensstijl,
voedselvoorkeuren en communicatie. Mensen in landelijke gebieden verschillen van mensen in
stedelijke gebieden. Taal of regionale dialecten zijn ook kenmerken van regionale culturen.
Discursieve constructie van cultuur en identiteit
Leden van een bepaalde culturele groep hebben collectieve voorstellingen van de bepalende
kenmerken van hun cultuur. Terwijl ze met elkaar interageren om een consensus te bereiken over de
betekenis van hun gedeelde ervaringen, komen ze overeen wat belangrijk is voor hun cultuur. Zulke
collectieve afspraken worden gedeelde kennis en ontwikkelen zich door de onderhandeling van
betekenis op zowel individueel als collectief niveau. Hoewel culturele verschillen niet kunnen worden
gereduceerd tot verschillen in cognitieve inhoud, zitten ze ingebakken in het individuele gevoel van
zijn. Daarom kan elke afwijking van een sociale of culturele norm in de groep leiden tot een
gestigmatiseerde identiteit.
Identiteit is een product van sociale constructie. Een belangrijke methode van zelfpresentatie is
identificatie met een culturele groep. Culturele identiteit houdt in dat een persoon een wereldbeeld,
waardesysteem en attitudes en overtuigingen deelt met zijn culturele groep. In die zin plaatst
culturele identiteit iemand in een culturele groep en onderscheidt de persoon zich van anderen die
tot een andere groep behoren.
Identiteitsrepresentatie wordt gevormd door sociale interactie. Vanuit het perspectief van de sociaal
constructionist gebruiken mensen linguïstiek en andere culturele middelen in de voortdurende
constructie en reconstructie van persoonlijke en groepsidentiteit.
Emic and etic benadering: emische benadering ziet elke cultuur als een unieke entiteit die alleen kan
worden onderzocht door constructen die vanuit de cultuur zijn ontwikkeld. Deze benadering richt
zich op het identificeren van cultuurspecifieke aspecten van concepten en gedrag die niet over alle
culturen vergeleken kunnen worden. De etische benadering gaat ervan uit dat cultuur kan worden
, onderzocht met vooraf bepaalde categorieën die op alle culturen kunnen worden toegepast in de
zoektocht naar culturele universalia.
Hoofdstuk 3: Communication and culture
Communicatie - ons vermogen om met anderen te delen wie we zijn en wat we weten - is de basis
van alle menselijke contacten. Het woord communicatie is afgeleid van de Latijnse wortel
communicare, wat 'gemeenschappelijk maken' betekent, zoals het delen van gedachten, hoop en
kennis. Communicatie vereist dat alle partijen een gemeenschappelijke 'taal' begrijpen, in woorden,
symbolen of gebaren.
De veelzijdige aard van communicatie
Menselijke communicatie is zo oud als de menselijke geschiedenis. Denk maar aan grotschilderingen.
De vooruitgang in informatietechnologie heeft enorme veranderingen teweeggebracht in
communicatiemedia en in de rol van communicatoren. De eenentwintigste eeuw is getuige geweest
van een proliferatie van media, apparaten en platforms, die de menselijke communicatie hebben
uitgebreid tot buiten de grenzen van tijd, ruimte, geografische regio, cultuur en natiestaten. Iedereen
is een knooppunt in het 'bekabelde' communicatienetwerk.
Het is moeilijk om een eenduidige definitie van communicatie te vinden. Het kan beter
getheoretiseerd worden als een 'familie' van verwante concepten dan als een eenduidig concept. Dit
weerspiegelt de veelzijdige aard van communicatie.
In dit hoofdstuk wordt communicatie gedefinieerd als ‘het proces waarbij mensen gedeelde verbale
of non-verbale codes, systemen en media gebruiken om informatie uit te wisselen in een bepaalde
culturele context’. Dit is een brede definitie van communicatie.
Componenten en kenmerken van communicatie
In alle definities van communicatie komen mensen, boodschap, kanaal en context voor. Op basis van
deze consensus identificeren wetenschappers acht basiscomponenten van menselijke communicatie,
die gewoonlijk gelijktijdig werken. Dit zijn:
Bron: een bron is de oorsprong van informatie: het is iemand die informatie nodig heeft en wil
uitwisselen met anderen. De behoefte kan bewust en onbewust zijn. Dit is het delen van gedachten
en gevoelens, met verschillende gradaties van intentie door de bron, en het beïnvloedt de gevoelens
en het gedrag van een andere persoon of groep mensen.
Boodschap: een boodschap is de verbale en/of non-verbale vorm van ideeën, gedachten of gevoelens
die een persoon wil overbrengen aan een andere persoon of groep in een specifieke context. Een
boodschap is samengesteld uit verbale codes zoals taal en non-verbale codes, waaronder
gezichtsuitdrukkingen, lichaamsbewegingen enzovoort.
Kanaal: boodschappen moeten een manier hebben waarop ze van de ene persoon naar de andere
gaan. Deze route staat bekend als het kanaal. Het kanaal kan geluid, zicht, woorden, telefoon,
internet enzovoort zijn. De mate waarin een communicator het ene kanaal boven het andere verkiest,
wordt vaak bepaald door zijn of haar cultuur
Ontvanger: de ontvanger is het beoogde doel van het bericht. De persoon of groep die het doelwit is,
deelt normaal gesproken dezelfde code als de bron. In de meeste interpersoonlijke communicatie zijn
deelnemers zowel bron als ontvanger.
Codering: coderen is het proces waarbij de bron gedeelde codes gebruikt om concepten, gedachten
en gevoelens om te zetten in een boodschap. Bij het coderen selecteren en rangschikken we verbale
en non-verbale symbolen volgens regels die bekend zijn en gedeeld worden door de groep. Hoewel
symbolische representatie universeel is, zijn de specifieke codes die worden geselecteerd en de
manier waarop ze worden gedeeld cultureel bepaald.
Decodering: decoderen is het proces waarbij de ontvanger, als doel van de boodschap, de gecodeerde
boodschap omzet in betekenis. Decoderen stelt de ontvanger in staat om betekenis te geven aan de