Samenvatting hoorcolleges dieeeleer
4.1
Inhoud
Hoorcollege 1.........................................................................................................................................2
Hoorcollege 2: older and fater..............................................................................................................3
Welke richtlijnen bestaan er voor ouderen met obesitas...................................................................3
Hoe kan de behandeling worden geoptmaliseerd ?..........................................................................4
Hoe behandelen diëtsten ouderen met obesitas nu ?.......................................................................4
Leesstof............................................................................................................................................11
Hoorcollege 3: Diabetes mellitus type II...............................................................................................16
Artkelen...........................................................................................................................................17
De pathofysiologische en medische behandeling rondom DM beschrijven en gebruiken bij het
opstellen van een behandelplan.......................................................................................................17
Een individueel (evidence based) behandelplan opstellen voor DM, afgestemd op de diëtstsch
diagnose...........................................................................................................................................19
Hoorcollege 5: Hypertensie en hyperlipidemie....................................................................................25
Hyperlipidemie (hypercholesterolemie en/of hypertriglyceridemie)...............................................30
Hoorcollege 6: bariatrische chirurgie in de praktjk..............................................................................32
Bariatrische en metabole chirurgie...................................................................................................32
Voeding en bariatrie.........................................................................................................................44
Rol diëtst..........................................................................................................................................44
Hoorcollege 7: Diëtstsch handelen bij ziektebeelden binnen CVRM en leverziekten.........................48
Samenvatng hoorcolleges dieetleer 4.1 door Claire trth
,Hoorcollege 1
Dit was alleen een inleiding.
Cardiovasculaire risicomanagement: behelst de diagnostek, behandeling en follow-up van de
risicofactoren voor HVZ, inclusief leefstjladvisering en begeleiding bij patënten met een verhoogd
risico op ziekte of sterfe door HVZ.
risicoschatting: berekening van de hoogte van het absolute risico op ziekte of sterfe binnen 10 jaar
met behulp van de risicofuncte voor één patënt aan de hand van diverse risicofactoren.
Leefijd, geslacht, roken, systolische bloeddruk en totaal cholesterol/ HDL cholesterol-rato (TC/HDL-
rato).
Uiegangspuneen:
Aan alle patënten met een verhoogd risico op HVZ worden adviezen gegeven met betrekking
tot voeding, alcoholgebruik, gewichtsbeheersing, lichamelijke actviteit en stress.
Bij rokende patënten is het stoppen met roken veruit de belangrijkste maatregel.
Indicate voor medicamenteuze behandeling wordt individueel en in overleg met de patënt
bepaald, waarbij rekening wordt gehouden met de hoogte van het risico op HVZ, leefijd en
levensverwachtng, familieanamnese, BMI, leefstjl en motvate voor gedragsverandering,
comorbiditeit, comedicate en de te verwachten baat van de behandeling.
Bij een 10-jaarsrisico op ziekte of sterfe door HVZ <10% is medicamenteuze behandeling van
licht tot matg verhoogde bloeddruk (SBD 140-160 mmHg) en/of licht tot matg verhoogd
cholesterolgehalte (TC/HDL rato 5-8) meestal niet zinvol.
Een gezonde leefwijze, waaronder gezonde voeding, voldoende beweging en stoppen met
roken, dient ook bij 10-jaarsrisico’s op ziekte of sterfe door HVZ <10% te worden
geadviseerd.
Patënten met HVZ, DM of RA bij wie tevens sprake is van andere risicofactoren voor HVZ,
worden het meest intensief behandeld en gecontroleerd.
Opseellen van een risicoprofel diene altid ee worden aangeboden aan patineen die bekend ziin
mee:
SBD >140 mmHg
TC >6,5 mmol/l
Rokers >50 jaar
Anthypertensiva of statnegebruik
Een belaste familieanamnese voor HVZ (vader, moeder, broer of zus die voor het 65 ste
levensjaar een hart- en vaatziekte heef). Bij allochtone bevolkingsgroepen verdient dit extra
aandacht.
Chronische nier schade (leefijd <65 jaar eGFR <60 ml/min/1,73m2, leefijd >65 jaar: eGFR
<45 ml/min/1,72 m2, en/of (micro)albuminurie.
Samenvatng hoorcolleges dieetleer 4.1 door Claire trth
,Hoorcollege 2: older and fatter
Meer ouderen en hoge prevalente obesitas (2014: 17% is obees (65-75 jaar).
Welke richtlijnen bestaan er voor ouderen met obesitas
Gezondheidswinse Biiwerkingen afvallen ouderen
Verbetering risicoprofel welvaartsziekten Afname spiermassa
Vermindering gewrichtsklachten Afname botmassa
Verbetering fysiek functoneren
Verbetering kwaliteit van leven
Sarcopenie
(leefijdsgerelateerde) Afname van spiermassa en
spierfuncte.
Kan leiden tot verschillende negateve
gezondheidsuitkomsten, waaronder verlies van
fysieke prestates en het vermogen algemene
dagelijkse levensverrichtngen uit te voeren.
Het blijf vaak onopgemerkt als de afnemen de
spiermassa wordt opgevuld door vet en bindweefsel; het lichaamsgewicht blijf hierbij gelijk of
neemt zelfs toe.
Oorzaken
Exacte mechanismen niet volledig bekend, maar naast veroudering
spelen metabole veranderingen, ziekte, voeding en beweging
(inactviteit) een grote rol.
Primaire factor is veroudering.
Vanaf 25ste levensjaar verliest een mens elk jaar ongeveer 1% van
zijn spiermassa en spierkracht. Dit loopt op tot zo’n 3% per jaar na
het 70ste levensjaar.
bij ouderen neemt het fractuurrisico niet alleen toe door
afgenomen botmassa en –kwaliteit, maar ook door een toegenomen risico te vallen. Dit verhoogde
valrisico is deels een gevolg van de afname van spiermassa en –kracht (sarcopenie), waarbij
hormonale veranderingen die typisch zijn voor veroudering een rol spelen, alsmede ontoereikende
voeding, met name een tekort aan eiwiten, aminozuren, calcium en vitamine D.
Maatregelen: adequate voeding, extra calcium en vitamine D, vermindering van de factoren die het
valrisico verhogen, gerichte spierversterkende oefentherapie.
Prevalente
5-50% van 65+ plussers
-Afankelijk van defnite sarcopenie
Samenvatng hoorcolleges dieetleer 4.1 door Claire trth
, -Afankelijk van populate
Gevolgen (mee name verminderde krache)
Afname functonele status
-mobiliteit
Vaker vallen
Verhoogde mortaliteit
Hoe kan de behandeling worden geoptimaliseerd ?
Behandeling
Multfactorieel
-Beweging
Weerstandtraining (30 minuten 2 x per week)
Voeding
-Vitamine D
-Essentële aminozuren (leucine) en eiwiten
Metabole en aanbole
Hoe behandelen diëtisten ouderen met obesitas nu ?
,,
Samenvatng hoorcolleges dieetleer 4.1 door Claire trth