Recht in het sociaal domein
Samenvatting
Sociale zekerheid een toestand waarbij voor allen de bezorgdheid voor gebrek wordt uitgesloten.
Heeft met bestaanszekerheid te maken. Een van de kernwaarden is solidariteit.
Sociaal zekerheidsrecht omvat het geheel van rechtsregels dat betrekking heeft op het verschijnsel
sociale zekerheid. Rechtssystematissch gezien behoren de regels tot het bestuursrecht.
Sociale risico:
- Medische zorg
- Ziekte
- Werkloosheid
- Ouderdom
- Arbeidsongevallen en beroepsziekten
- Gezinslasten
- Moederschap
- Invaliditeit
- Overlijden
Het risico wat met zich meebrengt is dat vaak het arbeidsinkomen wegvalt. Traditioneel wordt de
inkomensbescherming als primair doel van de sociale zekerheid beschouwd, ook wel waarborgfunctie
genoemd. Naast deze functie is er ook een activeringsfunctie. Deze functie richt zich op het bieden
van steun bij het vinden van werk (re-intergratie)
Rechtsgrond
De gemeenschap, georganiseerd door den Staat, is aansprakelijk voor de sociale zekerheid en
vrijwaring tegen gebrek van al haar leden, op voorwaarde, dat deze leden zelf het redelijk doen om
zich die sociale zekerheid en vrijwaring tegen gebrek te verschaffen. De bijzondere
verantwoordelijkheid van de overheid hangt samen met een sociaal grondrecht. Het recht op
bestaanszekerheid, art. 9 Internationaal verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten,
art. 12 Europees Sociaal handvest en art. 34 Handvest van de grondrechten van EU. Art. 20 Grondwet
is ook van toepassing.
Sociale grondrechten onderscheiden zich van de klassieke grondrechten omdat er inspanning vanuit
de overheid wordt verwacht.
Opbouwfase
Een belangrijk keerpunt in de armenzorg was de inwerkingtreding van de Algemene Bijstandwet in
1965. Hierdoor werd bijstandverlening niet een gunst, maar een juridisch afdwingbaar recht. Ook
werd aan de eind van de 19e eeuw verplicht dat werknemers werden verzekerd.
Uitbouwfase
In 1952 was de invoering van de Werkloosheidswet en in 1967 de Wet op de
arbeidsongeschiktheidsverzekering. Ook kwamen er volksverzekeringen tot stand. De beschermende
werking werd hiermee uitgebreid tot alle burgers. Bijvoorbeeld de Algemene Ouderdomswet (AOW)
en daarna de algemene Weduwen en Wezenwet (AWW)
Reconstructies
Er is meerdere malen het stelsel ingrijpend herzien. Dit heeft verschillende redenen gehad. Het eerste
voorbeeld hangt samen met de wetgeving op het gebied van gelijke behandeling. Ook de noodzaak
om kosten van de sociale zekerheid in hand te houden heeft een rol gespeeld. Daarom is de ZW
,grotendeels geprivatiseerd. Hierdoor ontvangen de meeste werknemers bij ziekte geen uitkering
meer op grond van de ZW. In plaats hiervan hebben ze loondoorbetaling. Om de kosten binnen de
perken te houden is ook de activeringsfunctie zwaarder aangezet. Fraudebestrijding is eveneens
groter geworden. Dit wordt gedaan met strengere controles, verplichtingen en sancties. Daarnaast is
de laatste jaren verdere stappen gezet om een eenvormig uitkeringsregime te creëren. De bedoelding
is om op lokaal niveau een regime is gecreëerd waarin de zelfredzaamheid en de werkelijke
behoeften van de burger centraal moeten staan.
Jaarlijks lopen de uitgaven voor de sociale zekerheid ruim 150 miljard.
Socialezekerheidsstelsel
Risico-indeling:
- Ziekte
- Arbeidsongeschiktheid
- Werkloosheid
- Ouderdom
- Overlijden
- Kinderen
- Medische zorg/maatschappelijke ondersteuning
- Behoeftigheid
Socialezekerheidsregelingen kunnen worden onderverdeeld in sociale verzekeringen en sociale
voorzieningen. De belangrijkste sociale voorziening is de bijstandsregeling. Kenmerk is onder meer
dat recht en hoogte afhankelijk zijn van de financiële middelen die iemand heeft.
De sociale verzekeringen kunnen worden onderverdeeld in werknemersverzekeringen en
volksverzekeringen.
Volksverzekering:
- AOW
- Anw
- AKW
- Wlz
- Zvw
Werknemersverzekeringen:
- WAO
- Wet Wia
- WW
- ZW
Het onderscheidend criterium wordt ook wel gezien als het verzekeringsbeginsel. Bij een zuivere
toepassing van het verzekeringsbeginsel is de premie hoger naarmate het risico hoger is.
Wijze van financiering
Sociale verzekeringen en sociale voorzieningen verschillen op het punt van de financiering. Sociale
verzekering worden hoofdzakelijk betaald uit premies die door de verzekerden worde opgebracht. De
sociale voorzieningen worden daarentegen geheel uit de belastinggelden gefinancierd.
Personele werkingssfeer
Heeft betrekking op de vraag welke personen onder het bereik van een regeling vallen of, de
doelgroep van een regeling. Bij de sociale verzekeringen zijn de verzekerden. Voor
werknemersverzekeringen is dat de werknemer en voor volksverzekeringen is dat ingezetene. Voor
, werknemersverzekeringen gaat het om een werknemer, een natuurlijk persoon die in een
privaatrechtelijke of publiekrechtelijk dienstbetrekking staat en de pensioengerechtigde leeftijd nog
niet heeft gehaald. Een privaatrechtelijke dienstbetrekking is op grond van art. 7:610 BW.
Kenmerkend is dat de werknemer verplicht is de arbeid persoonlijk te verrichten, de werkgever is
verplicht loon te betalen en er is tussen de werknemer en werkgever een gezagsverhouding. Een
publiekrechtelijke dienstbetrekking is een ambtenaar bij een overheidsorgaan. Soms is er ook sprake
van een fictieve dienstbetrekking, dit geldt voor kleine aannemers van werk en voor thuiswerkers die
geen privaatrechtelijke dienstbetrekking hebben, Art 4 en 5 ZW en WW. Werknemersverzekeringen
zijn niet bedoeld voor zelfstandigen.
Voor volksverzekeringen gaat het om ingezetene, art. 6 AOW/AKV, art. 13 ANW en art. 2.1.1 WLZ. Dat
zijn mensen die rechtmatig in Nederland wonen. Buitenlanders moeten beschikkingen over een
reguliere verblijfsvergunning. Wonen betekend dat het middelpunt van het maatschappelijk leven in
Nederland ligt. Vluchtelingen wonen pas rechtmatig in Nederland als hen een verblijfsvergunning is
toegekend. Iemand die niet in Nederland woont, kan toch verzekerd zijn. Vereist is dan wel dat men
in Nederland werkt en hier loonbelasting betaalt, art. 6 lid 1 sub b AOW. AKW. Bij vertrek naar het
buitenland kan de verzekering voor AOW of Anw vrijwillig worden voortgezet.
Ook heeft iedere Nederlander die in Nederland woont en niet in de noodzakelijke kosten van bestaan
kan voorzien, recht op bijstand van overheidswege, art. 11 lid 1 Pw. Rechtmatig in Nederland
wonende buitenlanders zijn met Nederlanders gelijkgesteld, art. 11 lid 2 Pw.
Vreemdelingen die niet rechtmatig in Nederland verblijven kunnen geen beroep doen op de
Nederlandse socialezekerheidsregelingen, art. 10 lid 1 VW 2000.
Materiele werkingssfeer
Wordt bepaald door de gebeurtenis die recht geeft op de prestatie (het sociale risico)
Ziekte en arbeidsongeschiktheid Wet Wia, WAO, Wajong
Werkloosheid WW, wet Wia
Ouderdom AOW
Overlijden Anw
Kinderen AKW, Wet KB, Wko
Gezondheid WLZ, Zvw, WMO
Bestaansminimum Participatiewet, IOAW IOAZ, TW
Uitkeringssystematiek
De uitkeringen die worden verstrekt op grond van werknemersverzekeringen zijn vaak
loondervingsuitkeringen. Zij bedragen soms 70 & of 75% van het maandloon dat is afgeleid van het
dagloon. Maatgevend bij de berekening is het loon in het jaar voorafgaande aan de verzekerde
gebeurtenis. Het dagloon is aan een maximum gebonden, 232,90 per dag inclusief vakantiegeld.
Indien het hoger is, telt dan niet mee bij de berekening van de uitkering.
Volksverzekeringen zijn minimumbehoefteregelingen. Ook bijstand en de Toeslagenwet behoren
hierbij. De uitkeringen corresponderen met het sociaal minimum.
De inkomstenafhankelijke toeslagen, kinderopvangtoeslag, het kindgebonden budget, zorgtoeslag,
nemen in het systeem een bijzondere plaats. Deze geven aanvullende inkomenssteun aan mensen die
moeten leven met het sociaal minimum.
Uitvoering
Sociale verzekeringsbank (SVB) Volksverzekeringen
Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) Werknemersverzekeringen
Gemeente Participatiewet en de WMO 2015.