Genocide
in Vergelijkend Perspectief
Samenvatting
Handboek, artikelen, hoorcolleges, werkcolleges en een overzicht.
Huub Mol, Kas van der Horst & Marco Hol
Universiteit Utrecht
,Overzicht
Week 1 – Concepten van genocide
Raphael Lemkin en de Conventie van de Verenigde Naties (1948):
Genocide is het begaan van handelingen (vermoorden, lichamelijk of geestelijk letsel, levensomstandigheden
toebrengen, geboortebeperking, kinderontvoering) met de bedoeling (intentie) om geheel of gedeeltelijke een
nationale, etnische, raciale of religieuze groep als zodanig (collectieve identiteit) te vernietigen.
Oorzaken: cumulatieve radicalisering, aaneenschakeling of matrix van ingrediënten en onvoorziene
omstandigheden, escalatiedynamiek etc.
Misdadigers: aantonen dat de misdaad (specifiek) opzettelijk was en niet onopzettelijk, met vol bewustzijn.
Concepten:
- Genocide: gecoördineerd plan, doden/vernietigen/uitroeien, vernietiging van cultureel erfgoed.
- Mozorov: misdaden met politieke motieven.
- Perezo: absoluut respect voor het garanderen van individuele rechten.
- Fein: genocide is iedere handeling die het voortbestaan van een groep in gevaar brengt.
- Carhny: genocide is de massale moord op een aanzienlijk aantal mensen.
- Blokham: fysieke vernietiging van een groep om het collectieve bestaan te vernietigen.
- Jones: visie van Lemkin als basis, de Holocaust is een genocide op zichzelf, extensieve beschrijving,
andere vormen mogelijk zoals eliticide, gendercide, politicide, urbricide, subaltern genocide etc.
Artikelen:
- Lemkin Globaal-historisch fenomeen, hiërarchie van mensen (superieur en inferieur), processen van
Neurenberg, bestraffing/bestrijding/preventie, collectieve identiteit, internationaal recht van de VN.
- Stone Visie van Lemkin op genocides. Holocaust moet niet als graadmeter genomen worden. Naast
Joden waren er nog andere slachtoffergroepen (nationaal, raciaal, ideologisch, politiek, seksueel).
Iedere casus moet op zichzelf bekeken worden.
Week 2 – Genocide en imperialisme
Staatsformatie en het bouwen van rijken. Imperialisme is het beleid van de staat om direct controle te krijgen
over buitenlandse economische, fysieke en culturele bronnen. Kolonialisme is een specifieke vorm van
imperialistische betrokkenheid bij de vestiging en instandhouding over een langere periode.
Casussen:
Imperiale hongersnoden, rubberterreur in Congo, Japan in Oost- en Zuid-Azië, VS en Indochina, Sovjet-Unie en
Afghanistan, Rimlands, Bloodlands, Shatterlands, WOI, WOII, Franse Revolutie, Russische Revolutie, nucleaire
revolutie (omnicide, Koude Oorlog), vestigingskolonialisme (Namibië, Australië, Amerika’s) etc.
Artikelen:
- Madley ‘Patterns of frontier genocide’: genocide kent verschillende fasen. Wettelijke discriminatie
of geïnstitutionaliseerd misbruik van mensen. Incidentele geweld werd omgezet naar structureel
geweld. Inheemse mensen werden geconcentreerd in reservaten en geweld bleef aanhouden.
- Gerwarth & Malinowski Verbanden tussen kolonialisme en genocides. Ging om land, maar raciale
superioriteit speelde mee (legitimatie ‘lie of empthy land’). Strijd om land is inherent aan strijd om
leven. Gecalculeerde en gecoördineerde moorden, dus overheid verantwoordelijk.
- Wolfe Onderscheid tussen kolonialisme en genocides. Logic of elimination: uitgangspunt is het
verwijderen van groeperingen vanwege land en dat heeft niets met ras te maken. Focus op structurele
genocide (kolonialisme is een indicator). Veranderen van de cultuur. Vermoorden van mensen is een
modern verschijnsel, want kolonialisme is een fundament van moderniteit. Holocaust is moderniteit.
Week 3 – Genocide en moderniteit
Lange geschiedenis van genocides in Anatolië versus de genocides vanuit het communisme.
Casussen:
Armeense Genocide, Assyrische Genocide, Pontisch-Griekse Genocide, Sovjet-Unie (revolutie, burgeroorlog,
collectivisering, hongersnood, goelags, Grote Zuivering, WOII, deportaties), China (revolutie, collectivisering,
hongersnoden), Tsjetsjenië.
,Artikelen:
- Levence Nationalisme speelde een belangrijke rol in de Armeense en Koerdische genocides. Dezen
waren voornamelijk etnisch gericht. Door infiltratie van westerse mogendheden nam de angst voor
verval van het Ottomaanse Rijk nog meer toe. Minderheden vormden een belemmering in het proces
van een moderne nationale staat met soevereine onafhankelijkheid.
- Bloxham De staat speelt als een aanwezige actor een belangrijke rol bij het ontstaan van participatie
binnen de bevolking bij een genocide. De staat geeft orders, legitimeert of houdt een genocide tegen.
Daders hebben verschillende motieven. Vooral ambtenaren passen zich snel aan binnen een
bureaucratie. Ottomaanse Rijk was nog niet modern, maar was wel aan het moderniseren.
Week 4 – Gewone mensen en genocide
Genocide op de Joden in Europa, de ‘uniqueness’ van de Holocaust en de genocide van de Rode Khmer.
Casussen:
Holocaust, Rode Khmer, Indonesië en Oost-Timor.
Artikelen:
- Overy Sociale psychologie en een historische context kunnen een verklaring geven voor het gedrag
van mensen die meededen in een genocide. Dispositional school: menselijk gedrag wordt beïnvloed
door externe factoren. Mensen worden geen robots, maar nemen een andere rationaliteit aan. Model van
Milgram zorgt ervoor dat historici niet zomaar alle daders generaliseren. Men moet ook naar de
psychologische kanten kijken. Situational obedience: het gaat om de situatie van een individu.
Hierachter zit een inwendige tweestrijd tussen geweten en groepsdruk (process of negotiation).
- Mohamed Alle slachtoffers lijden, maar niet iedereen die lijdt is slachtoffer. Daders kunnen ook een
trauma oplopen (diversity of trauma). De een heeft spijt (agency), de andere is trots en anderen zijn
rationeel (afschuiven naar boven). Perpetrators as monsters versus humans. Om dit te doen moet je
toegeven dat iedereen een vreselijke misdaad zou kunnen begaan, net zoals het monster dat we zien.
Week 5 – Gender en genocide
Genocide, gendercide (selectieve moorden) en ‘root-and-branch’ genociden.
Casussen:
Bosnië (Bosnische moslims), Kosovo (etnische Albanezen), Bangladesh, Rwanda, Congo, Burundi, Soedan
(Darfoer, Zuid-Soedan, Zuid-Kordofan).
Artikelen:
- Sharlach Vergelijking tussen Pakistan, Joegoslavië en Rwanda. Verkrachting was een component
van genocide en gedwongen verdrijving. Andere overeenkomst is het heersende stigma.
- Carpenter Gendercide is niet, of eigenlijk te, allesomvattend voor een conceptualisering van het
probleem. Coherent onderscheid tussen sekse en gender (seksuele diversiteit). Gender-selectieve
benaderingen hebben de voorkeur.
- Smeulers Vrouwen spelen geen beperkte rol in perioden van massaal geweld en kunnen net zoals
mannen moordenaars worden. Vrouwen zijn niet inherent vreedzamer, maar wel kwetsbaarder. Door
emancipatie zal de rol van vrouwen groter worden in genocides.
, Week 1
The history of concept: defining genocide
Boek
Adam Jones, Genocide: A Comprehensive Introduction Third Edition (New York/London:
Routledge/Taylor & Francis Publishers, 2017).
Hoofdstuk 1 – The Origins of Genocide
Dit hoofdstuk analyseert de herkomst van genocide als een globaal-historisch fenomeen.
Genocide in de prehistorie, oudheid en vroege moderniteit:
Het woord is nieuw, het concept uit de oudheid. Een bron is de verklaring van de Assyrische
koning Ashur-natsir-pal over zijn militaire triomf. Hij wilde al zijn vijanden uitwissen.
Neanderthalers, de eerste slachtoffers van genocide?
De neanderthalers verdwenen 26.000 tot 32.000 jaar geleden uit Europa, ondanks het redelijk
gunstige klimaat. Uit onderzoeken blijkt dat men werd aangevallen. Mogelijk zijn deze
‘verwanten’ de eerste slachtoffers van genocide.
Het is in ieder zeker dat de mensheid sociaal gezien een hiërarchie kent, gekenmerkt door
superieur en inferieur. Een voorbeeld is het Oude Testament (bijbel) over christenen, joden en
moslims. Vrouwen en kinderen werden echter gespaard. De oudheid wordt daarom
gekenmerkt door een combinatie van gender-selectieve massamoorden en ‘root-and-bracnh’
genocide oorlogen. De Romeinse sage over het uitwissen van Carthago tijdens de Derde
Punische Oorlog (149-46 BCE) is een voorbeeld van de ‘Eerste Genocide’. Ook de
massamoorden op christenen zijn een voorbeeld. De christenen deden hetzelfde met de
‘heidenen’ tijdens de Kruistochten in het Midden-Oosten tussen de 9e en 14e eeuw.
De dodelijkste ‘multicides’ van de mensheid:
Matthew White beschreef in zijn boek de twintig grootste massamoorden in de geschiedenis
van de mensheid. De top 3 bestaat uit WOII met 66.000.000 mensen (1939-1945), Ghenghis
Khan met 40.000.000 mensen (1206-1227) en Mao Zedong met 40.000.000 mensen (1949-
1976). Tijdens de eerste helft van de 20e eeuw vielen er in ieder geval 150.000.000 doden.
Andere voorbeelden van massamoorden zijn Ghenghis Khan in Oost-Azië en de ‘honger naar
welvaart, macht en glorie’ met de ontdekking van Amerika door Columbus in 1492.
De opstand in de Vendée:
Tijdens de Franse Revolutie werd koning Lodewijk XVI van Frankrijk omvergeworpen en
een nieuwe orde gecreëerd. Hierna ontstond in het departement Vendée een opstand uit tussen
de royalisten (boeren, geestelijken, arbeiders, adel) en republikeinen. Het conflict ontaarde
zich in een oorlog 1793-1796). De ‘Terreur’ in Parijs wilde voor eens en altijd afrekenen met
de opstandige conservatieve regio. Er zou sprake zijn van een massamoord (genocide). Er
vielen zeker 150.000 doden. Uiteindelijk wisten de Franse Republikeinen te winnen.
Genocide op de Zoeloes:
Tussen 1810 en 1828 voerde de dictatoriale leider Shaka, koning van Zoeloe (Zuid-Afrika)
een gewelddadige oorlogscampagne. Hij voerde een ‘root-and-branche’ strategie, waarbij hij
vrouwen, kinderen en ouderen liet uitmoorden. Allemaal voor zijn expansiedrift.