Hoorcollege 1
Organisatiewetenschappen
Wat is een organisatie;
- Structuur
o Formeel
o Informeel
- Mensen
o Normen waarden, leiderschap
- Doelen
o Waar streven we naar
- Technologie
o Apparatuur
- Omgeving
o Samenwerkingen
Het is geen statisch begrip, continu aan het veranderen
Processen in een organisatie
Input throughput (besturing
processen, ondersteunende processen,
primaire proces) output
Organisatie; een verzameling mensen
die zich verenigen in een formeel
samenwerkingsverband
Organisatiewetenschap; verzameling van inzichten, methoden, theorieën en richtlijnen die
met betrekking tot een organisatieverschijnsel bestaat.
3 realiteiten
- Objectief
o Wetmatigheden
o Kan je niks aan veranderen
- Subjectief
o Eigen persoonlijke beweging
- Intersubjectief
o Maken we met elkaar, afspraken. Zowel objectief als subjectief
3 perspectieven
- Systeemperspectief (rational system perspective)
o Het systeem heeft objectieve consequenties voor de leden. Mensen hebben een
beperkte handelingsvrijheid.
- Actorperspectief (natural system perspective)
o Alsof het een subjectief perspectief is, mensen zijn handelingsvrij
- Interactieperspectief
o Combinatie objectief en subjectief.
Zorgorganisaties; indeling naar echelon
, - Eerste lijn
o Directe toegang
- Tweede lijn
o Verwijzing, intramuraal
- Derde lijn
o Topklinische verwijzing
Zorgvormen
- Extramurale zorg/ambulante zorg (thuiszorg)
- Intramurale zorg (in het ziekenhuis, pas als je wordt opgenomen)
- Semimurale zorg (dagbehandeling als je nog thuis woont)
- Transmurale zorg/kentenzorg (meerdere betrokken partijen)
Structuur en structuren volgens Minztberg
- Coördinatiemechanismen (5 stuks)
o Onderlinge aanpassing efficiënt werken, het werk afstemmen
Hoe het werk onderling afstemmen, samenwerken
o Standaardisatie/vaststellen (van werkprocessen, output, kennis en vaardigheden,
normen)
Expliciete kennis kan je vaststellen in protocollen
Impliciete kennis kan je niet vaststellen, informele kennis. Zit in de
ervaring van de mens.
Standaardisatie wordt lastiger als er meerdere factoren meespelen en er
geen protocol gemaakt kan worden.
o Direct toezicht
1 iemand staat erboven die de opdracht geeft en hierna controleert
Alle ontwerpparameters
Ontwerp van posities
Taakspecialisatie
Formalisatie van gedrag
Training en indoctrinatie
Ontwerp van de superstructuur
Groepering van eenheden
Grootte van eenheden
Ontwerp van laterale overlegstructuren
Systemen voor planning en controle
Verbindingsmiddelen
Ontwerp van besluitvormingssysteem
Verticale decentralisatie
Horizontale decentralisatie
- Ontwerp van individuele posities
o Horizontale taakspecialisatie/verruiming: tussen mensen, tussen afdelingen, tussen
organisaties
Gelijksoortige taken extra doen verruiming
Gelijksoortige taken specialiseren verkleinen naar specifieke taak
o Verticale taakspecialisatie/verruiming: tussen mensen, tussen afdelingen, tussen
organisaties
Gaat over de mate van toezicht/zeggenschap
, o Bureaucratisch VS organisch
Bureaucratisch veel regels, veel bazen, veel verticale taakspecialisatie
Organisch veel meer onderlinge aanpassing, veel meer verruiming
- Groepering van eenheden I
o Strategische top,
middenkader,
technostructuur,
ondersteunende diensten,
uitvoerende kern
o Het organogram laat niet de
informele communicatielijnen
en machtsverhoudingen zien
- Groepering van eenheden II
o Markt (output, klant, geografisch gebied)
Wat heeft je omgeving nodig
o Functie (kennis, vaardigheden, werkprocessen)
Wat hebben we in huis, en wie vinden we bij elkaar passen om samen te
werken
- Verbindingsmiddelen
o Liaisonposities
Iemand die geen hele formele rol heeft, werkt op verschillende afdelingen en
zorgt dat dingen op elkaar worden afgestemd. Heeft weinig zeggenschap
o Taakgroepen en vaste commissies
Mensen uit verschillende afdelingen bij elkaar zetten om te overleggen, voor
goede afstemming
o Integratiemanagers
Iemand verantwoordelijk maken voor een thema. Heeft
geen zeggenschap over het personeel
o Matrixstructuur
Eenheid van leiderschap loslaten. Als werknemer heb je
2 managers.
- Sturing
o Planning & controle
Actieplanning: coördineren, neigt naar gedragsformalisatie, behandelplan
schetsen
Controle van resultaten: meten en motiveren, dit is ons streven. Sturing op
resultaten
- Beslissingsbevoegdheid
o Centralisatie besluitvorming hoog in de organisatie
Waarom toepassen Meer overzicht, kost minder geld (efficiëntie)
o Decentralisatie besluitvorming laag in de organisatie
Waarom toepassen Hier zit specifieke kennis en ervaring
Controle over het besluitvormingsproces (Paterson)