Dit zijn uitgebreide aantekeningen van het vak Clinical Assessment and Decision Making (CADM; SOW-PSB3DH23E). Dit is een derde jaars vak van de studie psychologie aan de Radboud Universiteit Nijmegen.
Definition
Synoniemen van clinical assessment in de mentale gezondheid:
1. Ppsychological assessment.
2. Psychodiagnostics.
Clinical assessment houdt in dat het probleem van iemands psychische stoornis wordt opgelost door
beslissingen te nemen over de presentatie ervan en door hypothesen over wat er is en hoe het wordt
veroorzaakt te formuleren en te testen. Dit test je door informatie uit vele bronnen te verzamelen en
te integreren.
Definitie clinical assessment: “a shared decision-making process in which a clinician iteratively
defines a diagnostic question, formulates and tests hypotheses about the client’s cognitive functions
and behaviour, and integrates the information thus collected from a number of sources and using
different methods based on scientific psychology in a dynamic fashion, resulting in a representation
and understanding of the problem that is shared with the client in such a way that relevant
indications for treatment or care ensue”
Knowledge and skills
Er zijn 4 vormen van basisvragen in psychological assessment:
1. Classification: gaat over het classificeren van de symptomen binnen een stoornis.
Does this person have PTSD?
2. Explanation: het legt uit wat er aan de hand is en waarom een client bepaalt gedrag
vertoont.
Why does she refuse to eat?
3. Prediction and indication: gaat over wat je kan voorspellen m.b.t. de behandeling.
Will cognitive behavioural therapy help this person?
4. Evaluation: gaat over het succes van de behandeling.
Was the intervention successful?
Je hebt bepaalde kennis nodig, bijvoorbeeld over:
Psychopathologie en psychologische theorieën.
Instrumenten en hun psychometrische kwaliteiten.
Behandelingsprotocollen.
Naast de benodigde kennis moet je ook beschikken over bepaalde vaardigheden, namelijk:
(Zelf)reflectie.
Het opbouwen van therapeutische allianties.
Gespreksvaardigheden.
Testvaardigheden.
,Roadmap
De roadmap toont het volledige diagnostische proces. Als je de benodigde kennis en vaardigheden
bezit kan je deze roadmap volgen.
1. De roadmap begint met de registratie. Als een cliënt voor het eerst naar je toe komt weet je
bijv. de leeftijd en andere details over de patiënt niet.
2. Vervolgens kan er een referral worden gedaan met de vraag of je deze referral kan
accepteren. Je kan de referral accepteren als de patiënt de criteria van de kliniek waarin je
werkt behaalt en de cliënt beschikt over de benodigde vaardigheden. Als je de referral niet
kan accepteren, kan je de cliënt naar iemand anders verwijzen of kom je terug bij de persoon
die de referral naar jou in de eerste plaats deed.
3. Na de referral achterhaal je direct of er sprake is van een spoedgeval. Een voorbeeld van zo’n
spoedgeval is als iemand suïcidaal is. Je volgt dan niet de volledige roadmap, maar handelt
meteen. Er moet direct sprake zijn van een actie. Als er geen sprake is van een spoedgeval
vervolg je de roadmap.
4. Als er niet sprake is van een spoedgeval vindt ga je door op de vraag: kunnen we de stoornis
van de cliënt classificeren en is het nuttig om een verklarende analyse op te nemen? Als het
antwoord op de vraag ja is, stap je over op classificatie.
5. Vervolgens vindt er explanation en prediction & indication plaats. Daarna schrijft je een
rapport en evalueer je het proces.
Using instruments
De toolkit voor psychological assessment:
Observatie:
Je observeert de patiënt bijv. tijdens het intakegesprek en de testafnames. Als de patiënt
opgenomen is kan je hen in deze situatie ook observeren. Je kan ook gebruik maken van de
observaties van anderen, zoals de verpleegkundigen.
, Interview:
Je neemt een interview af bij cliënten. Je laat de cliënten praten over het verleden, het
heden en de toekomst. De cliënt vertelt over de klachten die worden ervaren en wat de
cliënt m.b.t. de klachten wilt bereiken. Zo’n interview moet gestructureerd zijn en daarvoor
heb je gespreksvaardigheden nodig. Vooral bij mensen met cognitieve stoornissen. Patiënten
hebben niet altijd een goed ziekte-inzicht, waardoor het belangrijk kan zijn om een interview
met de familie af te nemen.
Testen:
Bij het afnemen van testen moet je over een aantal vragen nadenken:
- Waarom wil je een bepaalde test of vragenlijst afnemen?
- Welke test of vragenlijst wil je afnemen?
- Hoe moet je de resultaten van een test of vragenlijst interpreteren?
Aan de hand van o.a. de referral en de hypothesen die je hebt opgesteld selecteer je de geschikte
instrumenten. Welke instrumenten je kiest kan ook er afhangen van de instelling waarin je werkt. Dit
kan op verschillende manieren een invloed hebben. Voorbeelden hiervan zijn:
De ene instelling maakt meer gebruik van vaste testbatterijen dan de anderen kliniek.
De ene instelling heeft meer testen beschikbaar voor gebruik dan de andere instelling.
In de ene instelling is het toegestaan meer tijd te gebruiken voor een testafname, dan in een
andere instelling is toegestaan.
De COTAN:
Om de instrumenten te selecteren, moet je gebruik maken van de COTAN database. De COTAN
database is de Dutch Committee on Tests and Testing (Commissie Testaangelegenheden van het
NIP). De COTAN herziet testen en beoordeelt deze op de volgende criteria:
1. Availability:
Het gaat erover of de test beschikbaar is voor iedereen of dat je een bepaalde onderzoeker
moet mailen om de test te krijgen.
2. Adaptation/translation for the Netherlands:
Het gaat erover of testen goed zijn vertaald. Het gaat echter niet alleen over de taal, maar
ook over culturele aspecten en of deze goed zijn vertaald.
3. Standardisation:
Is alles goed beschreven of zijn er losse eindes bij het uitvoeren van de test.
4. Validity (construct & criterion):
Construct validity: meet de test wat het hoort te meten?
Criterion validity: voorspelt de test een bepaalde uitkomst?
5. Reliability:
Beantwoord de vraag: als je de test meerdere keren afneemt, krijg je dan dezelfde conclusie?
6. Norms:
Gaat over de normatieve data, zoals leeftijd, geslacht en het educatie niveau.
Defining (ab)normality
Wat je als normaal beschouwt hangt af van jouw eigen kijk op normaal en van je eigen (culturele)
referentiekader. Het culturele referentiekader is belangrijk. Dit kan je uitleggen met een voorbeeld
van kindsoldaten. In een land waar oorlog is kan dit als normaler worden gezien dan in een land waar
geen oorlog is. Wat als normaal wordt gezien kan ook veranderen over de tijd heen.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper jsmorenburg4. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.