SAMENVATTING TENTAMEN AANVANKELIJK EN TECHNISCH LEZEN
Hoofdstuk 1: lezen in de basisschool
1.1 I Het belang van leren lezen
Functioneel analfabeten: mensen die wel een beetje kunnen lezen, maar onvoldoende om zich in het
dagelijks leven te kunnen redden et lezen en schrijven. Lezen belangrijkste instrumentele vaardigheid
die de school leert. 110 min per week.
Lezen als ondersteunende taalactiviteit: doelstelling is om de leesvaardigheid vd leerlingen
vergroten. Het gaat dus om traditionele leeslessen, het onderwijs in het lezen. Term lezen hier
meestal betrekking op.
Lezen als functionele taalactiviteit: als de leerlingen hun leesvaardigheid moeten toepassen. Bij AK.
Goede leesvaardigheid belangrijke voorwaarde voor schoolsucces. 4 vd 30 vaak leesproblemen (10-
15%). Andere functie lezen: maatschappelijke redzaamheid en leesplezier. Het gaat over de inhoud
van de tekst.
1.2 I Vormen van lezen:
- Technisch lezen - Begrijpend & studerend lezen – Belevend lezen – Expressief lezen – Vloeiend lezen
Technisch lezen: geschreven taal omzetten in gesproken taal. Kan door voorlezen, maar ook door
innerlijke klanken. Ze moeten decoderen: het kraken van de code van ons schriftsysteem. Na de
eerste helft groep 3 werken ze met versnellen en automatiseren woorden. Technisch lezen meestal
geoefend door hardop. In groep 2 vaak door de letter vd week. Zij leren random letters.
Begrijpend en studerend lezen:
Begrijpend lezen: achterhalen van de betekenis van een tekst. Dit is ook al een woord op het
whiteboard. De lezer past veel deelvaardigheden toe, zoals tekststructuur herkennen, woorden
raden etc. bij studerend lezen: moet het ook de inhoud kunnen vastleggen. Het is een toepassing van
begrijpend lezen.
Belevend lezen: emotionele betrokkenheid van de lezer staat centraal. Hij moet zich inleven. Het
wordt ook wel leesbevordering genoemd. Geen aparte methode. Het is natuurlijk alle 3 kunstmatig,
want je past bij alles begrijpend lezen toe. Het is alleen op didactisch punt effectief, want je kunt dan
specifiekere doelen opstellen en daar je instructie op afstemmen.
Nadeel bij technisch lezen snel lezen, waardoor ze veel minder actief en kritisch kijk en ze het idee
hebben dat het lezen gelijk staat aan snelheid.
Expressief lezen (voordrachtslezen) en vloeiend lezen: goede uitspraak, zinsmelodie of juiste
afwisseling leestempo. Wanneer ze dit doen vraagt dit best veel van ze, waardoor ze vaak de
betekenis minder onthouden. Vloeiend lezen: snel en accuraat en met begrip en expressie te kunnen
lezen. Decoderen en begrijpen tegelijk. Fluency. Doel: begrijpen tekst makkelijker.
Fases leesonderwijs:
- Voorbereidend lezen (1/2): kan voorbereidend zijn op T, B, B lezen.
Technisch lezen voorbereiding: schuurpapieren letters of rijmoefening met juf.
Begrijpend lezen voorbereidign: samen praten over wat te zien is op de poster.
Belevend lezen: spannend verhaal voorgelezen krijgen.
Door voorbereidend lezen, richt je alleen op de aanloop naar groep 3 en niet op de eigen
ontwikkeling kleuter. Daarom liever het begrip beginnende geletterdheid: spontane belangstelling
van peuters om een geschreven woord.
- Aanvankelijk lezen: alle letters leren (1 e helft groep 3). Ze maken leestechniek eigen. BB lezen.
- Voortgezet lezen: t, BB. Voortgezet technisch lezen: gaat omm vergroten leestempo,
automatiseren leesstrategieën en realiseren goede voordracht. Meeste aandacht naar
begrijpend lezen. TBB methode: Ondersteboven van lezen.
,1.4 I Fasen in geletterdheid
Geletterdheid: spontane belangstelling van peuters en kleuters voor het geschreven woord en de
inzichten die ze ontwikkelen in de functies van geschreven taal. Geletterdheid heeft betrekking op de
volgende aspecten:
- boekoriëntatie - verhaalbegrip – functies van geschreven taal – relatie gesproken & geschreven taal
- taalbewustzijn – alfabetisch principe – functioneel lezen en schrijven – technisch lezen en schrijven
start – technisch lezen en schrijven vervolg – begrijpend lezen en schrijven
3 fases geletterdheid:
- ontluikende geletterdheid: 0-4 jaar voor school. Spontaan proces. Interactie belangrijk hierin. Kan
sterk uiteen lopen door dus verschillende situaties thuis. De ontwikkeling geletterdheid niet los te
zien van mondelinge ontwikkeling. Door te reflecteren op mondeling, krijgen ze inzicht in schriftelijk.
- beginnende geletterdheid: groep 1 t/m 3. Bevat ook aanvankelijk lezen.
- gevorderde geletterdheid: strategieën toepassen etc. vanaf groep 3.
1.5 I Werkvormen en groeperingen bij leesonderwijs
tweedeling het maken van werkvormen:
- stillezen
- hardop lezen, veel jonge kinderen nodig bij aanvankelijk lezen (stillezen dus)
Groeperingsvormen: klassikaal of in groepen, individueel of in tweetallen. Vrij lezen, duolezen en
groepslezen. Ingedeeld naar leesniveau: niveaulezen. Leeskring (bijzondere vorm individueel lezen) 1
kind leest aan de rest een fragment van een boek voor en probeert aan anderen duidelijk te maken
wat er zo bijzonder is. Forumlezen: een groepje kinderen fungeert als forum dat aan de rest van de
klas een tekst voorleest.
1.6 I Visies op leesonderwijs
Ondersteunend of functioneel:
Ondersteunend: je besteed veel aandacht aan het aanleren van de letters en doet oefeniingen voor
het analyseren van woorden. Bezig met techniek geen functie. Je bent bezig met strategieën en
gebruikt vaak rijen woorden die ze moeten lezen met lastige letterclusters, zodat ze automatiseren.
Functioneel lezen: nadruk op werkvorm, aantrekkelijke teksten, het is betekenisvol.
Methodisch of niet-methodisch:
Niet-methodisch: men sluit aan bij de natuuriljke leesontwikkeling van de kinderen en begint als het
kind eraan toe is. Meeste vinden methodisch beter: het is geen natuurlijk proces, ze hebben een
goede instructie nodig. Te lang wachten: achterstand alleen maar groter voor de zwakkere.
Nieuwe methodes differentiëren gelijk vanaf B3, door online instructie etc.
Geïsoleerd of geïntegreerd:
Geïsoleerd: decoderen, betekenis minder belangrijk. Veilig leren lezen geïntegreerd. Meeste
aandacht toch wel naar het aanleren van de letters. Technisch lezen vaak geïsoleerd, maar je kan het
integreren door de aangeleerde spellingcategorieën terug te laten komen bij het lezen.
Sturend of volgend:
Gestuurd door buitenaf wanneer ze beginnen. Vast tijdstip, vaste volgorde door methode. Veel is
sturend, maar kan ook volgend, vraagt wel wat van je, meeste methodes is sturend.
, 1.7 I Competenties voor het leesonderwijs
Methode geeft handvaten, maar je moet zelf daarin wel keuzes maken.
Een bekwame leraar is een leraar die heeft aangetoond dat hij met zijn vakinh, vakdidac, en
ped.kennis en kunde zijn werk als leraar en als deelnemer aan professionele onderwijsgemeenschap
die hij samen met zijn collega’s vormt, kan verrichten op een foressioneel doelmmatige en
verantwoorde wijze. Hij kan op basis van en ondersteund door gespecialiseerde handboeken en
methodes:
- zijn eigen onderwijs vormgeven, afstemmen op niveau en kenmerken uitvoeren evalueren en
bijstellen
- samenwerken met collega’s
- bijdragen leveren aan onderwijskundige ontwikkelingen door het raadplegen van bronnen,
inbrengen van informatie en kritische bijdragen aan oordeelsvorming en oplossen van
praktijkproblemen
- meewerken aan praktijkgericht onderzoek en die nieuwe inzichten toepassen
- zelfstandig vormgeven aan zijn professionele ontwikkeling
Dit wordt van een leraar gevraagd bij het verzorgen van aanvankelijk en technisch lezen:
- verantwoorden van je onderwijs (H1) - instructie geven (H5)
- kennis hebben van de leertaak (H2) - werkvormen en hulpmiddelen gebruiken (H6 en H9)
- aansluiten op de beginsituatie (H3) - evalueren (H7)
- doelen formuleren en leerstof ordenen (H4)- omgaan met verschillen tussen leerlingen (H8)